European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|13467/09 (Presse 271)                                                      |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|Betreft:                                                                   |
|PERSMEDEDELING                                                             |
|2962e zitting van de Raad                                                  |
|Justitie en Binnenlandse Zaken                                             |
|Brussel, 21 september 2009                                                 |
|Voorzitter Tobias BILLSTRÖM                                                |
|minister van Migratie- en Asielbeleid                                      |
|                                                                           |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De ministers waren ingenomen met de Commissiemededeling inzake het opzetten|
|van een vrijwillig gemeenschappelijk EU-hervestigingsprogramma voor        |
|vluchtelingen in derde landen en een bijbehorend voorstel tot wijziging van|
|de bestaande regels inzake het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode |
|2008 tot en met 2013. In een algemener debat besprak de Raad ook de        |
|beginselen die aan het asielbeleid van de EU ten grondslag moeten liggen,  |
|waarbij zowel bestaande als komende voorstellen aangaande dit thema aan bod|
|kwamen.                                                                    |
|De vraagstukken met betrekking tot de binnenkomst van niet-begeleide       |
|minderjarigen kwamen eveneens ter sprake, met het oog op de ontwikkeling   |
|van een actieplan begin 2010.                                              |
|De ministers bespraken eveneens het Commissieverslag over de follow-up van |
|de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009. Het debat was   |
|toegespitst op het geplande pilootproject voor Malta inzake relocatie van  |
|personen die internationale bescherming genieten, alsmede op de rol en     |
|ontwikkeling van Frontex-operaties, met name in het Middellandse Zeegebied.|
|                                                                           |
|De Raad nam conclusies aan over de richtsnoeren van de Commissie voor een  |
|betere omzetting en toepassing van de richtlijn betreffende het vrij       |
|verkeer van EU-burgers.                                                    |
|In de marge van de Raad bestudeerde het Gemengd Comité (de EU plus         |
|Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) de stand van zaken       |
|betreffende het visuminformatiesysteem (VIS).                              |
|Tijdens de lunch hadden de ministers een ontmoeting met de heer António    |
|Guterres, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen   |
|(UNHCR), om van gedachten te wisselen over asielvraagstukken. Jacques      |
|Barrot, de vicevoorzitter van de Commissie, lichtte de ministers in over de|
|stand van zaken betreffende visumwederkerigheid. Specifieke aandacht ging  |
|uit naar de Canadese visumvereisten voor Tsjechische burgers.              |
INHOUD1

DEELNEMERS 4

BESPROKEN PUNTEN

GEMEENSCHAPPELIJK HERVESTIGINGSPROGRAMMA VAN DE EU 6

ASIELKWESTIES 7

NIET-BEGELEIDE MINDERJARIGEN 8

FOLLOW-UP VAN DE CONCLUSIES VAN DE EUROPESE RAAD 9

VRIJ VERKEER VAN EU-BURGERS IN DE GEMEENSCHAP - Conclusies van de Raad 10

GEMENGD COMITE 11

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Eurojust - Activiteitenverslag 12

Schengeninformatiesysteem 12

Grensoverschrijdende samenwerking met IJsland en Noorwegen 12

TOEGANG VAN HET PUBLIEK TOT DOCUMENTEN

BENOEMINGEN

Europees Economisch en Sociaal Comité 13

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Melchior WATHELET staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Justitie

Bulgarije:
de heer Tsvetan TSVETANOV viceminister-president en minister van Binnenlandse Zaken

Tsjechië:
mevrouw Lenka PTÁ?KOVÁ MELICHAROVÁ viceminister van Binnenlandse Zaken

Denemarken:
mevrouw Birthe Rønn HORNBECH minister van Vluchtelingen- en Immigrantenzaken en Integratie

Duitsland:
de heer Wolfgang SCHÄUBLE minister van Binnenlandse zaken

Estland:
de heer Marko POMERANTS minister van Binnenlandse Zaken

Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Justitie, Gelijke Kansen en Hervorming van de wetgeving

Griekenland:
de heer Patrocios GEORGIADIS secretaris-generaal, ministerie van Binnenlandse Zaken

Spanje:
de heer Alfredo PÉREZ RUBALCABA minister van Binnenlandse Zaken mevrouw María Consuelo RUMÍ IBÁÑEZ staatssecretaris van Immigratie en Emigratie

Frankrijk:
de heer Eric BESSON minister van Immigratie, Integratie, Nationale Identiteit en Solidaire Ontwikkeling

Italië:
de heer Nitto Francesco PALMA staatssecretaris van Binnenlandse Zaken

Cyprus:
de heer Neoklis SYLIKIOTIS minister van Binnenlandse Zaken

Letland:
de heer Normunds POPENS permanent vertegenwoordiger

Litouwen:
de heer Raimundas PALAITIS minister van Binnenlandse Zaken

Luxemburg:
de heer Nicolas SCHMIT minister van Arbeid, Werkgelegenheid en Immigratie

Hongarije:
mevrouw Judit LÉVAYNÉ FAZEKAS staatssecretaris, ministerie van Justitie en Politie

Malta:
de heer Carmelo MIFSUD BONNICI minister van Justitie en Binnenlandse Zaken

Nederland:
de heer Ernst HIRSCH BALLIN minister van Justitie mevrouw Nebahat ALBAYRAK staatssecretaris van Justitie

Oostenrijk:
mevrouw Maria FEKTER minister van Binnenlandse zaken

Polen:
de heer Piotr STACHA?CZYK onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken

Portugal:
de heer Rui PEREIRA minister van Binnenlandse Zaken

Roemenië :
de heer Dan NICA viceminister- president, minister van Bestuurszaken en Binnenlandse Zaken

Slovenië:
mevrouw Katarina KRESAL minister van Binnenlandse Zaken

Slowakije:
de heer Maro? ?EF?OVI? permanent vertegenwoordiger

Finland:
mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken

Zweden:
de heer Tobias BILLSTRÖM minister van Migratie

Verenigd Koninkrijk:
de heer Alan JOHNSON minister van Binnenlandse Zaken

Commissie:
de heer Jacques BARROT Vicevoorzitter

BESPROKEN PUNTEN

GEMEENSCHAPPELIJK HERVESTIGINGSPROGRAMMA VAN DE EU

De Raad was ingenomen met de recente mededeling van de Commissie betreffende een gemeenschappelijk hervestigingsprogramma van de EU (12986/09) en een bijbehorend voorstel tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) voor de periode 2008-2013.

De ministers stonden in het algemeen achter het idee van een gemeenschappelijk EU-hervestigingsprogramma. Zij onderschreven de algemene doelstelling van nauwere politieke en praktische samenwerking tussen de lidstaten, teneinde de doeltreffendheid en kosteneffectiviteit, alsmede de humanitaire en strategische impact van hun hervestigingsactiviteiten te verbeteren. Tevens onderstreepten zij dat het belangrijk is dat het programma op een strikt vrijwillige basis berust.

Het Commissievoorstel voorziet in de jaarlijkse vaststelling van gemeenschappelijke hervestigingsprioriteiten die zowel betrekking kunnen hebben op geografische regio's en nationaliteiten als op specifieke categorieën vluchtelingen. De lidstaten kunnen dan besluiten of en in welke mate ze in een bepaald jaar deelnemen aan het gemeenschappelijke EU- hervestigingsprogramma. De lidstaten die willen deelnemen, zullen per hervestigde persoon EUR 4.000 aan financiële steun uit het Europees Vluchtelingenfonds ontvangen.

Een van de nader te bestuderen vraagstukken was hoe de jaarlijkse prioriteiten zullen worden vastgesteld.

De Raad was ingenomen met de plannen van de Commissie om het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) te betrekken bij het gemeenschappelijk EU-hervestigingsprogramma. Naar verwachting wordt het EASO in de komende maanden opgericht en zal het operationeel zijn in 2010. Zijn taak zal erin bestaan samen met de lidstaten concrete activiteiten uit te voeren, zoals selectie- en verkenningsmissies, oriëntatieprogramma's vóór vertrek, medische screenings en reis- of visumafspraken.

Teneinde voortgang te maken, verzochten de ministers de bevoegde Raadsinstanties om de voorstellen nader te bestuderen. Aangezien voor wijzigingen aan de beschikking inzake het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) de medebeslissingsprocedure moet worden gehanteerd, kijkt de Raad ook uit naar nauwe samenwerking met het Europees Parlement.

ASIELKWESTIES

De Raad hield op verzoek van Duitsland een algemeen debat over de beginselen die aan de asielwetgeving van de EU ten grondslag moeten liggen. De ministers verwezen naar wetgevingsvoorstellen die reeds ter tafel liggen, alsmede naar twee voorstellen die de Commissie naar verwachting spoedig zal indienen. In deze twee voorstellen zullen de kwalificatie en de status van vluchtelingen of personen die anderszins internationale bescherming behoeven aan bod komen, alsmede de procedures voor het toekennen en intrekken van de vluchtelingenstatus.

De ministers waren ervan overtuigd dat de besprekingen en de evaluatie van de uitvoering van de huidige EU-wetgeving inzake asiel de verdere werkzaamheden rond de wetgevingsvoorstellen ten goede zullen komen.

De twee voornoemde voorstellen die nog moeten worden ingediend, vormen aan aanvulling op vijf andere wetgevingsbesluiten op het gebied van asiel waarover reeds wordt onderhandeld: de Dublinverordening, de Eurodac- verordening, de richtlijn opvangvoorwaarden, het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en de wijziging met betrekking tot het Europees Vluchtelingenfonds.

Dit pakket van maatregelen vloeit voort uit de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van het Haags programma en van het Europees pact inzake immigratie en asiel, dat de Europese Raad in oktober 2008 heeft aangenomen. Het heeft tot doel het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te voltooien, en onder meer een eenvormige asielprocedure in te stellen met gemeenschappelijke waarborgen en een eenvormige status voor vluchtelingen, zulks uiterlijk in 2012.

NIET-BEGELEIDE MINDERJARIGEN

De Raad besprak het vraagstuk van niet-begeleide minderjarigen die de EU binnenkomen en er asiel aanvragen.

De ministers bevestigden dat deze kwestie een belangrijke uitdaging is voor de lidstaten en gemeenschappelijke zorgpunten inhoudt. Zij waren het erover eens dat alle lidstaten baat hebben bij de ontwikkeling van een gemeenschappelijke aanpak en nauwere samenwerking met de landen van herkomst, mede ter bevordering van de terugkeer van de minderjarigen naar hun land.

Als specifieke aandachtspunten werden beschouwd: de uitwisseling van informatie en goede praktijken, samenwerking met de landen van herkomst, technieken voor leeftijdsbepaling en het traceren van familieleden, en de noodzaak van specifieke aandacht voor niet-begeleide minderjarigen bij de bestrijding van mensenhandel.

Teneinde de ontwikkeling van betere samenwerking en een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen, verzochten de ministers de bevoegde voorbereidende instanties van de Raad de reeds lopende werkzaamheden voort te zetten om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen. Zij verzochten de Commissie met name om het actieplan inzake niet-begeleide minderjarigen, waarvan zij in haar mededeling "Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht ten dienste van de burger" melding maakt (11060/09), uiterlijk begin 2010 in te dienen.

Dit actieplan moet de desbetreffende wettelijke en financiële instrumenten aanvullen en een combinatie van beschermings- en preventiemaatregelen inhouden. De EU moet zich blijven laten leiden door het belang van de betrokken kinderen.

FOLLOW-UP VAN DE CONCLUSIES VAN DE EUROPESE RAAD

Na een presentatie door de Commissie wisselden de ministers van gedachten over de acties inzake illegale immigratie die sinds de aanneming van de conclusies door de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009 zijn ondernomen (11225/09).

In zijn conclusies noemde de Europese Raad een reeks concrete maatregelen waarmee de Raad en de Commissie voortgang moeten maken. Daartoe behoren onder meer de ontwikkeling van een pilootproject voor de vrijwillige spreiding van op Malta verblijvende personen die internationale bescherming genieten, de spoedige oprichting van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken en de intensievere samenwerking met de landen van herkomst en doorreis van illegale immigranten.

De ministers waren ingenomen met de reeds geboekte vooruitgang, maar wezen ook op de nog te leveren inspanningen. Met betrekking tot Malta bevestigden enkele lidstaten bereid te zijn een groep personen die internationale bescherming genieten en momenteel in dat land verblijven, te hervestigen. Andere lidstaten toonden belangstelling voor deelname aan het project maar verzochten om meer informatie over de praktische implicaties, alvorens een finaal besluit te nemen.

Wat Frontex betreft, besprak de Raad verdere mogelijkheden voor de versterking van Frontex-operaties, met name in het Middellandse Zeegebied. De mogelijke maatregelen die werden besproken, omvatten Frontex- partnerschappen met derde landen van doorreis en herkomst op basis van op wederkerigheid gebaseerde eisen en operationele ondersteuning, strengere controles aan de maritieme buitengrenzen, het systematisch betrekken van Frontex bij gezamenlijke terugkeervluchten en het oprichten van gespecialiseerde regionale Frontex-kantoren.

Tegelijkertijd benadrukten de ministers andermaal het belang van het hoofdbeginsel van het EU-migratiebeleid: verzekeren dat de betrokkenen toegang hebben tot de waarborgen die uit het asielrecht voortvloeien.

De Europese Raad van oktober zal op de hoogte worden gesteld van de verdere ontwikkelingen.

VRIJ VERKEER VAN EU-BURGERS IN DE GEMEENSCHAP - Conclusies van de Raad

De Raad wisselde van gedachten over de richtsnoeren van de Commissie voor een betere omzetting en toepassing van Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden.

Hij heeft de volgende conclusies aangenomen:

"1. De Raad is ingenomen met de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor een betere omzetting en toepassing van Richtlijn 2004/38/EG betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden.

2. De Raad herinnert aan zijn conclusies van 27 en 28 november 2008, waarin


1. hij erop wees dat het recht van vrij verkeer in de Europese Unie een van de basisbeginselen is waarop de Unie is gegrondvest;


2. hij in dat verband opmerkte dat, met inachtneming en in het belang van het recht van vrij verkeer, al het mogelijke moet worden gedaan om oneigenlijk gebruik en misbruik, alsmede handelingen uit criminele overwegingen te voorkomen en te bestrijden door overeenkomstig het toepasselijke recht krachtige en evenredige maatregelen te nemen.


3. De Raad meent dat de lidstaten prioriteit moeten geven aan het verzekeren van de effectieve toepassing van Richtlijn 2004/38/EG en dat zij in de komende jaren misbruik en fraude met betrekking tot het grondbeginsel van het recht van vrij verkeer van personen nauwlettend moeten blijven monitoren en aanpakken.

De Raad herinnert eraan dat de lidstaten krachtens de richtlijn het recht hebben de noodzakelijke maatregelen te nemen om misbruik en fraude tegen te gaan.


4. De Raad verzoekt de lidstaten om informatie uit te wisselen over misbruik en fraude en alle systematische ontwikkelingen ter kennis van de Commissie te brengen.


5. Indien er systematische ontwikkelingen worden ontdekt, zal de Raad op de zaak terugkomen, aan de hand van voorstellen van de Commissie voor de meest geschikte middelen om deze ontwikkelingen aan te pakken."

GEMENGD COMITE

Visuminformatiesysteem (VIS)

In de marge van de Raad werd het Gemengd Comité (de EU-lidstaten plus Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland) door het voorzitterschap en de Commissie ingelicht over de stand van zaken betreffende de invoering van het visuminformatiesysteem (VIS).

De ministers verzochten de Commissie en de Raadsgroepen hun werkzaamheden voort te zetten en de Raad tijdens zijn volgende zitting in oktober op de hoogte te brengen van de geboekte vooruitgang.


* * *

Tijdens de lunch hadden de ministers een ontmoeting met de heer António Guterres, Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR) om van gedachten te wisselen over asielvraagstukken. De ministers dankten de heer Guterres voor de waardevolle bijdragen van het UNHCR aan de ontwikkeling van het asielbeleid van de EU, en voor de operationele bijdrage aan meerdere regionale beschermingsprogramma's.

Daarnaast lichtte de Commissie de ontwikkelingen op het gebied van visumwederkerigheid toe, met het oog op het verslag ter zake dat binnenkort verschijnt. Er werd verwezen naar de Canadese visumvereisten voor Tsjechische burgers.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Eurojust - Activiteitenverslag

De Raad nam kennis van het activiteitenverslag 2008 van het gemeenschappelijk controleorgaan van Eurojust (12214/09). Hij zal dit verslag ter informatie toezenden aan het Europees Parlement.

Het gemeenschappelijk controleorgaan ziet als onafhankelijk orgaan toe op de activiteiten van Eurojust, teneinde te verzekeren dat de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig het Eurojust-besluit gebeurt. Het behandelt ook beroepszaken van natuurlijke personen tegen besluiten van Eurojust betreffende aanvragen voor de uitoefening van het recht op gegevensbescherming. In 2008 is geen dergelijk beroep aangetekend.

Schengeninformatiesysteem

De Raad nam kennis van de door de Commissie verstrekte informatie betreffende bepaalde kwesties met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem II.

Grensoverschrijdende samenwerking met IJsland en Noorwegen

De Raad nam een besluit aan tot goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing van een overeenkomst met IJsland en Noorwegen over de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit.

IJsland en Noorwegen spraken de wens uit betrokken te worden bij de mechanismen voor politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de EU die zijn vastgesteld bij Besluit 2008/615/JBZ en Besluit 2008/616/JBZ.

Sommige bepalingen worden voorlopig toegepast in afwachting van de formele sluiting en de inwerkingtreding van de overeenkomst.

TOEGANG VAN HET PUBLIEK TOT DOCUMENTEN

De Raad heeft de volgende besluiten aangenomen:


1. het antwoord op confirmatief verzoek nr. 18/c/01/09, waarbij de Finse en de Zweedse delegatie tegenstemden (11520/09); en


2. het antwoord op confirmatief verzoek nr. 19/c/01/09 (12790/09).

BENOEMINGEN

Europees Economisch en Sociaal Comité

De Raad heeft een besluit aangenomen houdende benoeming tot lid voor de resterende duur van het mandaat, te weten tot en met 20 september 2010, van:


1. de heer Claude ROLIN, Secrétaire général de la Confédération des Syndicats chrétiens de Belgique (CSC) - Werknemers (Groep II),


2. de heer Fotis AGADAKOS, vice-secretaris voor financiën van de Griekse Algemene Confederatie van Werknemers, en


3. de heer Oliver RÖPKE, Leiter des ÖGB Europabüros in Brüssel - Werknemers (Groep II).