beantwoording vragen van het lid Nicolaï over mogelijke verlenging van
de Nederlandse missie in Afghanistan
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Nicolaï over mogelijke
verlenging van de Nederlandse missie in Afghanistan
Kamerbrief | 29 september 2009 | Afghanistan
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Nicolaï over mogelijke verlenging van de
Nederlandse missie in Afghanistan. Deze vragen werden ingezonden op 25
september 2009 met kenmerk 2009Z17256.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Nicolaï (VVD) over mogelijke verlenging van de
Nederlandse missie in Afghanistan.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel op de BNR website getiteld "Mogelijk
verlenging Afghanistan"? 1
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of u, als u stelt "Wij zeggen niet: laat de rest dan
maar alles doen, wij hebben daar geen pakkie an" daarmee bedoelt te
zeggen dat het voor u vaststaat dat Nederland het zich niet kan
permitteren om na 2010 geen militaire presentie in Afghanistan te
hebben? Kunt u aangeven of dit kabinetsbeleid is? Zo ja, over wat voor
presentie zou het dan gaan; wanneer is het Kabinetsbesluit hiertoe
genomen; en wanneer wilde u de Kamer hierover informeren?
en
Vraag 3
Kunt u aangeven wat u bedoelt met de zinsnede: "De vraag is of wij
alles op anderen kunnen afschuiven"? Bent u werkelijk van mening dat
Nederland niet aan zijn internationale verantwoordelijkheden heeft
voldaan als het conform internationale afspraken en na aanzienlijke
offers gebracht te hebben, eind 2010 de huidige missie beëindigt?
Antwoord op vragen 2 en 3
Nederland staat als betrokken lid van de internationale gemeenschap
bewust in een lange traditie van verantwoordelijkheid nemen en dragen.
Naar vermogen bijdragen aan bestrijding van bedreigingen van onze
vrijheid en ons welzijn, zeker in NAVO- en VN-kader, is niet alleen
moreel en politiek wenselijk, maar ook in ons directe eigen belang.
Zoals in het regeerakkoord ook is aangegeven, zet de regering zich in
voor de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde,
overeenkomstig artikel 97 van de Grondwet. Dit vereist onder meer de
bereidheid een actieve bijdrage te leveren aan vredesoperaties en
ontwikkeling. Zolang de taak, die wij momenteel collectief met alle
NAVO-bondgenoten en veel andere partners uitvoeren in Afghanistan, nog
niet met succes is afgerond, stel ik mij de vraag of wij kunnen zeggen
dat die taak niet `ons pakkie an' is, dit zonder af te doen aan het
bekende regeringsstandpunt inzake beëindiging van de leidende
militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan en de huidige Task Force
Uruzgan. Voor de goede orde bevestig ik hierbij voorts dat ik in al
mijn relevante contacten aandring op grotere inspanningen door
anderen, gezien de substantiële bijdrage van Nederland.
Ik meen dat ik met mijn uitspraken niet vooruitliep op de uitkomst van
de besprekingen die het kabinet nog zal wijden aan de vraag of en, zo
ja op welke wijze, Nederland de geïntegreerde civiel-militaire missie
die ons land thans uitvoert in Afghanistan, met name in Uruzgan, al
dan niet na 2010 moet voortzetten.ª ªAfgelopen maanden is in
gesprekken met internationale partners, waaronder Afghanistan,
Australië, de NAVO, SGVN en UNAMA hoofd Kai Eide, alsmede de VS,
gebleken dat de Nederlandse inzet in Afghanistan bijzonder wordt
gewaardeerd vanwege de professionaliteit en effectiviteit alsmede
vanwege de hoge mate van integratie van civiele en militaire
inspanningen (3D). Bij deze contacten is gebleken dat partners ten
volle respecteren dat Nederland een eigen, vrije afweging zal maken
of, en zo ja hoe, Nederland na 2010 in Afghanistan betrokken zal
blijven. Tegelijk is duidelijk geworden dat onze partners hopen dat
Nederland zijn huidige bijdrage na 2010 zal voortzetten.
Tijdens de ministeriële AVVN-week is dit beeld in verschillende
gesprekken bevestigd. Met name de wijze waarop Nederland zijn
activiteiten op ontwikkelingsgebied heeft vormgegeven, oogst veel
waardering bij bondgenoten. ªªVan m.n. Amerikaanse, Australische en
Afghaanse zijde is nadrukkelijk te kennen gegeven dat men hoopt op een
continuering van de Nederlandse bijdrage op dat vlak, niet alleen via
nationale programma's, maar specifiek ook in de provincie Uruzgan.
1 http://www.bnr.nl/artikel/13247277/mogelijk-verlenging-afghanistan
Verwante dossiers
* Afghanistan
+ Sitemap
+ Uitgebreid zoeken
+ Stuur door
+
Bekijk de volledige versie van MinBuza
Ministerie van Buitenlandse Zaken