09 > Richtlijn inzake laboratoriumtests
Richtlijn inzake laboratoriumtests
EU-voorstel | 22 september 2009
Datum Commissiedocument: 11 augustus 2009
1. Algemene gegevens
Titel voorstel: Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging
van richtlijn 2000/29/EG wat betreft de overdracht van de taken in
verband met laboratoriumtests.
Nr. Commissiedocument: COM(2009) 424
Prelex:
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0424:FI
N:NL:PDF
Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
Niet opgesteld.
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Plantgezondheid ( eerste
vergadering voorzien in oktober 2009). Het voorstel wordt
waarschijnlijk in de Landbouwraad van 14 en 15 december 2009
geagendeerd.
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit
Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie
a) Rechtsbasis: Artikel 37 EG Verdrag
b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement : Gekwalificeerde
meerderheid en co-decisie
c) Comitologie : n.v.t.
2. Samenvatting BNC-fiche
o Korte inhoud voorstel:
Het gaat hier om een voorstel voor aanpassing van één artikelonderdeel
(artikel 2, eerste lid, onderdeel g, punt ii) van de richtlijn
2000/29/EC. Dit artikel schrijft voor dat instanties waaraan officiële
fytosanitaire taken, waaronder laboratoriumtesten, kunnen worden
overgedragen, uitsluitend belast mogen zijn met specifieke taken van
openbaar belang. Dit nieuwe voorstel voorziet erin dat officiële
fytosanitaire laboratoriumanalyses kunnen worden overgedragen aan
instanties die niet uitsluitend specifieke taken van openbaar belang
uitvoeren op voorwaarde dat de overgedragen taken onder het gezag en
toezicht van de verantwoordelijke instanties van de lidstaat blijven
en dat de uitvoering onpartijdig en vrij van belangenconflicten
plaatsvindt.
o De rechtsbasis van het voorstel is artikel 37 van het Verdrag.
Het betreft hier een exclusieve bevoegdheid van de EG. De
subsidiariteit is derhalve niet van toepassing. De
proportionaliteitstoets is positief. Nederland heeft zelf in december
2007 in Brussel deze mogelijkheid voorgesteld en voorgesteld de
regelgeving op dit punt te wijzigen. Het onderhavige voorstel lost het
door Nederland aangekaarte probleem op. Nederland is positief over het
voorstel.
3. Samenvatting voorstel
Het gaat hier om een voorstel voor aanpassing van één artikelonderdeel
(artikel 2, eerste lid, onderdeel g) van de richtlijn 2000/29/EC, de
zogenaamde Fytorichtlijn. Deze richtlijn schrijft de lidstaten voor
wat zij moeten doen om de insleep vanuit derde landen en verspreiding
binnen de Gemeenschap van voor planten schadelijke organismen te
voorkomen (bijv. insecten, schimmels, bacteriën, virussen).
Laboratoriumtesten zijn hier een onderdeel van. Het betreffende
artikelonderdeel schrijft voor dat instanties waaraan door de
nationale fytosanitaire autoriteit (in Nederland de
Plantenziektekundige Dienst) officiële fytosanitaire taken, waaronder
laboratoriumanalyses, kunnen worden overgedragen, uitsluitend belast
mogen zijn met specifieke taken van openbaar belang. Andere
activiteiten mogen deze instanties daarnaast niet ontplooien. In
verscheidene lidstaten voldoen de organisaties waaraan deze officiële
fytosanitaire laboratoriumanalyses worden overgedragen (universiteiten
en onderzoeksinstituten, particuliere laboratoria, keuringsdiensten)
vaak niet aan deze regel.
Dit voorstel voorziet erin dat officiële fytosanitaire
laboratoriumtesten kunnen worden overgedragen aan instanties die niet
uitsluitend specifieke taken van openbaar belang uitvoeren op
voorwaarde dat de overgedragen taken onder het gezag en toezicht van
de verantwoordelijke instanties van de lidstaat blijven en dat de
uitvoering onpartijdig en vrij van belangenconflicten plaatsvindt.
Daarnaast kunnen de laboratoria van de aangewezen instanties andere
laboratoriumtests uitvoeren. Dit is in verschillende lidstaten
inclusief Nederland al staande praktijk.
Wegens het beperkte effect van de voorgestelde wijzigingen heeft de
Commissie geen volledige effectbeoordeling noodzakelijk geacht.
4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en
proportionaliteitsoordeel
a) Bevoegdheid: artikel 37 van het EG Verdrag. Exclusieve
bevoegdheid van de EG.
b) Functionele toets:
- Subsidiariteit: niet van toepassing: er is reeds bestaande
exclusieve regelgeving inzake laboriatoriumtesten.
- Proportionaliteit: positief
- Onderbouwing: Het betreft hier een wijziging van een richtlijn,
dus het voorstel voor een richtlijn is hiervoor het geëigende middel.
Het gaat hier om een wijziging van één artikelonderdeel dat niet
verder gaat dan noodzakelijk en in verhouding staat tot het doel van
de wijziging van de richtlijn. Door deze wijziging is het mogelijk om
officiële en private activiteiten in een laboratorium te combineren:
Inschakeling van dergelijke organisaties bij officiële
laboratoriumanalyses en de mogelijkheid van het ontplooien van andere
activiteiten door deze organisaties is noodzakelijk en efficiënt omdat
het gaat om zeer gespecialiseerde analyses waarvoor zeer verschillende
technische voorzieningen, hoogwaardige kennis en hooggespecialiseerd
en moeilijk te vinden laboratoriumpersoneel vereist zijn en er voor
kennisbehoud en opbouw een zekere kritische massa is vereist.
- Nederlands oordeel:
Nederland is positief over het voorstel. Nederland heeft zelf in
december 2007 in Brussel deze mogelijkheid aangegeven en voorgesteld
de regelgeving op dit punt te wijzigen. Het onderhavige voorstel lost
het door Nederland aangekaarte probleem op. Met de aanname van het
voorstel wordt het mogelijk gemaakt om in laboratoria zowel officiële
fytosanitaire monsters te analyseren als commerciële onderzoeken uit
te voeren zolang als er geen belangenverstrengeling optreedt.
Daarnaast wordt het mogelijk dat private laboratoria een rol behouden
in de officiële fytosanitaire laboratoriumanalyses. Dit sluit aan bij
de bestaande praktijk in Nederland en andere lidstaten.
5. Implicaties financieel
a) Consequenties EU-begroting:
Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de EU-begroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid
en/ of decentrale overheden
Niet relevant. Het betreft legalisering van een reeds bestaande
praktijk.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en
burger:
Zie hierboven
d) Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden:
Zie hierboven
e) Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger:
Zie hierboven
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid:
Geen
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v.
haalbaarheid:
Het betreft een mogelijke (niet verplichte) wijziging in de
uitvoering. Er is geen aanpassing van de nationale regelgeving
vereist. De voorgestelde implementatiedatum van 1 juli 2010 is dan ook
niet problematisch. Bovendien is de voorgestelde verandering feitelijk
al van toepassing in Nederland (gedoogsituatie).
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Geen
7. Implicaties voor uitvoering en handhaving
a) Uitvoerbaarheid:
Het is in verschillende lidstaten ( inclusief Nederland) al staande
praktijk.
b) Handhaafbaarheid:
Geen implicaties. Erkende laboratoria staan al onder toezicht van de
PD (Plantenziektekundige Dienst).
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen
9. Nederlandse positie (belangen en eerste algemene standpunt)
Private laboratoria voerden in Nederland sinds lange tijd officiële
fytosanitaire taken uit. Het betrof monsternemingen,
laboratoriumanalyses en de afgifte van officiële verklaringen. De
Europese Commissie heeft in 2006 laten weten dat dit in strijd is met
Richtlijn 2000/29/EG en heeft Nederland verzocht een einde te maken
aan de onrechtmatige situatie. De betrokkenheid van private
laboratoria bij monsternemingen en afgifte van officiële verklaringen
is inmiddels beëindigd. Private laboratoria voeren momenteel nog wel
officiële laboratoriumanalyses uit in opdracht en onder toezicht van
de Plantenziektekundige Dienst/Keuringsdiensten. Marktwerking bij
fytosanitair onderzoek is sinds 2006 veelvuldig onderwerp van
bespreking geweest in de Tweede Kamer. Daarbij werd ervoor gepleit de
ruimte voor inschakeling van private laboratoria te behouden.
Nederland heeft daarbij aangegeven alleen de mogelijkheid te zien om
ruimte in de regelgeving te creëren voor het uitvoeren van
laboratoriumanalyses (deze kunnen onafhankelijk en onpartijdig wordt
uitgevoerd). Dit probleem is in Brussel aangekaart (zoals aan de
Kamer is toegezegd) en besloten is in afwachting van wijziging van de
regelgeving de huidige situatie te gedogen.
In andere lidstaten worden ook officiële laboratoriumanalyses aan
laboratoria overgedragen die niet aan de eisen van artikel 2.1.g) van
de Fytorichtlijn voldoen. Voor zover bekend worden zaken zoals
monsterneming in andere lidstaten niet overgedragen.
Met de aanname van dit voorstel wordt het mogelijk dat in laboratoria
zowel officiële fytosanitaire laboratoriumanalyses als commerciële
laboratoriumanalyses kunnen worden uitgevoerd zolang er geen
belangenverstrengeling optreedt (Dit kan bijv. door het aanbieden van
gecodeerde monsters door de nationale autoriteit. De herkomst van de
monsters is dan alleen bekend bij die autoriteit). Daarnaast wordt het
mogelijk dat private laboratoria een rol behouden bij de officiële
fytosanitaire laboratoriumanalyses. Het voorstel biedt de wettelijke
ruimte om de in Nederland en andere lidstaten bestaande
praktijksituatie voort te zetten.
Nederland is dus positief over dit voorstel. Voorts ziet Nederland
deze wijziging als een tussenstap naar een horizontale afstemming met
de voorschriften voor veterinaire laboratoria (in lijn met de
Controleverordening 2004/882/EG). Ten einde de onafhankelijkheid en de
kwaliteit te borgen schrijft de Controleverordening helder voor op
basis van welke Europese normen, laboratoria (publiek en privaat)
geaccrediteerd moeten zijn, willen deze laboratoria gemachtigd zijn
officiële controles te mogen uitvoeren. Deze eisen worden in dit
voorstel niet gesteld. In het kader van uniformering en
vereenvoudiging van de regelgeving zou horizontale afstemming tussen
de fytosanitaire en veterinaire voorschriften een logische stap van de
Commissie zijn.
Laatst aangepast: 22 september 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken