09 > Mededeling inzake de productiemethode voor EU-statistieken: een
visie voor de komende tien jaar
Mededeling inzake de productiemethode voor EU-statistieken: een visie voor
de komende tien jaar
EU-voorstel | 22 september 2009
Datum Commissiedocument: 10 augustus 2009
1. Algemene gegevens
Titelvoorstel: de productiemethode voor EU-statistieken; een visie
voor de komende tien jaar.
Nr. Commissiedocument: COM(2009) 404
Pre-lex:
http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=198525
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
niet opgesteld
Behandelingstraject Raad: waarschijnlijk Raadswerkgroep statistiek,
EFC-subgroep statistiek, Ecofin-Raad 10 november 2009
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken
(CBS)
2. Essentie voorstel
In de voorliggende mededeling stelt de Commissie dat Europese
statistieken van steeds groter belang zijn geworden voor de
ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van het EU-beleid. De
Europese statistiek levert zo een essentiële bijdrage aan de opbouw
van de informatiecapaciteit die nodig is voor de instandhouding van de
strategische doelstellingen van de EU, het daaraan ten grondslag
liggende beleid en de ondersteunende instrumenten. Daarnaast geeft de
Commissie aan dat de huidige manier om statistieken te produceren niet
meer volledig is afgestemd op de veranderende omstandigheden. Dit
heeft enerzijds te maken met de noodzaak rekening te houden met nieuwe
statistische behoeften, en anderzijds met de noodzaak de last voor de
respondenten te verminderen en de productiekosten te verlagen. In
grote lijnen wordt een visie aangegeven voor algemene methoden in de
Europese statistiek, met als hoofddoel een efficiëntere
statistiekproductie. De visie dient nog nader uitgewerkt en ingevuld
te worden.
De Commissie noemt diverse acties. Zij geeft aan dat dit acties zijn
van de lidstaten én de Commissie. Daarnaast wordt ingegaan op de
gevolgen van de wijzigingen voor de bedrijfsarchitectuur van het
Europees Statistisch Systeem en wordt uitgebreid aandacht besteed aan
de geïntegreerde productiemethode voor de Europese statistiek als
alternatief voor de huidige methode.
Verder komen beleids- en managementaspecten aan de orde die
voortvloeien uit de uitvoering van deze nieuwe methode, zowel voor de
statistische bureaus van de lidstaten als voor Eurostat. Deze zijn
onder andere:
o Veranderingen in de bedrijfsomgeving van het Europees
Statistisch Systeem (ESS). Het gaat hier in het algemeen om nieuwe
eisen die aan de statistiek gesteld worden, zowel kwantitatief als
kwalitatief;
o Vereenvoudiging en verbetering van de regelgevingsomgeving voor
bedrijven en burgers in de Europese Unie;
o Voor de verzameling van gegevens zoveel mogelijk gebruik maken
van nieuwe ICT-instrumenten;
o Het trekken van steekproeven op EU-niveau;
o Voor specifieke gebieden worden statistieken niet langer los van
elkaar geproduceerd maar als geïntegreerde delen van uitgebreide
productiesystemen (zogeheten datawarehouses);
o Hergebruik van overheidsinformatie; hierbij gaat het om het
gebruik van gegevens die de overheid verzamelt voor tal van niet
statistische doelen;
o Gebruik maken van samenwerkingsnetwerken, het zogeheten ESSnet,
om kennis en resultaten te delen. Het resultaat van deze actie, zoals
gezamenlijke structuren, instrumenten en methoden, wordt voor het
gehele Europees Statistisch Systeem ter beschikking gesteld;
o Het oprichten van een Europese onderzoeks- en
opleidingsfaciliteit voor de statistiek;
o Het opzetten van een netwerk van statistiekcorrespondenten bij
de Commissie.
3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en
regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige
Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en
proportionaliteit en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
Er wordt nu geen nieuwe wet- en regelgeving aangekondigd. Wel noemt de
Commissie diverse acties en maakt melding van het feit dat in de
toekomst de kwaliteit dient te worden gewaarborgd door een combinatie
van een nieuwe generatie statistiekwetgeving en andere instrumenten.
In de toekomst gepresenteerde concrete nieuwe voorstellen voor wet- en
regelgeving zullen, zoals gebruikelijk via de reguliere nationale
trajecten, worden beoordeeld op subsidiariteit, en proportionaliteit.
Daarnaast vormen de kosten, effectiviteit en de efficiency van de
voorstellen een belangrijk onderdeel van het op dat moment te bepalen
Nederlands oordeel.
Bevoegdheidsvaststelling: Gedeelde bevoegdheid op basis van artikel
285 EG-verdrag.
Subsidiariteit en proportionaliteit:
Voor zover een oordeel kan worden gegeven over de subsidiariteit luidt
het oordeel positief. Het doel van de aangekondigde acties om te komen
tot een efficiëntere productie van Europese statistieken alsmede de
vermindering van administratieve lastendruk op EU-niveau kan niet
afdoende door de lidstaten afzonderlijk worden gedaan en kan daarom
beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt. Op basis van de
onderhavige voorstellen kan Nederland nog geen goed oordeel vormen
over de proportionaliteit, maar plaatst wel kritische kanttekeningen
met betrekking tot de uitvoerbaarheid van enkele acties vanwege het
hoge ambitieniveau. Dit geldt voor de steekproeftrekking op EU-niveau,
de haalbaarheid van het gezamenlijk procesmodel en die van het
geïntegreerde model van hergebruik van gegevens.
Financiële gevolgen:
De mededeling bevat geen informatie over de financiële gevolgen van de
voorstellen en de financiering daarvan. De Commissie maakt melding dat
de voorgestelde strategie voorziet in een aanzienlijke financiële
bijdrage op EU-niveau. Er wordt echter niet aangegeven binnen welke
kaders van de EU begroting deze bijdrage wordt gefinancierd. Nederland
zal er bij de Commissie op aandringen een duidelijk overzicht te
verstrekken over de totale financiële implicaties van de mededeling
voor de EU begroting.
Nederland vindt het opvallend dat in de mededeling geen aandacht wordt
besteed aan het communautaire programma tot modernisering van de
Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Besluit Nr. 1297/2008/EG van
het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende een
programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en
handelsstatistiek. Het MEETS programma is bedoeld om onderzoek te
verrichten dat onder andere dient te resulteren in de modernisering
van het statistisch proces, hogere efficiëntie in de
statistiekproductie, betere integratie van begrippen en methoden in de
bedrijfsstatistieken, en anderzijds moet bijdragen aan een
vermindering van de administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven)
(MEETS).
Hierdoor is onduidelijk of de voorgestelde acties gefinancierd worden
uit de bestaande middelen zoals vastgesteld in dit programma of dat er
additionele middelen op de EU begroting moeten worden vrijgemaakt.
Nederland is van mening dat de kosten van de aangekondigde acties
binnen de middelen voor dit programma blijven.
Omdat een financiële onderbouwing ontbreekt, heeft Nederland
onvoldoende informatie beschikbaar om op dit moment een inschatting te
kunnen maken van de financiële implicaties van de uitvoering van de
voorziene acties. De kosten zijn zeer afhankelijk van concrete
voorstellen. Pas wanneer deze worden gepresenteerd, kan een oordeel
worden gegeven over de financiële gevolgen hiervan.
Indien het voorstel budgettaire gevolgen heeft, worden deze ingepast
op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform
de regels m.b.t. budgetdiscipline.
4. Nederlandse positie over de mededeling
Nederland verwelkomt op hoofdlijnen het initiatief van de Commissie en
staat positief tegenover de genoemde doelen om de last voor het
betrokken Europese bedrijfsleven te verminderen en de productiekosten
voor de communautaire statistiek te verlagen. Nederland is voorstander
om te komen tot efficiëntere statistiekproductie op EU-niveau en ziet
de meerwaarde in van een gecoördineerde benadering van de acties op
Europees niveau, waarbij wel rekening dient te worden gehouden met de
onderlinge verschillen tussen de lidstaten en de uitwerking op
nationaal niveau. De aangekondigde maatregelen passen goed in het
Nederlandse en EU beleid om te komen tot een vermindering van de
administratieve lasten. Voor sommige lidstaten zal dit leiden tot een
aanzienlijke reductie van de administratie lasten.
In de Europese Unie zijn Nederland en de Scandinavische lidstaten
koploper voor wat betreft de toepassing van efficiëntere waarnemings-
en productiemethoden; zij passen al in belangrijke mate de
voorgestelde maatregelen van de Commissie in de praktijk toe. Omdat de
huidige gegevensverzameling en -verwerking in Nederland al zeer
efficiënt is ingericht, zal dit voor Nederland op de korte termijn
naar alle waarschijnlijkheid tot een beperkte reductie in de
administratieve lasten leiden. Op de langere termijn valt niet uit te
sluiten dat door maximaal gebruik te maken van IT-technologie en
methodologische innovatie een verdere vermindering van de
administratieve lastendruk zou kunnen plaatsvinden. Nederland zal
hierbij verder inzetten op de toepassing van eXtensible Business
Reporting Language (XBRL (eXtensible Business Reporting Language) is
een open standaardtaal voor het samenstellen en elektronisch
uitwisselen van business rapportages en gegevens via het internet)
(XBRL) en internettoepassingen. Het gebruik van XBRL biedt veel
voordelen, zoals kostenbesparing, kwaliteitsverhoging van gegevens en
eenvoudiger elektronisch uitwisselen van gegevens. Als voorbeeld kan
in dit kader het Nederlandse Taxonomie Project (De Nederlandse
taxonomie is gezamenlijk ontwikkeld door overheid en bedrijfsleven op
initiatief van de ministeries van Justitie en Financiën om te komen
tot administratieve lastenverlichting voor ondernemers. Het CBS
participeert in dit project samen met de Belastingdienst en de Kamers
van Koophandel) genoemd worden.
Nederland steunt de Commissie in de voorgenomen acties met betrekking
tot gebruikmaking van administratieve bronnen, bestaande registraties
en door enquêtegegevens te koppelen aan administratieve gegevens. Deze
maatregelen maken al deel uit van Nederlands vigerend beleid om de
administratieve lastendruk van het bedrijfsleven te verminderen.
Nederland ziet toegevoegde waarde in het voorstel om de beschikbare
kennis en knowhow binnen het Europees Statistisch Systeem uit te
wisselen en een Europese onderzoeks- en opleidingsfaciliteit voor de
statistiek op te richten. Nederland acht Europees optreden in de
uitwisseling van best practises en kennis een belangrijk element in
het realiseren van de visie. Nederland (CBS) kan hieraan een
essentiële bijdrage leveren gezien het feit dat Nederland al begonnen
is met de visie van de Commissie op nationaal niveau te implementeren.
Daarnaast wordt in Europees verband al samengewerkt met andere
nationale statistische bureaus.
Nederland staat welwillend tegenover de doelstelling om bij de
Commissie een netwerk van statistiekcorrespondenten op te zetten.
Nederland kan de door de Commissie gegeven motivatie onderschrijven.
Echter, Nederland is van mening dat de hiervoor benodigde middelen
gevonden dienen te worden binnen de EU-begroting.
Nederland kan zich vinden in de Europese aanpak van de statistiek,
voor zover de maatregelen volledig passen binnen het kader van artikel
16 van de huidige Verordening betreffende de Europese statistiek
(Verordening (EG) Nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad
van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot
intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de
toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende
gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese
Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de
communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad
tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese
Gemeenschappen). Met betrekking tot het onderdeel steekproeftrekking
op EU-niveau, plaatst Nederland echter kanttekeningen, omdat het op
basis van de op dit moment beschikbare informatie niet duidelijk is
wat de Commissie hiermee beoogt. De gevolgen voor overheden,
bedrijfsleven en de nationale statistiekproductie voor de lidstaten
zijn op dit moment niet te beoordelen. De invulling die de Commissie
hieraan zal geven zal door Nederland kritisch worden beschouwd.
Daarnaast twijfelt Nederland aan de haalbaarheid van de voorgestelde
plannen met betrekking tot het gezamenlijk procesmodel - uniformering
van processen en methoden - op Europees niveau. Voor Nederland is het
van essentieel belang dat bij de verdere uitwerking en de
implementatie rekening dient te worden gehouden met de omstandigheden
(zoals verschillen in de administratieve structuur) en werkwijze in de
lidstaten. Verder acht Nederland de uniformering van processen op
Europees niveau voor de korte en middellange termijn niet realistisch,
vanwege de verschillende werkwijzen door verschillen in het gebruik
van registerdata. Nederland zal er bij de Commissie op aandringen haar
ambitieniveau op het gemeenschappelijk procesmodel realistisch te
bezien.
Verder plaatst Nederland vraagtekens bij de haalbaarheid van het
voorgestelde geïntegreerde model met betrekking tot de uniformering
van het hergebruik van gegevens op EU-niveau. De gegevens verschillen
per registratie omdat het primaire doel waarvoor de gegevens worden
verzameld bepalend is voor de inhoud en definitie van de informatie.
De verschillen tussen de voorschriften en praktijken in de lidstaten
zijn aanzienlijk. Bovendien valt dit onder de verantwoordelijkheid van
de lidstaten. Het Europees optreden zou zich dienen te beperken tot
coördinatie.
Laatst aangepast: 22 september 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken