Uitkomsten evaluatie Visserij Innovatieplatform
28 september 2009 - kamerstuk
Kamerbrief met als bijlage een evaluatie van het Visserij
Innovatieplatform (VIP) dat in november 2006 is geïnstalleerd. De
minister heeft de voorzitter gevraagd werkzaamheden met één jaar te
verlengen.
Geachte Voorzitter,
In november 2006 installeerde mijn voorganger, het Visserij Innovatieplatform
(VIP) voor een periode van 3 jaar. Het VIP kreeg als opdracht mee sturing te
geven aan de totstandkoming van een innovatieklimaat waarbinnen de
Noordzeevisserij zich duurzaam kan ontwikkelen.
Eind 2008 aanvaardde de Kamer een motie waarin de regering werd verzocht een
evaluatie uit te voeren naar het functioneren van het VIP, en met een voorstel te
komen hoe het VIP, of de taken van het VIP, in de toekomst een plaats kunnen
krijgen (31 100 XIV, nr. 41). Met deze brief geef ik uitvoering aan het in de motie
neergelegde verzoek. De evaluatie is als bijlage bijgevoegd.
Doel en werkwijze VIP
De Task Force Duurzame Noordzeevisserij adviseerde mij in 2006 een Visserij
Innovatieplatform in te stellen. Het VIP diende te stimuleren dat visserijondernemers
die, met oog voor economische, ecologische en maatschappelijke
aspecten, willen innoveren, daarvoor mogelijkheden krijgen. Het VIP diende in het
verlengde daarvan steun te verlenen aan visserijondernemers die bereid zijn te
investeren in meer duurzame en renderende visserijmethoden en dat bij voorkeur
doen in samenwerking met collega's, overige partijen in de visketen en met maatschappelijke
organisaties. De leden van het VIP zijn afkomstig uit de visserijsector,
de wetenschap, maatschappelijke organisaties en de overheid. De heer
Bierens, niet vanuit de visserij afkomstig, werd benoemd als voorzitter.
Het VIP heeft zijn opdracht ingevuld door:
- het identificeren van toekomstige kansrijke ontwikkelingen in de
Noordzeevisserij en deze via bijeenkomsten, workshops, onderzoeken,
publicaties uit te dragen;
- mij, als de minster van LNV, te adviseren wie of welke innovatie- of samenwerkingsprojecten
voor financiële ondersteuning in aanmerking komen.
In de bijgevoegde evaluatie, uitgevoerd door een extern onderzoeksbureau, is
onderzocht hoe het VIP deze taken heeft uitgevoerd en wat de bijdrage van het
VIP is geweest aan het innovatieklimaat in de Noordzeevisserij.
De drie hoofdconclusies uit de evaluatie luiden:
1. Het VIP heeft een positieve impact gehad op de innovatiecultuur
binnen de kottervisserij
Visserijondernemers en de kottersector zijn zich meer bewust van hun
verantwoordelijkheden. Er is sprake van een toegenomen bewustzijn en
urgentiebesef over de noodzaak van veranderingen. Door alle partijen wordt
de bijdrage van het VIP aan de veranderde houding van vissers (h)erkend.
Vissers nemen meer initiatief, zoeken zelf naar oplossingen en tonen meer
ondernemerschap.
2. Doorbraak laat op zich wachten
De huidige marktsituatie en de financieel-economische positie van veel
visserij-ondernemingen werken belemmerend voor het innovatieklimaat.
Ondanks het toegenomen bewustzijn en urgentiebesef kan nog niet worden
gesproken van een daadwerkelijke doorbraak. Een start is gemaakt met meer
kleinschalige innovaties die stapsgewijze verbeteringen brengen, maar van een
zichtbaar 'zwaan-kleef-aan' effect is nog geen sprake. Een meerderheid van de
vissers neemt nog een afwachtende houding aan.
3. Oplossingen zoeken in de keten
Het VIP heeft slechts een beperkt aantal voorstellen ontvangen, gericht op
product- en marktinnovatie. Wat betreft keteninnovatie moet nog een
belangrijke stap worden gezet. Door de verschillen in marktoriëntatie en
belangen van ketenpartijen (aanvoer, visafslagen, handel, visverwerking) en
de onderlinge beeldvorming is dit niet eenvoudig. De huidige tenderregelingen
zijn onvoldoende toegesneden op het tot stand brengen van keteninnovaties.
Het VIP dient meer aandacht te besteden aan innovatieve marketingconcepten.
Reactie
Ik deel de conclusies uit de evaluatie. Er is veel beweging in de Nederlandse
visserij. Innovatieve vissers experimenteren met andere vistechnieken, zoeken
naar nieuwe manieren van verwerking en afzet van vis en zetten in op certificering
van hun visserijen. Samen met hun collega-ondernemers organiseren ze zich
in kenniskringen en zoeken samenwerking met andere partijen in de visketen en
met maatschappelijke organisaties. Het in de huidige kabinetsperiode ingezette
beleid van vernieuwing en verduurzaming in de visserij laat daarmee de gewenste
resultaten zien.
Zo zijn de afgelopen 2 jaar ruim 50 innovatie- en samenwerkingsprojecten
gestart. In de publicatie VIP-30, die de Kamer deze zomer is toegezonden, zijn de
eerste 30 ondernemers en hun projecten geportretteerd. De in totaal 50 projecten
werden door het VIP geselecteerd uit de ruim 150 voorstellen die door de
Nederlandse visserijondernemers werden ingediend in reactie op de openstelling
van subsidieregelingen "Innovatie in de visketen" en "Collectieve Acties in de
visketen".
Een ander voorbeeld dat ondernemers in de visserij werken aan vernieuwing en
verduurzaming, is het succes van de kenniskringen in de visserij. Het initiatief
voor de instelling van kenniskringen in de visserij heb ik in 2008 genomen.
Kenniskringen zijn (studie-)groepen van vissers die gezamenlijk oplossingen
zoeken voor de problemen die ze tegenkomen in hun zoektocht naar meer
duurzame en kostenbesparende vistechnieken, of naar nieuwe vormen van
samenwerking in de visketen. De Kenniskringen worden ondersteund door de
WUR-kennisinstituten. Inmiddels zijn er 13 actieve kenniskringen.
Een derde voorbeeld is de grote belangstelling die bestaat voor certificering. Zoals
de Kamer vorig jaar verzocht, heb ik 1 september jl. de subsidieregeling 'Certificering
in de visketen' opengesteld. De afhandeling van de aanvragen is nog gaande,
maar meer dan 20 groepen van ondernemers zijn voornemens hun visserij te
certificeren. Voor mij een duidelijke aanwijzing dat vissers verantwoordelijkheid
nemen en werken aan hun 'license to produce'.
Ondanks de genoemde voorbeelden en de bijdrage die het VIP heeft gehad aan
het toegenomen bewustzijn en urgentiebesef in de visserij, deel ik het gestelde in
conclusie 2 en 3. Er kan nog niet gesproken worden van een daadwerkelijke doorbraak
voor de Nederlandse visserij als geheel. Er is door een grote groep koplopers
een start gemaakt met vele, meer kleinschalige innovaties die belangrijke,
stapsgewijze verbeteringen brengen, maar is er voor de sector als geheel nog een
weg te gaan. Dat geldt ook voor de veranderingen en vormen van samenwerking
die in de visketen nodig zijn. Er zijn keteninnovaties nodig om de visketen minder
'aanbodgestuurd' en meer 'vraaggestuurd' te maken. Innovaties om de samenwerking
tussen vissers, afslagen, handelaren, verwerkers én winkeliers te
bevorderen om te komen tot product- en marktinnovatie, tot nieuwe marketingconcepten
en een adequate voorziening van duurzame vis aan de consument.
Alleen met dergelijke veranderingen en doorbraken kan de Nederlandse visserijsector
de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Zonder verbeteringen aan de
marktzijde, zal het voor de sector uiterst lastig zijn om noodzakelijke verbeteringen
ten aanzien van de ecologische impact van de visserij, om te zetten in een
toekomstige economisch rendabele bedrijfsvoering.
Vervolg
De uitkomsten van de evaluatie laten zien dat het werk van het VIP nog niet af is
en ook dat de werkwijze van het VIP nog effecten ressorteert. Het VIP-mandaat
loopt echter tot november 2009. Het is de kracht van een tijdelijke ingestelde
organisatie om beweging los te maken en veranderingen aan te jagen. Een keuze
voor een nieuw 3-jarig mandaat, draagt naar mijn mening het gevaar in zich dat
aan deze kracht wordt ingeboet.
Om deze redenen heb ik de voorzitter van het VIP gevraagd de werkzaamheden
van het VIP met één jaar te verlengen. De voorzitter heeft hier inmiddels, namens
de leden, mee ingestemd.
Ik heb hem gevraagd een werkprogramma voor 2010 op te stellen. Dit herijkte
werkprogramma 2010 zal zich op hoofdlijn toespitsen op twee vragen:
1. Hoe kunnen de VIP-activiteiten en de bereikte resultaten zoveel mogelijk
worden geborgd in bestaande of te vernieuwen structuren in de visserij.
2. Hoe kan, gegeven de verschillen van belangen van partijen in de visketen,
een impuls gegeven worden aan keteninnovatie, aan noodzakelijke
veranderingen in de visketen zoals versterkte vraagsturing en de ontwikkeling
van vernieuwende handels- en marketingconcepten.
De genoemde kenniskringen, de kennisinstituten die actief zijn in de vele
innovatie- en samenwerkingsprojecten, de Klankbordgroep van vissers die het VIP
adviseert, samenwerkingsverbanden van vissers met het oog op certificering, zijn
voorbeelden van deze bestaande structuren. Dit geldt ook voor het Productschap
Vis, het Visbureau en de private visserijorganisaties. Daarnaast is ook de samenwerking
zoals die in het Maatschappelijk Convenant plaatsvindt hiervan een
belangrijk voorbeeld. Voor mij is in het transitieproces van vernieuwing en
verduurzaming wezenlijk dat gewerkt wordt aan het versterken van het vertrouwen
tussen vissers onderling, in de keten en in de relaties met het maatschappelijke
veld. De partners in het Maatschappelijk Convenant spelen daarbij
nu en in de toekomst een belangrijke rol.
Genoemde structuren bieden kansen om ook in de toekomst het aanjagen van
innovatie te borgen. Het is aan het VIP om hiervoor in het programma 2010 een
'roadmap' te schetsen.
De focus van activiteiten van het VIP voor 2010, neemt niet weg dat het VIP in
het laatste jaar de transitie van de vloot naar een meer renderende en duurzame
visserij blijft ondersteunen en dat het ook zijn adviesrol in de selectie van
innovatie- en samenwerkingprojecten zal voortzetten.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit