Aanpak en strategie van de Europese Cie voor duurzame ontwikkeling van de
kweek van vis
28 september 2009 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister ingaat op de slechte economische
situatie, op de mogelijkheden om Europese subsidie te krijgen voor
innovatie en investeringen van viskweek en op duurzame aquacultuur.
Datum 28 september 2009
Betreft Aanpak en strategie van de Europese Cie voor een duurzame ontwikkeling
van de kweek van vis
Geachte Voorzitter,
In het Algemeen Overleg op 30 september a.s. spreek ik u over de aquacultuur in
Nederland. We hebben in de afgelopen periode vaker over de aquacultuur
gesproken. In juni heeft de Europese Raad van Landbouw- en Visserijministers
unaniem ingestemd met de aanpak en strategie van de Europese Commissie voor
een duurzame ontwikkeling van de aquacultuur. Ik heb de aanpak en strategie
van de Commissie van harte ondersteund, omdat ik belang hecht aan verdere
duurzame ontwikkeling van deze sector. Aquacultuur kan voorzien in de groeiende
wereldvraag naar vis-, schaal- en schelpdierproducten, en daarmee een bijdrage
leveren aan een vermindering van de druk op bestanden in het wild.
De Commissie heeft aangekondigd haar strategie voor het einde van dit jaar om
te zetten in een concreet actieprogramma.
In het vervolg van deze brief ga ik verder in op de economische situatie in de
viskweeksector en de toekomstperspectieven. Voorts ga ik in op welzijn van
kweekvis en consumenteninformatie.
Situatie in de viskweek
De groei van de Europese viskweek stagneert, en in ons land is zelfs sprake van
een teruggang. Wereldwijd laat de moderne aquacultuur, vooral vanwege de
spectaculaire groei in Azië en Zuid-Amerika, een gemiddelde jaarlijkse groei van 6
tot 8 % zien. De mondiale productie bedroeg in 2006 bijna 52 miljoen ton. In
2006 was kweek, inclusief schaal- en schelpdieren in de EU-27 goed voor ca. 1,3
miljoen ton.
Nederland telde in 2007 ongeveer 120 viskweekbedrijven. In 2009 waren dit er
nog maar een kleine 60. Ook de productie is teruggelopen. Van 12.000 ton in
2007 naar 9.000 ton nu. Deze teruggang is voor een belangrijk deel te wijten aan
de economische crisis, waardoor de prijzen van vis onder druk staan. De banken
zijn door de crisis ook terughoudend met het verstrekken van krediet.
Omdat de Nederlandse kweekvissector werkt met duurzame en milieuvriendelijke
gesloten systemen, leidt dit tot hogere productiekosten ten opzichte van "open
teelten" die elders worden gebruikt. Daarnaast spelen hogere kosten voor arbeid
en onbekendheid van het product bij de consument een rol bij de teruggang.
Toekomst van de viskweek
De Europese Commissie wil er met haar strategie voor zorgen dat de EU een
voorname speler blijft in de strategisch belangrijke viskweek. Er is echter ook
maatschappelijke zorg over de duurzaamheid van viskweek, vooral met
betrekking tot de milieuproblematiek. Dit speelt met name bij de kweek van vis in
open systemen in de kustzone. In toenemende mate worden er beperkingen aan
deze vorm van viskweek opgelegd.
De Nederlandse viskweek heeft op dit punt een voorsprong. Nederland loopt
voorop als het gaat om kweek in gesloten systemen op land. Er liggen dus kansen
voor de sector waar het gaat om innovaties op het terrein van milieuvriendelijke
viskweek in recirculatiesystemen. Ook het exporteren van technologie en
aanwezige kennis biedt mogelijkheden.
Omdat het bij de sector ontbreekt aan risicodragend kapitaal maak ik sinds enige
tijd gebruik van de mogelijkheden die het Europese Visserijfonds (EVF) biedt om
de sector te ondersteunen. Ik wend deze financiële middelen aan volgens twee
sporen: 1) het stimuleren van innovaties en kennisontwikkeling, en 2) gerichte
investeringssteun voor bestaande of nieuwe bedrijven.
Een voorbeeld van een innovatie is het project Zeeuwse Tong. Hier wordt gewerkt
aan eco-efficiënte technologie in de vorm van een gemengd bedrijfsconcept waar
de kweek van vis, schelpdieren, algen en zilte gewassen geïntegreerd wordt. Dit
maakt het gebruik van vismeel en visolie als ingrediënt voor visvoer overbodig.
Tevens is de milieubelasting minimaal. De kennis die het project oplevert, wordt
overgedragen aan ondernemers. Kennis wordt ook omgezet in voorstellen voor
aansprekende consumentenproducten en diensten. Doel is verankering van kennis
in de ontwikkeling van een nieuwe economisch competitieve sector. In het project
werken overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen nauw samen. Dit
bewerkstelligt dat ook andere vormen van aquacultuur in Zeeland en de rest van
Nederland zich beter en sneller kunnen ontwikkelen. Als voorbeeld noem ik de
kweek van schelpdieren op land.
Ook stimuleer ik de Nederlandse viskweek met gerichte investeringssteun. Het
gaat daarbij om investeringen voor nieuwbouw of modernisatie van bedrijven,
waarbij het accent ligt op milieuvriendelijke productiesystemen en diversificatie
van gekweekte soorten met goede afzetvooruitzichten.
Welzijn
Op het terrein van welzijn heeft de Europese Commissie aangekondigd de
komende twee jaar het welzijn van vis in de viskweek te zullen gaan evalueren.
Dit kan leiden tot wetgeving en andere maatregelen. Vooruitlopend op de
evaluatie van de Commissie, financier ik onder meer onderzoek op het terrein van
welzijnsvriendelijke dodingsmethoden voor paling en meerval. Ik heb in mijn
rapportage over de nota Dierenwelzijn aangegeven hoe ver het onderzoek naar
een diervriendelijkere methode is gevorderd.
Voor een apparaat ten behoeve van het doden van meerval zijn de
ontwikkelingeisen inmiddels gereed en staat een praktijktest op het punt van
beginnen. Van een dodingsapparaat voor paling zullen de ontwerpeisen dit jaar
gereed komen. Volgend jaar gaat de praktijktest van start.
Consumenteninformatie
De Europese viskweeksector moet in staat zijn te voldoen aan de vraag van de
consument en zich aan kunnen passen aan de veranderende eisen van de markt.
Zo moet de consument kunnen zien of een visproduct bevroren is geweest. Ik heb
uw Kamer toegezegd dat ik na zal gaan wat wij op het punt van regelgeving en
handhaving kunnen leren van de handelsnormen inzake pluimveevlees, in relatie
tot ontdooide vis.
De normen voor pluimveevlees hebben een dubbel doel. Enerzijds te voorkomen
dat pluimveevlees in de handel komt, dat niet voldoet aan de gestelde
kwaliteitseisen. Aan de andere kant moeten deze regels de consument
toereikende, ondubbelzinnige en objectieve informatie verschaffen over te koop
aangeboden pluimveeproducten. Voor zover normen betrekking hebben op het
invriezen en ontdooien van pluimveeproducten, is een vergelijking met
visserijproducten slechts van beperkte waarde omdat de voorschriften specifiek
zijn toegesneden op de eigenschappen van pluimveevlees.
Op het terrein van consumenteninformatie zouden zij als voorbeeld kunnen dienen
voor visserijproducten. Op grond van de handelsnormen dient op de verpakking of
het etiket van pluimveevlees te worden vermeld in welke staat het product in de
handel gebracht wordt: vers, bevroren of diepgevroren. Een vergelijkbare
bepaling zou opgenomen kunnen worden in de Europese handelsnormen voor
visserijproducten. Op dit moment loopt echter in Brussel de discussie over een
nieuwe controleverordening voor de visserij. In het voorstel van de Europese
Commissie is opgenomen dat op alle partijen vis voor menselijke consumptie,
vermeld dient te worden of het product bevroren is geweest of niet. Ik verwacht
dat dit vanaf 2011 in werking zal treden. Dit maakt het opnemen van een
vergelijkbaar voorschrift in de handelsnormen voor visserijproducten overbodig.
Tot slot
Afhankelijk van het actieprogramma van de Europese Commissie zal ik bezien of
het nodig is mijn beleid voor de viskweek bij te stellen. Ik zal ook binnenkort
overleg voeren met de provincies om te kijken welke mogelijkheden er liggen om
regionale ontwikkelingen beter op elkaar af te stemmen, en over de wijze waarop
LNV de verdere duurzame ontwikkeling van de aquacultuur kan faciliteren.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit