Ministerie van Economische Zaken

Antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de garantieregeling ondernemingsfinanciering.

28 september 2009 | kamerstuk

Op 31 augustus jl. ontving ik schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de garantieregeling ondernemingsfinanciering.

Betreft Antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de garantieregeling ondernemingsfinanciering.

OI/O / 9164164
Op 31 augustus jl. ontving ik schriftelijke vragen van het lid Gesthuizen (SP) over de garantieregeling ondernemingsfinanciering.
Bijgaand stuur ik u de antwoorden op deze vragen.

1
Bent u het eens met de strekking van het artikel "Lenen met garantie is te ingewikkeld"1, namelijk dat een reden voor het feit dat in beperkte mate, ten bedrage van 130 miljoen van de beschikbare 1,5 miljard, van de garantieregeling wordt gebruik gemaakt is, dat de garantieregeling ondernemingsfinanciering te ingewikkeld is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ik ben het niet eens met de strekking van dit artikel. De garantieregeling sluit aan bij de interne procedures en documentenstroom van de banken, waardoor de banken weinig extra's hoeven te doen om de garantieregeling te gebruiken. Ook uit recente periodieke overleggen die ik met banken heb gevoerd blijkt dat de regeling voor hen niet te ingewikkeld is. Bovendien moet er in ogenschouw worden genomen dat de regeling relatief nieuw is en er dus een aanlooptijd nodig is voor benutting ervan. Ik ben het er wel mee eens dat een betere voorlichting door de banken naar hun medewerkers en door financieel adviseurs van bedrijven naar hun klanten tot een beter gebruik van de garantieregeling zullen leiden, hetgeen banken ook bevestigen. Ik ben daarom voornemens om samen met banken en bedrijfsadviseurs deze voorlichting te intensiveren.
2
Welke andere redenen zouden er kunnen dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van de regeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord bij vraag 1.


3
Deelt u de mening dat het geven van een staatsgarantie op de helft van een lening die een bank verstrekt, er niet voor zorgt dat een bank een steviger balans (bijvoorbeeld een betere tier-1 ratio) krijgt door het verstrekken van een dergelijk krediet, in vergelijking met het niet verstrekken van het krediet? Daarnaast: deelt u de mening dat banken, gezien het feit dat zij met name bezig zijn om hun balanspositie (bijvoorbeeld de tier-1 ratio) te versterken, ook hierom terughoudend zijn met het verstrekken van dergelijke kredieten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Wanneer een bank risico's aan gaat, bijvoorbeeld door het verstrekken van een krediet, moet de bank hiervoor kapitaal aanhouden. Het aangaan van meer risico's, zelfs onder gedeeltelijke garantie, kan ceteris paribus nooit leiden tot een betere kapitaalratio.
Uit een kwartaalenquête die DNB houdt onder Nederlandse banken (de Bank Lending Survey) blijkt dat banken de afgelopen periode hun acceptatiecriteria voor kredieten hebben aangescherpt. Deze aanscherping is deels een regulier verschijnsel tijdens de economische neergang. De risico's voor specifieke sectoren en individuele bedrijven nemen toe als de economie verslechtert. Op dit moment speelt bovendien dat door de financiële crisis balansen van banken onder druk zijn komen te staan, wat verder bijdraagt aan het aanscherpen van de criteria. Uit de enquête blijkt dan ook dat een aantal banken de gestegen vermogenkosten en balansrestricties eveneens als verklaring noemt voor het aanscherpen van de acceptatiecriteria.
Met de aangescherpte criteria toetsen banken de aanvragen dus kritischer, maar zij verstrekken nog steeds nieuwe kredieten. De garantieregelingen dragen eraan bij dat banken met de balansruimte die ze hebben meer kredieten kunnen verstrekken. Per lening die bijvoorbeeld onder de GO wordt verstrekt hoeven ze immers minder kapitaal aan te houden dan wanneer deze lening niet onder de GO zou worden verstrekt.

4
Welk doel - in termen van percentage van uitputting van het budget - streeft u na met de garantieregeling?
Antwoord
Zie mijn antwoord bij vraag 5.

5
Wat bent u bereid te doen om ervoor te zorgen dat u de in antwoord op vraag 4 genoemde doelstelling haalt?
Antwoord
Ik stel geen kwantitatieve doelen ten aanzien van de benutting. De regeling is bedoeld als een vangnet voor in de kern gezonde bedrijven die anders van de bank geen lening zouden krijgen. Als banken zonder garanties leningen verstrekken is dat des te beter.
Het Kabinet ziet het risico dat zodra het herstel inzet, bedrijven onvoldoende middelen hebben waarmee herstel gefinancierd kan worden, terwijl tijdens een economische opleving de financieringsbehoefte van bedrijven naar verwachting toeneemt. Investeringen kunnen dan uitblijven met als gevolg dat het economisch herstel onnodig vertraagd wordt. Deze ontwikkeling heeft het kabinet aanleiding gegeven tot een aantal aanpassingen binnen het bestaande financieringsinstrumentarium. Ik verwijs u hierbij naar mijn brief in reactie op de motie van Ten Hoopen waar in detail wordt ingegaan op genoemde ontwikkelingen en aanpassing van het instrumentarium.

(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken