SGP
26 - 09 - 09 | Balkenende moet eerst zijn karwei af maken
Balkenende moet eerst zijn karwei af maken
---
Eventjes zag het er tijdens de algemene politieke beschouwingen naar
uit dat het kabinet-Balkenende zou worden onthoofd. Er doken geruchten
op dat de premier de wijk zou nemen naar Europa. Er was een compleet
draaiboek: Balkenende naar Brussel, Verhagen verhuist van
Buitenlandse Zaken naar âhet torentjeâ en Eurlings van Verkeer en
Waterstaat gaat resideren op Buitenlandse Zaken. Maar de premier deed
de praatjes af als âflauwekulâ.
Het is niet voor het eerst dat er geruchten gaan over een Nederlandse
premier die getipt wordt voor een hoge Europese post. Kok,
Balkenendeâs voorganger, overkwam hetzelfde, evenals diens voorganger
Lubbers. Zij maakten korte metten met alle speculaties: Kok zei âeen
contract te hebben met de kiezersâ. Lubbers sprak woorden van gelijke
strekking.
De vraag rijst nu of een minister-president er tussentijds tussenuit
màg knijpen. Staatsrechtdeskundigen komen er niet helemaal uit. Naar
de letter geredeneerd kun je zeggen: nergens staat dat het niet mag,
dus mag het. Maar zo eenvoudig is het niet. Het staatsrecht bestaat
namelijk niet alleen uit op schrift gestelde regels, maar voor een
minstens zo belangrijk deel uit het ongeschreven recht. Als we het
verleden op dit punt bekijken, valt op dat het slechts hoogst zelden
voorkomt dat een minister nog tijdens z'n ambtsperiode opstapt om
elders te gaan werken. Let wel, het gaat hier om âgewoneâ ministers.
Van de ruim 500 die we er sinds 1848 hadden, veranderden een kleine
twintig tijdens de rit van 'baan'. Dat is 4 procent. Uit deze lage
score laat zich al afleiden dat er een soort norm is die voorschrijft
dat je de rit uitzit - afgezien natuurlijk van politieke averij en
ziekte. Bij enkele âvaandelvluchtersâ kan een aantal âverzachtende
omstandighedenâ worden aangevoerd. Ongeveer de helft ging weg toen het
kabinet waarin ze zaten op zijn laatste benen liep. Met andere
woorden: ze verlieten het schip in het zicht van de haven, toen het
kabinet al feitelijk en/of formeel demissionair was. In deze
gevallen vindt iedereen een vroegtijdig afscheid acceptabel en wordt
er voor de resterende tijd ook geen nieuwe opvolger benoemd. Logisch.
Wat bij de beoordeling van de (on)betamelijkheid van een tussentijds
vertrek van een minister mee weegt, is het antwoord op de vraag hoe
lang iemand het land al heeft gediend. In de praktijk blijkt een
minister die elders aan de slag gaat op compassie te kunnen rekenen
als hij er al een aardig tijdje als bewindsman op heeft zitten. Om
die reden was er niemand die moeite had met de benoeming in 1993 van
minister Van den Broek tot Eurocommissaris. Weliswaar had Van den
Broek nog ruim anderhalf jaar te gaan, maar hij had al elf jaren als
minister gediend. Hetzelfde gold voor Sicco Mansholt, die Den
Haag in 1958 inruilde voor Brussel, maar er toen al dertien jaar op
had zitten als Landbouwminister. Dat de aard van de nieuwe âbaanâ ook
gewicht in de schaal legt, bleek toen de nog maar kort op het
ministerspluche zittende De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken in
2003 de hoogste NAVO-baas werd. Niemand maakte er een punt van.
Tot zover de norm voor ânormaleâ ministers. Nu de minister-president,
de âmpâ zoals hij op het Binnenhof wordt genoemd. Met Balkenendeâs
vertrek stapt niet zomaar een minister op, maar de baas boven baas, en
dat terwijl het schip van staat in buitengewoon zwaar weer is beland.
De kapitein gaat altijd als laatste van boord, zeker bij storm. En als
de mp ons de afgelopen maanden iets heeft duidelijk gemaakt, is het
wel dat het vanwege economische vooruitzichten alle hens aan dek is.
Feit is dat het soortelijk gewicht van de minister-president de
laatste jaren aanzienlijk is toegenomen. Balkenende is niet zomaar een
minister, hij is om zo te zeggen de eerste de beste, het
beeldbepalende gezicht en de naamgever van het kabinet, die in goede
en slechte tijden namens de regering âhet volkâ toespreekt.
Ook formeel staat de premier er iets anders in dan de overige
bewindslieden. Balkenende werd door de koningin in 2007
hoogstpersoonlijk aangesteld als formateur. Hij heeft daarna alle
ministers en staatssecretarissen aangezocht en âgekeurdâ, hÃj heeft
voor het optreden en het programma van âzijnâ ploeg verantwoording
afgelegd in de volksvertegenwoordiging en hij voert nog steeds iedere
maandagmiddag het overleg met het staatshoofd. Tegen die achtergrond
is de vraag helemaal zo gek nog niet of zoân move niet moet leiden
tot nieuwe verkiezingen.
Eén keer eerder is het vertoond dat een eerste minister zijn steek
aan de wilgen hing. Dat was in 1866, toen minister Meijer na vier
maanden als gouverneur-generaal naar Nederlands-Indië vertrok.
Meijer was de architect van het kabinet (âde personificatie van de
richting en de politiek van het kabinetâ) en juist dat werd hem het
meest aangewreven. Vier dagen lang debatteerde de Kamer. De zeeën
gingen hoog. âGeen woorden voorâ zei de een, âonwaardigâ hekelde een
ander. âNiet constitutioneelâ, oordeelde een derde. Het scherpst was
de antirevolutionair Keuchenius: âeen lokaas voor politieke
immoraliteitâ.
Moraal van dit verhaal: laat Balkenende zijn karwei af maken.
Bas van der Vlies is voorzitter SGP-fractie Tweede Kamer en Menno de
Bruyne is voorlichter SGP-fractie