Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede kamer over voortgang C2000
Met deze brief informeert de minister de Tweede Kamer over de
instelling van de expertgroep C2000. Deze expertgroep zal adviseren
over de te nemen maatregelen gericht op het beter doen functioneren
van C2000.
Op 7 september 2009 informeerde ik de Kamer over mijn voornemen een
expertgroep C2000 in te stellen. Deze expertgroep zal mij adviseren
over de te nemen maatregelen gericht op het beter doen functioneren
van C2000. Ik kan u in dit voortgangsbericht melden dat deze
expertgroep inmiddels is ingesteld. Voor de samenstelling en de
opdracht van de expertgroep verwijs ik naar bijlage 1.
Ik heb de expertgroep gevraagd een advies uit te brengen over de
huidige capaciteitsverdeling over de opstelpunten van het
C2000-netwerk. Tevens heb ik gevraagd te adviseren over de uitwerking
en volledigheid van de procedures bij het gebruik van C2000 bij
grootschalige incidenten. Dit zowel ten behoeve van de hulpverleners
ter plaatse als ten behoeve van de medewerkers van de meldkamer. Ook
de opleiding en oefening van deze procedures acht ik daarbij van
belang. Daarnaast heb ik gevraagd mij te adviseren over de uitkomsten
van het onderzoek dat ik samen met de Nederlandse Vereniging voor
Brandweerzorg en Rampenbestrijding en de Vakvereniging Brandweer
Vrijwilligers laat uitvoeren naar het functioneren van de digitale
portofoons bij binnenhuisoptreden.
De expertgroep beraadt zich thans over de afbakening en prioritering
van de diverse onderwerpen. Zodra deze is vastgesteld zal ik u
hierover in een volgend voortgangsbericht nader informeren.
De expertgroep zal bij de advisering ondermeer gebruik maken van de
rapportages over de Poldercrash, de Koninginnedagviering te Apeldoorn
en het strandfeest bij Hoek van Holland. Daarnaast heb ik de
expertgroep verzocht hierbij ook de bevindingen naar aanleiding van
het Multidisciplinair Slotscenario C2000 (operatie Veilige Haven) te
betrekken. Het toenmalig Operationeel Bestuurlijk Overleg (OBO) had
afgesproken dat naast de eindevaluatie C2000, de regio's samen dit
slotscenario zouden houden. Deze had als doel het C2000 netwerk zwaar
te beproeven. De belangrijkste conclusie van de oefening was dat het
netwerk in de lucht is gebleven, ook onder de zwaarste piekbelasting.
Naar aanleiding van de verdere bevindingen heb ik reeds een aantal
maatregelen genomen waarop ik in het onderstaande op hoofdlijnen in
ga. Ik heb de expertgroep gevraagd om in het licht van de recente
gebeurtenissen deze maatregelen te toetsen en mij te adviseren of
aanvullende maatregelen van de zijde van het ministerie van BZK of de
regio's noodzakelijk zijn.
Reeds in gang gezette maatregelen mede naar aanleiding van het
Multidisciplinair Slotscenario C2000 (operatie Veilige Haven):
Dekking
In 2008 bedroeg de landelijke buitenhuisdekking van het C2000-netwerk
97.4 % naar tijd en plaats gemeten. Dat ligt boven de met de vtsPN
overeengekomen norm van 95%. Dit laat onverlet dat in de afgelopen
jaren, na het in gebruik nemen van C2000, op een aantal plaatsen in
Nederland nog locale dekkingsproblemen zijn geconstateerd. Dit kan
worden verklaard uit de wijzigingen in het stedelijke landschap maar
ook uit het verschil tussen berekeningen op grond van theoretische
modellen bij de start van C2000 en de feitelijke werking van C2000 in
de praktijk. Voor het oplossen van deze dekkingsproblemen is dan ook
een optimalisatieslag voorzien.
Vanaf 2006, het jaar van operatie Veilige Haven, zijn 37
dekkingsproblemen verholpen door het bijplaatsen van opstelpunten. 35
Dekkingsproblemen zijn bij de vtsPN in behandeling. De regio's hebben
daarnaast nog 60 dekkingsproblemen aangemeld. Deze dekkingsproblemen
zullen eveneens worden opgelost. Hiervoor is een structureel budget
van EUR 3,5 mln per jaar beschikbaar. Daarbij merk ik op dat niet alle
60 dekkingsproblemen direct kunnen worden verholpen. Op mijn verzoek
hebben de gebruikers dan ook criteria ontwikkeld op grond waarvan de
dekkingsproblemen op een zo objectief mogelijke wijze kunnen worden
geprioriteerd. Daarbij is het de bedoeling dat de meest urgente en
risicovolle dekkingsproblemen als eerste worden aangepakt. De daarbij
gebruikte criteria hebben betrekking op aantallen inwoners in de
omgeving van de locatie, het aantal geregistreerde incidenten en de
aanwezigheid van risico-objecten. De volgorde waarin de
dekkingsproblemen zullen worden afgehandeld is inmiddels in overleg
met het veld vastgesteld en vastgelegd in de zogenaamde `DIPP-lijst''.
Deze Dekkings Issue Prioritering Procedure (DIPP) zal jaarlijks worden
geactualiseerd.
Ik heb mede naar aanleiding van de operatie Veilige Haven in overleg
met de regio Rotterdam-Rijnmond een vijftal dekkingsproblemen in deze
regio door het bijplaatsen van opstelpunten opgelost. Als onderdeel
van de genoemde optimalisatieslag wordt voorts aan de
dekkingsproblemen in Capelle aan de IJssel (sinds 2007) en de woonkern
van Hoek van Holland (sinds 2006) op dit moment nog gewerkt. Dit
betreft verwerving van de grond tot het operationeel in gebruik nemen
van de mast.
Naar verwachting zal het extra opstelpunt in Hoek van Holland -
waarvan de verwerving van de grond in 2006 is gestart - binnen drie
maanden in gebruik worden genomen. Volledigheidshalve merk ik op dat
de recente problemen met C2000 bij het strandfeest in Hoek van Holland
geen betrekking hadden op de dekking. Uit de in het netwerk gelogde
gegevens blijkt dat de dekking op de betreffende locatie op het strand
voldeed en dat C2000 in technische zin volledig operationeel was.
Netwerkcapaciteit
De verdeling van de capaciteit van het netwerk over de opstelpunten is
door de vtsPN geanalyseerd en herijkt. Daarbij heeft de vtsPN gebruik
gemaakt van de verkeersgegevens over de afgelopen jaren en een
inventarisatie van de belangrijkste risico-objecten. Dit heeft geleid
tot een voorstel de capaciteit van het netwerk anders te verdelen over
de opstelpunten. Dit voorstel is recentelijk geactualiseerd en ter
advisering aan de expertgroep aangeboden.
Het herverdelen van capaciteit van het netwerk is een complexe
operatie. Het bijplaatsen van een opstelpunt of het anders verdelen
van de beschikbare capaciteit over de opstelpunten - door het verhogen
of verlagen van het aantal base-radio's per opstelpunt - vraagt om het
aanpassen van de frequenties van een groot aantal omliggende
opstelpunten. Deze aanpassingen gebeuren tot nu toe incidenteel,
handmatig en op locatie waarbij het opstelpunt circa een uur buiten
gebruik is.
Alle C2000-masten worden voorzien van extra apparatuur. Deze
apparatuur (de Auto Tune Combiner) maakt het mogelijk om vanuit het
netwerkcentrum te Driebergen frequentieaanpassingen binnen enkele
minuten aan meerdere opstelpunten tegelijkertijd uit te voeren. De
invoering van ATC is dan ook een randvoorwaarde om een eventuele
herverdeling van capaciteit over de opstelpunten te kunnen doorvoeren.
De aanbesteding is in 2008 gestart. Eind 2010 zijn alle masten
technisch aangepast, zodat in het eerste kwartaal 2011 dit
operationeel zal zijn.
Project Renatus
C2000 is inmiddels een aantal jaren in gebruik. Grote technische
systemen behoeven bij regelmaat forse technische upgrades. Dit geldt
ook voor C2000. Zo is in 2008 gestart met een eerste grote upgrade.
Deze upgrade van C2000 wordt door de vtsPN in samenwerking met de
regio's uitgevoerd en staat bekend onder de naam project Renatus en
zal eind 2010 zijn afgerond. Hiermee is een bedrag van ca. EUR 20 mln
gemoeid. Om gebruikers zo min mogelijk te belasten zal de upgrade
clustergewijs worden uitgevoerd in overleg met de regio's. Na
afronding van het project Renatus zal de flexibiliteit, robuustheid en
beveiliging van het C2000-netwerk zijn geoptimaliseerd en in
overeenstemming zijn met het releasebeleid van de leverancier
(Motorola). Ook wordt het mogelijk nieuwe functionaliteiten aan te
bieden.
Project location information controlling system (LICS)
Daarnaast loopt sinds 2008 LICS, dat systeem zal in het tweede
kwartaal 2010 operationeel zijn. Dit maakt het mogelijk alle
gebruikers middels Gps te volgen. C2000 hiervoor dan informatie
beschikbaar aan de meldkamers. Dit project is op basis van verzoek van
gebruikers in gang gezet.
Vervolg
Ik zal de Kamer door middel van voortgangsberichten informeren over de
werkzaamheden en bevindingen van de expertgroep. Maar ook over de
daaruit voortvloeiende maatregelen gericht op het verbeteren van de
techniek, de organisatie en het gebruik van C2000. Daarbij heb ik de
expertgroep gevraagd haar bevindingen december 2009 aan mij te melden.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Mevrouw dr. G. ter Horst
Bestanden
* Bijlage: startnotitie expertgroep C2000| Pdf-icoon Pdf-bestand
Zie het origineel