Ingezonden persbericht


Onlangs zijn de voorstellen voor de wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) naar de Tweede Kamer gestuurd.

In een brief van het CBL aan de Kamerleden, zet het CBL haar bezwaren uiteen. Deze brief ontvangt u bijgaand.

In artikel 19a van het wetsvoorstel wordt bepaald dat de burgemeester de alcoholafdeling van een supermarkt moet sluiten wanneer deze drie keer in een jaar alcohol heeft verkocht aan iemand onder de 16. Dit artikel raakt, zoals het op dit moment geformuleerd is, de supermarktbranche onnodig hard. Het artikel laat te weinig ruimte aan de burgemeester, is disproportioneel, gaat voorbij aan de inspanningen van de branche, en is volgens het advies van de Raad van State in strijd met Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, het recht op een eerlijk proces.

Het CBL is voorstander van strenge handhaving van de leeftijdsgrens. Geen alcohol onder de 16! Daarom hebben de Nederlandse supermarkten begin dit jaar gezamenlijk een nieuwe maatregel ingevoerd, te weten: iedereen onder de 20 jaar die alcohol of tabak koopt, moet zijn legitimatie laten zien. Deze maatregel gaat aanmerkelijk verder dan de wettelijke vergewisplicht.

Gebleken is dat de inspanningen van de branche z'n vruchten af begint te werpen. De naleving verbetert aanzienlijk en er is een groeiend begrip bij klanten en bij jongeren voor de vraag om legitimatie. Het wachten is op officiële cijfers wachten van de VWA, maar wij verwachten dat het nalevingspercentage in de buurt komt van percentages die behaald worden in andere "toplanden" met een zeer streng alcoholbeleid. Onze ambitie is om binnen Europa het beste nalevingspercentage te behalen. Beter nog dan Zweden! Nergens in Nederland is de naleving zo strikt als bij supermarkten.

Naleving in andere landen:

VS 84% (daar is ook de koper strafbaar)

Zweden 68%

Zwitserland 60%

Nieuw Zeeland 44%

Tweede Kamerfractie

Leidschendam, 24 september 2009

Betreft: commentaar op wetsvoorstel 32022, strekkende tot wijziging van de Drank- en Horecawet

Geachte

Onlangs heeft u de voorstellen voor de wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) ontvangen. In artikel 19a van dit wetsvoorstel wordt bepaald dat de burgemeester de alcoholafdeling van een supermarkt moet sluiten wanneer deze drie keer in een jaar alcohol heeft verkocht aan iemand onder de 16. Dit artikel raakt, zoals het op dit moment geformuleerd is, de supermarktbranche onnodig hard. Het artikel laat te weinig ruimte aan de burgemeester, is disproportioneel, gaat voorbij aan de inspanningen van de branche, en is volgens het advies van de Raad van State in strijd met EVRM, artikel 6, het recht op een eerlijk proces. In deze brief willen wij toelichten dat de doelstelling, geen alcohol onder de 16 jaar, beter op een andere manier bereikt kan worden.

Nog geen 20
Allereerst benadrukken wij dat het CBL voorstander is van strenge handhaving van de leeftijdsgrens. Geen alcohol onder de 16! Daarom hebben de Nederlandse supermarkten begin dit jaar gezamenlijk een nieuwe maatregel ingevoerd, te weten: iedereen onder de 20 jaar die alcohol of tabak koopt, moet zijn legitimatie laten zien. Deze maatregel gaat aanmerkelijk verder dan de wettelijke vergewisplicht. Aan de invoering ging een gedegen voorbereiding vooraf. In het voorjaar van 2008 is gestart met de instructie van 50.000 caissières door middel van de training "Soms moet je nee verkopen". Deze training heeft de branche samen met de VWA ontwikkeld. Vervolgens is de maatregel aangekondigd middels een grote landelijke communicatiecampagne met TV-spots, filmpjes op Internet en campagnemateriaal in de winkels (15.000 stickers, 2,5 miljoen folders, 100.000 kassabalkjes en 5000 posters). Rond de examenfeesten in juni is de TV-commercial wederom ongeveer 400 keer op TV te zien geweest. Inmiddels zijn in alle winkels de tijdelijke campagnematerialen vervangen door permanente materialen met het " Nog geen 20"-beeldmerk. Ook staat bij alcoholische drank in folders en bij aanbiedingen het "Nog geen 20"-beeldmerk afgebeeld. De training van nieuwe medewerkers is inmiddels standaard geworden. Iedere caissière wordt getraind, voordat hij of zij achter de kassa mag zitten. Dat het de supermarkten ernst is, blijkt ook uit de werkprotocollen voor de verkoop van alcohol en de verschillende sanctieregimes die zijn opgesteld voor caissières die de maatregel niet correct uitvoeren. In het ergste geval kan hier schorsing of ontslag op volgen.

De branche heeft bewust gekozen voor een aanpak waarin een combinatie wordt gemaakt van verscherpte handhaving en een communicatiecampagne voor de doelgroep. Hiermee wordt niet alleen gegarandeerd dat de wettelijke leeftijdsgrenzen worden nageleefd, maar ook dat bij ouders en jongeren bewustzijn gekweekt wordt over verantwoordelijk alcoholgebruik. Strikte handhaving van de leeftijdsgrens is een eerste stap, maar om het probleem echt aan te pakken, moet er een gedragsverandering bij ouders en jongeren plaatsvinden. Uit onderzoek dat door een groot aantal supermarktketens met mysteryshoppers wordt uitgevoerd, blijkt dat deze aanpak werkt en na een half jaar duidelijk z'n vruchten af begint te werpen. De naleving verbetert aanzienlijk en er is een groeiend begrip bij klanten en bij jongeren voor de vraag om legitimatie. Hoewel wij nog op officiële cijfers wachten van de VWA verwachten wij dat het nalevingspercentage in de buurt komt van percentages die behaald in andere "toplanden" met een zeer streng alcoholbeleid(1). Onze ambitie is om binnen Europa het beste nalevingspercentage te behalen. Beter nog dan Zweden! Nergens in Nederland is de naleving zo strikt als bij supermarkten.

Te weinig bewegingsruimte voor de burgemeester
Het advies van de Raad van State geeft antwoord op de vraag of het karakter van de sanctie leedtoevoegend is (punitief), of dat dit een herstelsanctie is (reparatoir). Wanneer een sanctie punitief van aard is, valt hij onder artikel 6 van het EVRM, het recht op een eerlijk proces. De Raad van State is van mening dat de sanctie op zichzelf reparatoir van aard is, maar door de zwaarte een leedtoevoegend karakter krijgt (en dus in lijn moet zijn met art. 6, EVRM). Op basis daarvan acht de Raad van State de "moet" bepaling niet correct, maar pleit zij voor een formulering die de burgemeester ruimte biedt om zelf te beslissen om de ondernemer een dergelijk zware sanctie op te leggen. Bijvoorbeeld in het geval dat de ondernemer alles in het werk gesteld heeft om op verantwoorde wijze alcohol te verkopen. De Minister heeft het advies van de Raad van State vertaald met de aanvulling op artikel 19a: "de burgemeester ziet af van het opleggen van een ontzegging voor de verkoop van alcoholhoudende drank, indien er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor de ondernemer hiervan onevenredig nadeel zou ondervinden". Deze aanvulling weerspiegelt niet of nauwelijks de mening van de Raad van State. De Raad van State adviseert dringend om de burgemeester meer ruimte te geven bij de beslissing om dergelijke zware sanctie toe te passen.

Disproportioneel
De financiële gevolgen van tijdelijke sluiting van de alcoholafdeling van een supermarkt staan in geen verhouding tot de bestuurlijke boetes die thans verbonden zijn aan overtredingen in het kader van de Drank- en Horecawet en die straks ook nog zullen gelden voor exact dezelfde overtredingen bij sportkantines, horecagelegenheden en commerciële drankhokken en -keten. De maximale hoogte van deze boete is ¤ 3.600. De kosten voor sluiting van de alcoholafdeling kunnen voor een supermarkt oplopen tot ¤ 165.000(2). Ook de Raad van State twijfelt in haar advies of de sanctie in alle gevallen de toets van de evenredigheid kan doorstaan.

Branche-initiatief
Zoals eerder aangegeven heeft de branche haar maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen door de invoering van de "Nog geen 20"-maatregel die gepaard ging met een grootscheepse campagne. Wij vragen ons af waarom men deze succesvolle maatregel niet z'n werk laat doen. In plaats daarvan worden de inspanningen van de branche "beloond" met een dergelijk demotiverend artikel in de wet. Ook de Raad van State zet vraagtekens bij het inzetten van een nieuw instrument nu er in de toekomst vanuit de gemeente strengere inspecties mogelijk zijn, en nu de supermarkten zelf strenger controleren. Zeker zolang er nog geen evaluatie heeft plaatsgevonden. Wij pleiten ervoor om de maatregel de tijd te geven goed in te slijten in de maatschappij. Wanneer blijkt dat de inspanningen van de supermarkten geen resultaat opleveren, is het tijd voor draconische maatregelen.

Juridische houdbaarheid
Wij zetten onze vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van het voorgestelde artikel 19a, jo. artikel 20 lid 1 DHW. Het is namelijk in strijd met verschillende bestuursrechtelijke beginselen. De burgemeester is gebonden aan artikel 19a DHW, dat een minimumsanctie in de vorm van ontzegging van de bevoegdheid tot het verkopen van alcohol, van minimaal een week voorschrijft. Het gedwongen karakter van de sanctie komt daarmee in strijd met het feit dat niet altijd duidelijk zal zijn of er sprake is geweest van een overtreding of niet. Dit strookt niet met onder andere artikel 3:4 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het evenredigheidsbeginsel en artikel 4:8 Awb, de hoorplicht. Zie ook het advies van mr. Arnold van Van der Steenhoven Advocaten, een gerenommeerd bestuursrechtdeskundige, dat als bijlage is meegestuurd. Bovendien is het opnemen van een minimumsanctie hoogst ongebruikelijk in het Nederlandse rechtsstelsel. Supermarkten zullen, zeker in het licht van de inspanningen die zij al leveren, bezwaar aantekenen tegen disproportionele bestraffingen. Dit zal de druk op de gemeenten alleen maar doen toenemen. Ook de VNG heeft aangegeven problemen te voorzien voor burgemeesters bij het verzamelen van de bewijslast.

Alternatief
Wij hebben begrip voor het feit dat het kabinet wil komen tot verbetering van de handhaving en onderschrijven de doelstelling van de Drank- en Horecawet om maatregelen te treffen ter voorkoming van schadelijk alcoholgebruik door jongeren. Wij willen echter dat de inspanningen van de supermarkten om zelf te werken aan verbeterde naleving een kans krijgt. Daarvoor zou, net zoals dat destijds is geregeld voor de bestuurlijke boete, in artikel 44a en 44b Drank- en Horecawet de mogelijkheid opgenomen kunnen worden dat de minister van VWS op een later tijdstip bij AMvB de overtredingen aanwijst waarbij naast een bestuurlijke boete ook nog een andere sanctie kan worden opgelegd. Als na evaluatie blijkt dat de door de branche zelf aangescherpte legitimatie-eis niet tot voldoende resultaten heeft geleid, kan de Minister alsnog besluiten tot een zwaarder sanctieregime over te gaan.

Overige punten

· Wij zijn blij met de strafbaarstelling van 16-minners die "drank aanwezig hebben" in openbare ruimten. Ons inziens is dit een stap op de goede weg richting de strafbaarstelling van de koper.


· Grote zorgen baart ons dat supermarkten, als de wet wordt aangenomen, te maken krijgen met verschillende leeftijdsgrenzen in verschillende gemeenten. En dat er door de burgemeester een lokaal prijsbeleid mag worden afgedwongen. De supermarktbranche, een branche met landelijk opererende organisaties, is gebaat bij eenduidig, landelijk beleid. De voorstellen werken averechts en bemoeilijken de naleving.

Conclusie
Wij doen een dringend appél op u af te zien van de formulering van artikel 19a, zoals in de huidige voorstellen beschreven, en het alternatief dat wij u geboden hebben over te nemen.

Wij zijn gaarne bereid deze brief en onze voorstellen in een gesprek toe te lichten.

Met de meeste hoogachting,

Mr. M.J. Roos
Directie-voorzitter

(1) VS 84% (daar is ook de koper strafbaar) Zweden 68%
Zwitserland 60%
Nieuw Zeeland 44%

(2) Bron: Proost! Een verkennende studie naar de effecten van een tijdelijk verkoopverbod van alcoholhoudende dranken in supermarkten, EFMI 2008