Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over een verbod op de verrijkte kooi

25 september 2009 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over een advies van de Belgische Evaluatiecommissie Legkippen over huisvesting. De minsiter meldt dat een Europese aanpak de voorkeur heeft boven een nationale.

Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal

Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Datum 25 september 2009
Betreft Kamervragen over een verbod op de verrijkte kooi

Pagina 1 van 3

directie Agroketens en
Visserij
Prins Clauslaan 8
2595 AJ DEN HAAG

Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
T 070 378 68 68
F 070 378 61 13

Onze referentie
AKVL/09/2127
Uw referentie
2009Z14941

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Atsma (CDA) over een verbod op de verrijkte kooi.


1
Kent u het bericht 'België geeft de sector de tijd op verrijkte kooi af te schrijven"? 1)
Ja.

2
Hoe oordeelt u over de uitkomst van de Belgische Evaluatiecommissie Legkippen. Het is niet aan mij om een oordeel uit te spreken over de uitkomst van de Belgische Evaluatiecommissie Legkippen. De Belgische regering heeft aan relevante partijen gevraagd een gezamenlijk advies uit te brengen over de huisvesting van leghennen in kooihuisvesting en niet-kooihuisvesting. Het advies is door de evaluatiecommissie uitgebracht in de zomer van 2009. Uit het advies blijkt dat er nog geen overeenstemming bestaat over een keuze tussen de verschillende huisvestingssystemen en dat extra onderzoek nodig is. De evaluatiecommissie adviseert een overgangstermijn van minstens 15 jaar te hanteren, mocht een verbod op kooihuisvesting aan de orde zijn.
3
Waarin verschilt de Nederlandse situatie met de Belgische situatie? Een belangrijk verschil met de Belgische situatie is dat de Tweede Kamer zich in de motie Thieme (Kamerstukken II 2006/07, 30 800 XIV, nr. 65) en de motie Cramer en Atsma (Kamerstukken II 2007/08, 31 200 XIV, nr. 120) heeft uitgesproken voor een verbod op de verrijkte kooi. In plaats daarvan is de koloniehuisvesting als kooisysteem toegestaan.

directie Agroketens en
Visserij
Datum
25 september 2009
Onze referentie
AKVL/09/2127
Pagina 2 van 3

De welzijnsnormen voor de koloniehuisvesting zijn overgenomen uit de federale Duitse regelgeving voor de "Kleingruppenhaltung". Overeenkomst is dat in het Belgische advies de regering wordt gevraagd zich in te zetten om de omschakeling naar alternatieve huisvestingssystemen te stimuleren en diervriendelijkere verrijkte kooisystemen te bevorderen.

4
Is er inmiddels duidelijkheid over de financiële en juridische gevolgen van een voortijdig en eenzijdig verbod op de verrijkte kooi in Nederland? Bij brief van 10 april 2009 heb ik een wijziging van het Legkippenbesluit 2003 aan beide Kamers voorgelegd. In deze wijziging zijn als alternatief voor de verrijkte kooi, de welzijnsnormen voor de koloniehuisvesting opgenomen. In de wijziging is voorts de overgangstermijn voor de circa 40 bedrijven met bestaande verrijkte en te verrijken kooien vervroegd van 1 januari 2021 naar 1 januari 2017 conform de aangenomen motie Ouwehand c.s. (Kamerstukken II 2008/09, 31 700 XIV, nr. 106).
In de aangenomen motie Atsma c.s. (Kamerstukken II 2008/09 21501-32, nr. 347) heeft de Kamer gevraagd in verband met deze voorgelegde wijziging een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar zowel de directe als de indirecte schade als gevolg van een verbod op de verrijkte kooi, alvorens tot besluitvorming kan worden overgegaan. Het onderzoek wordt momenteel uitgevoerd. Ik streef ernaar dit onderzoek rond 1 november a.s. af te ronden.
5
Deelt u de mening dat een Europese aanpak de voorkeur heeft, en dat een eenzijdig verbod in Nederland de concurrentiepositie van Nederlandse ondernemers verslechtert?
Zoals aangegeven in de Nota Dierenwelzijn heeft een Europese aanpak de voorkeur boven een nationale maatregel. Een Europese maatregel heeft een grotere werkingssfeer en waarborgt het level playing field beter. Het staat de lidstaten echter vrij om uit welzijnsoogpunt verdergaande nationale maatregelen te nemen dan die welke zijn neergelegd in de Europese richtlijn die toeziet op het welzijn van de legkippen. Dit is een afweging die de lidstaten zelf maken op basis van de specifieke situaties die zich in hun lidstaat voordoen.
6
Deelt u de mening dat de Tweede Kamer er verstandig aan doet op eerdere uitspraken over een verbod op de verrijkte kooi terug te komen?

directie Agroketens en
Visserij
Datum
25 september 2009
Onze referentie
AKVL/09/2127
Pagina 3 van 3

Ik respecteer het standpunt dat de Tweede Kamer heeft ingenomen over een verbod op de verrijkte kooi. Verdere oordeelsvorming over dit onderwerp, behoort tot de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer zelf.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

1) Agrarisch Dagblad, 18 augustus 2009