Risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag door vrijwilliger is beperkt

Het risico voor kinderen en jongeren op seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een sportclub of andere vrijetijdsvereniging, is beperkt. Ongeveer drie op de tweeduizend mannen en tien op de tweeduizend vrouwen heeft vóór hun zestiende te maken gehad met seksueel misbruik door een bekende van de sportclub of vrijetijdsvereniging. Dit blijkt uit een vandaag verschenen onderzoek van de Rutgers Nisso Groep, kenniscentrum seksualiteit. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Justitie. Vandaag is het onderzoek door minister Hirsch Ballin van Justitie, mede namens minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) en staatssecretaris Bussemaker (VWS), naar de Tweede Kamer gezonden.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag

De term 'seksueel grensoverschrijdend gedrag' wordt gebruikt voor gedrag dat seksueel van aard is en de normen of grenzen van het slachtoffer overschrijdt. Seksueel misbruik is een vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De bevindingen geven geen aanleiding om een ijsberg te veronderstellen waarvan slechts het topje zichtbaar zou zijn. Als kinderen of jongeren slachtoffer worden van seksueel misbruik zijn daders vaker buurtgenoten dan vrijwilligers uit de organisatie waarbinnen het kind of de jongere actief is.

Veel vrijwilligers en ouders kunnen zich moeilijk voorstellen dat seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen de eigen organisatie voorkomt. Ze willen wel graag weten of de lokale afdeling of koepelorganisatie de zaken goed heeft geregeld en waar men terecht kan als er iets aan de hand is. Coördinatoren, vrijwilligers en ouders vinden maatregelen belangrijk, maar tegelijkertijd wil men niet teveel regels. Zowel op landelijk als op lokaal niveau is er draagvlak voor de maatregelen die door de Ministers van Justitie en voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van VWS zijn voorgesteld, zoals een referentielijst, meldprotocol en omgangsregels, maar over het nut en de noodzaak van het verplicht stellen van een Verklaring Omtrent Gedrag zijn de meningen verdeeld. Sommige organisaties zien pas het belang en vragen om hulp als zich een incident voordoet in plaats van een pro-actieve houding aan te nemen om risico's op tijd te signaleren en aan te pakken.

Aanbevelingen uit het onderzoek

Hoewel de kans op seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen vrijwilligersorganisaties beperkt is, is natuurlijk ieder slachtoffer van seksueel misbruik er één teveel. Vrijwilligersorganisaties en ouders moeten hun verantwoordelijkheid nemen om kinderen en jongeren te beschermen. Uit onderzoek blijkt dat met verschillende maatregelen het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag kan worden verkleind. Voorbeelden hiervan zijn het opstellen en verspreiden van een gedragscode, het betrekken van ouders bij de activiteiten en het bevorderen van een open cultuur. Het bevorderen van een open cultuur vormt één van de meest succesvolle middelen ter voorkoming van seksueel misbruik binnen vrijwilligersorganisaties. Van een open cultuur is sprake wanneer over grensoverschrijdend gedrag gesproken kan worden, er geen taboe rust op seksualiteit en incidenten besproken worden.

Aanpak van het kabinet

De conclusies van de onderzoekers sluiten goed aan bij de door de Ministers van Justitie en Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van VWS ingezette aanpak van de problematiek. Deze aanpak richt zich op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel organisaties, vrijwilligers als ouders bij het bevorderen van een veilig klimaat. Het pakket aan maatregelen van het kabinet voorziet in omgangsregels, gedragscode, meldprotocol, advies- en consultfunctie en een risicoprofiel aan de hand waarvan een verklaring omtrent het gedrag verlangd kan worden van de vrijwilligers. Tevens is er een referentielijst in ontwikkeling waarbij verenigingen kunnen controleren of nieuwe vrijwilligers eerder tuchtrechtelijk zijn aangepakt. Om dit mogelijk te maken wordt een uniform tuchtrecht ontwikkeld voor deze sector. Het is nu van groot belang dat de ontwikkelde producten door de vrijwilligersorganisaties worden gebruikt.

Noot voor redacties (