Vrije Universiteit Amsterdam

Persoon en lichaam in het recht


* Startdatum: 25-09-2009


* Tijd: 13.45


* Locatie: Aula


* Titel: Persoon en lichaam in het recht. Menselijke waardigheid en zelfbeschikking in het tijdperk van de medische biotechnologie


* Plaats: Aula


* Spreker: B.C. van Beers


* Promotor: prof.dr.mr. D.W.J.M. Pessers


* Onderdeel: Faculteit der Rechtsgeleerdheid


* Wetenschapsgebied: Rechten


* Evenementtype: Promotie

Sinds de opkomst van medische biotechnologie is gedachtevorming over de plaats en betekenis van het menselijk lichaam in het recht noodzakelijk geworden. De feitelijke beschikkingsmacht over het lichaam is als gevolg van de biomedische technieken enorm uitgebreid. Dit zegt Britta van Beers in haar promotieonderzoek.

Zelfs de grenzen van de geboorte, de dood, het sekseverschil en de menselijke soort zijn niet meer vanzelfsprekend, maar vormen in toenemende mate het product van menselijke keuzen. Op die manier vormt de mens niet alleen het subject van de medische biotechnologie, maar ook het object ervan. Met name het voor het recht essentiële onderscheid tussen persoon en zaak staat daarmee onder druk. Kan het lichaam worden gezien als een object waarover men vrijelijk kan beschikken, alsof het een willekeurige zaak is? Of is het lichaam zo wezenlijk met de persoon verbonden, dat de juridische ruimte voor beschikking over het lichaam beperkt is?

Vooralsnog worden in het recht talloze grenzen gesteld aan de huidige en toekomstige biomedische mogelijkheden tot ingrijpen in het menselijk lichaam, leven en genoom. Zo zijn reproductief kloneren en kiembaangentherapie absoluut verboden, is embryoselectie vergunningsplichtig en wordt het lichaams- en voortplantingsmateriaal dat als gevolg van de nieuwe technieken vervreemdbaar is geworden aan het handelsverkeer onttrokken. Het is met name op grond van de juridische beginselen van menselijke waardigheid en respect voor menselijk leven, dat de biomedische beschikkingsmacht aan juridische beperkingen wordt onderworpen. Bij de nadere invulling van deze beginselen wordt ook de jurist geconfronteerd met de vraag wat het betekent om mens te zijn.

© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam