Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam

wetenschapsagenda
oktober 2009

2/10
Promotie
Susanne de Kort: 'Aims and reasons. Ethical questions about palliative systemic anticancer therapy'. Promotores zijn prof.dr. D.L. Willems, hoogleraar Medische Ethiek, en prof.dr. D.J. Richel, hoogleraar Medische Oncologie. Co-promotor is dr. A.J. Pols. Arts-onderzoeker en filosofe De Kort deed onderzoek naar palliatieve systemische anti-tumor therapie, kortweg PST. Deze behandeling wordt gegeven aan patiënten met kanker die niet meer kunnen worden genezen. De therapie kan iemands leven verlengen en de kwaliteit van leven verbeteren, maar er zijn ook bijwerkingen en het is het vaak belastend voor de patiënt. Dat maakt het voor artsen en patiënten lastig om te beslissen over het gebruik van PST. De promovenda probeerde via kwalitatief onderzoek (observaties en diepte-interviews) te achterhalen hoe de behandelvorm zo goed mogelijk wordt ingezet in de oncologiepraktijk. Levensverlenging blijkt een belangrijk behandeldoel, maar ook 'iets doen' blijkt een doel op zich. De Kort stuitte bijvoorbeeld op situaties waarbij artsen WIPST voorschrijven: 'waarschijnlijk ineffectieve palliatieve systematische therapie'. Op het eerste gezicht een nutteloze - en dus af te raden - behandeling. Medisch-ethisch lijkt het zelfs in te druisen tegen de regels. Of valt WIPST te rechtvaardigen? Soms wel, zo blijkt uit het proefschrift. Al blijft er volgens De Kort dan vaak een spanningsveld tussen de wensen van de terminale patiënt en de professionele overwegingen van de behandelend arts. Tijd: 12:00 uur

2/10
Symposium
Najaarscongres van de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie (VMTI) over 'Speekselklieren, wat heb je er aan? Haat of liefde'. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 9.00 - 17.00 uur

2/10
Promotie
Annemieke Videler: 'The hand in Charcot-Marie-Tooth disease 1A'. Promotores zijn prof.dr. F. Nollet, hoogleraar Revalidatiegeneeskunde, en prof.dr. M. de Visser, hoogleraar Neuromusculaire Ziekten. Co-promotores zijn dr. J.A.J.M. Beelen en dr. I.N. van Schaik. De ziekte van Charcot-Marie-Tooth type 1A (CMT) is één van de meest voorkomende erfelijke neuromusculaire aandoeningen. De ziekte uit zich in spierzwakte en in een verminderd gevoel - vooral in de voeten en handen. Promovenda Videler onderzocht via verschillende gestandaardiseerde tests de handfunctie (de kracht, de beweeglijkheid en het gevoel) en de handvaardigheid van CMT1A-patiënten. Om inzicht te krijgen in de manier waarop patiënten zelf hun ziekte ervaren onderzocht zij via vragenlijsten de ziektelast en de beperkingen in hun dagelijkse activiteiten. Ook analyseerde zij via meerkanaals oppervlakte-elektromyografie de relatie tussen het aantal motorunits in de spier, de handfunctie en de handvaardigheid. Volgens Videler zijn die laatste twee vaak aangedaan. De verminderde handvaardigheid wordt vooral bepaald door een verstoorde fijne motoriek. Tijd: 14:00 uur

4/10
Wetenschapsdag
Onder het motto 'Reis naar het onbekende' opent het AMC zijn deuren voor een breed publiek. Op ontdekkingsreis door het AMC, op zoek naar de geheimen van het menselijk lichaam. Allergiedeskundige Ingrid Terreehorst legt in haar lezing 'Overgevoelig allerlei' uit waarom de afweer soms extreem reageert op voedingsmiddelen, stuifmeel of insectenbeten. Viroloog Hans Zaaijer bespreekt in het kindercollege ('s Werelds kleinste monsters) het gevaar van virussen, ofwel piraten in de cel. Tijdens het kinderpracticum 'Waar zit je sprongbeen' staat een anatomische reis door het lichaam op het programma. Ontdek hoe bijvoorbeeld je nieren eruit zien of je milt, waar ze zitten en waarom een hart met een gaatje niet goed kan pompen. Verder zoals elk jaar veel rondleidingen en een wetenschapsmarkt met tal van demonstraties. Het volledige programma is te vinden op: www.amc.nl/wetenschapsdag Tijd: 12.00 - 17.00 uur

6/10
Promotie
Maxim Hardziyenka: 'Heart failure secondary to chronic pulmonary arterial hypertension: cardiac imaging and electrophysiologic characteristics'. Promotor is prof.dr.ir. J.M.T. de Bakker, hoogleraar Experimentele Cardiale Elektrofysiologie. Co-promotor is dr. H.L. Tan. Centraal in het proefschrift staat hartfalen bij patiënten met chronische pulmonale hypertensie. Daarbij stijgt de bloeddruk van de bloedvaten in de longen, waardoor het hart steeds meer moeite krijgt om bloed door de longen te pompen en de rechter hartkamer zich vergroot. Hartfalen vormt de belangrijkste doodsoorzaak, maar de onderliggende biologische problemen zijn nog niet helemaal bekend. Hardziyenka onderzocht in diermodellen de elektro- en pathofysiologie van hartfalen door chronische pulmonale hypertensie. Daarnaast voerde hij in een kleine groep patiënten een proof-of-principe studie uit met een nieuwe behandeling, zogeheten 'interventriculaire synchronisatie' van de hartspier. Hoewel het slagvolume van de hartkamer hierdoor bleek te verbeteren, kon Hardziyenka in zijn studie niet aantonen dat deze aanpak langdurig voordeel heeft voor patiënten. Wel ontdekte hij dat een nieuwe marker de overlevingskansen en hemodynamische verbetering voorspelt bij geopereerde patiënten met chronische tromboembolische pulmonale hypertensie. De marker in kwestie is de 'pulmonale systolische notch ratio', die via echografie kan worden bepaald. Tijd: 12:00 uur

7/10
Symposium
Openingssymposium AIGHD (Amsterdam Institute for Global Health and Development), met lezingen van onder andere prof.dr. Joep Lange, hoogleraar Inwendige Geneeskunde in het AMC en wetenschappelijk directeur van het nieuwe instituut, Arjen Dondorp (Tropische Geneeskunde, Mahidol University), Jacques van der Gaag (hoogleraar Ontwikkelingseconomie UvA) en Elly Katabira (Makarere University, Kampala en voorzitter van de International AIDS Society). Plaats: AMC, Collegezaal 1 ('s ochtends), en Lutherse Kerk ('s middags). Tijd: 8.30 - 19.00 uur

8/10
Promotie
Kimberley Benschop: 'Clinical and molecular insights into human parechovirus infection'. Promotores zijn prof.dr. M.D. de Jong, hoogleraar Klinische Virologie, en prof.dr. C.M.J.E. Vandenbroucke-Grauls, hoogleraar Medische Bacteriologie (VUmc). Co-promotor is dr. K.C. Wolthers. Sommige virussen hebben het vooral gemunt op jonge kinderen en pasgeborenen. Het humaan parechovirus bijvoorbeeld, dat deel uitmaakt van de familie van picornavirussen (de kleinste en oudste RNA-virussen die bekend zijn). Lang werd gedacht dat het parechovirus alleen milde klachten veroorzaakt, maar sinds 2004 is bekend dat de variant HPeV3 kan leiden tot neonatale sepsis en verlammingen. Een goede en snelle diagnostiek is dan ook essentieel. Benschop ontwikkelde een nieuwe diagnostische test die niet alleen parechovirussen kan onderscheiden van verwante enterovirussen, maar bovendien het exacte type van het parechovirus boven water haalt. Uit haar onderzoek blijkt dat bijna eenvijfde van de kinderen met neonatale sepsis en infecties van het centrale zenuwstelsel besmet is met HPeV3, waarmee dit virus na de enterovirussen de belangrijkste oorzaak is van deze aandoeningen. De verbeterde diagnostiek zou volgens de promovenda kunnen leiden tot minder antibioticagebruik en een kortere opname van patiëntjes. Tijd: 14:00 uur

9/10
Promotie
Robert Minnee: 'Surgical aspects of renal transplantation'. Promotores zijn prof.dr. D.A. Legemate, hoogleraar Chirurgie in het bijzonder de vaatchirurgie, en prof.dr. R.J.M. ten Berge, hoogleraar Inwendige Geneeskunde in het bijzonder de klinische immunologie. Co-promotores zijn dr. M.M. Idu en dr. F.J. Bemelman. Niertransplantaties kunnen gepaard gaan met complicaties, zowel bij de donor als bij de ontvanger. Minnee onderzocht de chirurgische technieken die voor dit type transplantaties worden gebruikt. Bij de donoren gaat het om nefrectomie, letterlijk het uitnemen van de nier. De eerste keus hiervoor is volgens de promovendus een kijkbuis-operatie (laparoscopie) en niet een klassieke 'open' operatie. Minimaal-invasieve laparoscopie blijkt namelijk veilig, levert minder littekens op, minder complicaties na de operatie en een korter verblijf in het ziekenhuis. Saillant detail: bij een rechternier verloopt deze ingreep sneller dan bij een linkernier. Het tweede deel van Minnee's proefschrift focust op de ontvangers van een nieuwe nier. Behalve afstotingsreacties krijgen ze vaak ook last van urologische problemen. Die laatste complicaties blijken sterk te dalen (van 10,7 naar 6,6 procent) door tijdens een niertransplantatie de urineleider tot in het nierbekken te spalken met een speciale catheter. Tijd: 10:00 uur

9/10
Promotie
Rogier Determann: 'Biomarkers for infection and pulmonary Iinflammation in critically ill patients.' Promotores zijn prof.dr. M.B. Vroom, hoogleraar Intensive care geneeskunde, en prof.dr. M.J. Schultz, hoogleraar Experimentele intensive care geneeskunde. IC-patiënten die worden beademd lopen een grote kans op longschade. Tot nu toe wordt die schade vooral gemeten via subjectieve klinische parameters zoals een longfoto. Determann zocht naar objectievere diagnostiek: het meten van biomarkers in het bloed. Hij bestudeerde zogeheten surfactant-eiwitten die in de longen worden aangemaakt en die bij longschade in het bloed terecht komen. Deze diagnostiek blijkt te werken, maar is nog wel duur en tijdrovend (een halve dag wachten op de uitslag) doordat er nog geen commerciële testkits op de markt zijn. Tijd: 12:00 uur

9/10
Oratie
Ter gelegenheid van haar benoeming tot hoogleraar Medische Celbiochemie houdt prof. Dr. Carlie de Vries haar oratie 'Vaatwerk'. Hart- en herseninfarcten worden veroorzaakt door atherosclerose, een ziekteproces dat plaatsvindt in onze slagaders, waarbij de normale doorstroming van de vaten wordt verstoord. Deze vaatziekte is een multifactorieel proces dat zowel door omgevingsfactoren als genetische aanleg wordt beïnvloed. De Vries legt uit hoe celbiochemische kennis over de functie van specifieke factoren in verschillende vasculaire cellen kan leiden tot nieuwe inzichten in het verloop van de ziekte. In samenwerking met cardiologen kan deze kennis worden vertaald tot een klinische toepassing. Als voorbeeld worden de plannen besproken voor de ontwikkeling van een veiliger stent die toegepast kan worden bij de dotterbehandeling van atherosclerotische verstoppingen in de kransslagaders. Tijd: 14.30 uur

14/10
Promotie
M. Kat: 'The neuropsychiatry of dementia. Psychometrics, clinical implications and outcome'. Promotores zijn prof.dr. P. Eikelenboom, hoogleraar Neuropsychiatrie, en prof.dr. W.A. van Gool, hoogleraar Neurologie in het bijzonder van de dementieën. Co-promotores zijn dr. J.F.M de Jonghe en dr. C.J. Kalisvaart (beiden verbonden aan Medisch Centrum Alkmaar). Ouderenpsychiater Kat ontwikkelde en valideerde de Nederlandse versie van de Amerikaanse Neuropsychiatric Inventory (NPI), een schaal die psychiatrische symptomen meet bij dementie-patiënten. Volgens Kat kunnen we dementie niet afdoen als een geheugenstoornis; het gaat om een breder ziektebeeld met vaak ook neuropsychiatrische symptomen als depressie, angst, apathie en prikkelbaarheid. Worden deze symptomen niet herkend dan krijgen patiënten vaak geen adequate behandeling. Uit twee NPI-studies (bij thuiswonende dementiepatiënten en bij verpleeghuisbewoners) bleek dat deze neuropsychiatrische symptomen veel voorkomen. Per setting kan verschillen hoe de omgeving ze ervaart: apathische patiënten lijken in het verpleeghuis niet herkend te worden of geen reden van zorg te zijn, terwijl een partner in de thuissituatie hier ernstig onder kan lijden. Kat onderzocht tevens delier. Bij ouderen die een heupoperatie ondergingen en daarbij een delier ontwikkelden, bleek het lange termijnrisico op dementie bijna verdubbeld. Volgens de promovendus is delier soms een aanwijzing voor een onderliggende degeneratieve hersenaandoening zoals dementie. Hij denkt daarom dat delier en dementie niet als twee gescheiden ziektebeelden beschouwd moeten worden. Tijd: 12:00 uur

15/10
Promotie
Barry Nannings: 'Clinical decision support - Distance-based, and subgroup-discovery methods in Intensive Care'. Promotor is prof.dr.ir. A.P.M. Hasman, hoogleraar Medische Informatiekunde. Co-promotor is dr. A. Abu-Hanna. Computers spelen de komende jaren waarschijnlijk een steeds grotere rol in de ziekenhuiswereld. Niet alleen in het onderzoek, maar ook om als arts wegwijs te worden in de groeiende berg klinische gegevens van een patiënt. Nannings beschrijft het Patient Rule Induction Method-algoritme (PRIM), een slim computerprogramma dat binnen een grote cluster patiënten bepaalde (risico)groepen kan herkennen door al hun klinische gegevens te groeperen en te interpreteren. Nannings beproefde PRIM op twee manieren. Allereerst in een landelijke database met de gegevens van ruim 6600 IC-patiënten van 80 jaar en ouder, waarbij het systeem de patiënten met het grootste sterfterisico identificeerde. Daarnaast gebruikte hij PRIM om bij IC-patiënten subgroepen te achterhalen die ondanks intensieve insulinetherapie een hoog glucosegehalte in het bloed hadden; vervolgonderzoek zou kunnen leiden tot een betere monitoring van de bloedsuikerspiegels op de IC en zo tot een lagere sterfte van patiënten. PRIM lijkt op dit moment nog niet rijp voor de kliniek, maar in de toekomst zullen dit soort ondersteunende systemen bijdragen aan klinische beslissingen. Tijd: 12:00 uur

16/10
Symposium
Bijeenkomst ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van Anoiksis, de vereniging van schizofreniepatiënten, en het 25-jarig bestaan van familievereniging Ypsilon. De organisatie is in handen van het GROUP-project (Genetic Risk and Outcome of Psychosis), dat zich richt op onderzoek naar psychose. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 13.00 - 17.00 uur

15/10
Promotie
Karin Boer: 'Molecular alterations in epilepsy-associated malformations of cortical development'. Promotor is prof. dr. D. Troost, hoogleraar Neuropathologie. Co-promotor is dr. E. Aronica. Circa één procent van de bevolking heeft epilepsie. Een bekende oorzaak bij kinderen en jonge volwassenen zijn corticale glioneurale ontwikkelingsstoornissen. Het aantal aanvallen kan verminderd worden door therapie met meerdere anti-epileptica of door het chirurgisch verwijderen van het epileptisch actieve gebied. Desondanks laat deze vorm van epilepsie zich lastig beteugelen. Boer deed onderzoek naar de onderliggende moleculaire biologie van zowel ontwikkelingsstoornissen als de epilepsie die hierdoor wordt veroorzaakt. Met behulp van DNA-arrays keek zij naar de genexpressie: welke genen zijn betrokken bij de verstoorde processen in de hersenen? Daarnaast gebruikte zij immuunhistochemie om de expressie en locatie van verschillende eiwitten te onderzoeken. Zij keek onder meer naar de Pi3K-mTOR signaleringsroute en signaleringsmoleculen (cytokines) die ontstekingsreacties reguleren. Ook onderzocht zij de expressie van receptoren die in hersencellen de werking van neurotransmitters beïnvloeden. Mogelijk kan dit leiden tot het bijsturen van de verstoorde processen in epileptische breinen. Tijd: 14:00 uur

15/10
Dubbeloratie
Vanwege zijn benoeming tot hoogleraar Klinische Virologie houdt prof.dr. M.D. de Jong zijn oratie met als titel 'Onbegrensde invloeden'. Aansluitend spreekt prof.dr. J.M. Prins zijn inaugurele rede uit, bij de aanvaarding van de leerstoel Inwendige Geneeskunde, in het bijzonder de behandeling van infectieziekten. Onder de titel 'A tale of two cities' spreekt hij over de grootste uitdagingen die behandelaars van infectieziekten de komende jaren te wachten staan. Tijd: 14.00 uur (M.D. de Jong) en 15.45 uur (J.M. Prins)

16/10
Promotie
Sebastiaan Jensch: 'CT Colonography as surveillance technique for patients at increased risk for colorectal cancer'. Promotor is prof.dr. J. Stoker, hoogleraar Radiologie in het bijzonder abdominale beeldvormende diagnostiek. Co-promotores zijn dr. A.D. Montauban van Swijndregt (OLVG) en dr. S. Bipat. De gouden standaard voor de diagnostiek van dikke darmkanker is colonoscopie, waarbij de binnenkant van de darmen via een kijkbuis wordt geïnspecteerd op verdachte poliepen of kanker. Nadeel: het onderzoek is onprettig voor patiënten; vooral het geven van laxeermiddelen voorafgaand aan de coloscopie wordt als zeer belastend ervaren. Jensch onderzocht de (meer)waarde van een nieuwe methode: CT-colonografie met een milde darmvoorbereiding. Daarbij slikt de patiënt een contrastmiddel en een mild laxeermiddel, waarna men met een CT-scanner opnamen van de darm maakt die vervolgens door een radioloog worden beoordeeld. Dit blijkt een nauwkeurige, niet-invasieve en patiëntvriendelijke diagnostische methode bij mensen met een verhoogd risico op dikke darmkanker. Belangrijkste knelpunt is dat niet alle ongerijmdheden in de darm worden herkend, zoals de 'vlakke' laesies die in de darmplooien kunnen ontstaan na het wegnemen van een poliep. Ook een eenduidige beoordeling van de scans - door mensen of computers - vormt nog een bottleneck. Tijd: 10:00 uur

16/10
Promotie
Ayso de Vries: 'Clinical evaluation of technical developments in CT colonography'. Promotor is prof.dr. J. Stoker, hoogleraar Radiologie in het bijzonder abdominale beeldvormende diagnostiek. Co-promotoren zijn dr. H.W.Venema en dr. E. Dekker. Het proefschrift evalueert enkele technische aspecten van CT-colografie. Ter voorbereiding daarop vindt een laxerende darmvoorbereiding plaats. Het beperken van de hoeveelheid laxerende middelen heeft geen negatief effect op de diagnostische kwaliteit van het onderzoek. Voor relatief onervaren beoordelaars van CT-colografie kan electronic cleansing (het virtueel verwijderen van ontlasting vermengd met contrastmateriaal) helpen om patiënten te beoordelen die een beperkte darmvoorbereiding hebben ondergaan. Voor ervaren beoordelaars heeft het geen toegevoegde waarde. Men moet voorzichtig zijn met het reduceren van de stralingsdosis in een patiëntenpopulatie die een beperkte darmvoorbereiding heeft ondergaan. Het verminderde contrast tussen de darmwand en de darminhoud leidt bij lage dosis tot een verminderde zichtbaarheid van poliepen.

Tijd: 12:00 uur

20/10
Lezing
Ruysch lezing verzorgd door professor Antoon Moorman, hoofd van de afdeling Anatomie, Embryologie & Fysiologie en het Onderzoekscentrum Hartfalen, en van de Europese consortia HeartRepair and CHeartED, waaraan meer dan 30 vooraanstaande onderzoeksgroepen deelnemen. Moorman ontwikkelde een driedimensionaal model van de ontwikkeling van het hart op moleculair en anatomisch niveau, dat wereldwijd wordt gebruikt in onderzoek aan het hart. In zijn lezing getiteld 'The making of a heart' gaat professor Moorman nader in op het ontstaan van het hart uit voorlopercellen en de verdere specialisatie van hartcellen. Plaats: AMC, Collegezaal 1
Tijd: 17.00 uur

22/10
Promotie
Anneluuk Lindenhovius: 'Posttraumatic elbow stiffness'. Promotores zijn prof.dr. C.N. van Dijk, hoogleraar Orthopaedie, in het bijzonder de athroscopische chirurgie en prof.dr. J.B. Jupiter, hoogleraar Orthopedische Chirurgie (Harvard Medical School, Boston, VS). Copromotores zijn dr. P. Kloen en dr. D.C. Ring (Harvard Medical School, Boston, VS). Drie-dimenstionale reconstructies van conventionele CT-scans brengen complexe elleboogbreuken beter in beeld en helpen de chirurg zo bij de behandeling. Dat is één van de conclusies uit het promotie-onderzoek van Lindenhovius naar stijfheid na elleboogtrauma. Als patiënten na een trauma of operatie last blijven houden van stijfheid van de elleboog, kan het gewrichtskapsel met een dynamische of statische spalk ('splinting') worden opgerekt. Een behandeling die in Nederland nog niet veel wordt toegepast, maar waarmee vervolgoperaties voorkomen kunnen worden. Lindenhovius beschrijft ook enkele andere factoren die de nonoperatieve en operatieve behandeling van posttraumatische elleboogstijfheid verbeteren. Tijd: 12.00 uur

23/10
Promotie
Janneke Hatzmann: 'The Care-project: consequences of care. Parents of children with a chronic disease'. Promotores zijn prof.dr. H.S.A. Heymans, hoogleraar Algemene Kindergeneeskunde, en prof.dr. B.M.S. van Praag, emeritus-hoogleraar Toegepaste Economie. Co-promotor is dr. M.A.Grootenhuis. Het aantal kinderen met een chronische aandoening is de afgelopen decennia sterk gestegen. Volgens het CBS telde Nederland in 2008 bijna een half miljoen chronisch zieke kinderen. Hun ziekte raakt vaak het hele gezin. Maar terwijl de psychosociale gevolgen voor de kinderen al in veel wetenschappelijke studies zijn geanalyseerd, is er volgens promovenda Hatzmann tot nu toe veel minder aandacht geweest voor de gevolgen voor de ouders. De psychologe deed met een speciaal ontwikkelde vragenlijst (de 'Care'-lijst) een vergelijkend onderzoek onder ruim duizend ouders van gezonde en chronisch zieke kinderen. Daaruit bleek dat ouders uit die laatste groep vaker kampen met psychosociale problemen en dat zij een verminderde kwaliteit van leven hebben. Een opvallende uitkomst was dat gezinnen met een chronisch ziek kind vaak moeten terugvallen in een 'klassieke' rolverdeling, waarbij de man de kostwinner is en de vrouw thuis de zorg op zich neemt. Hatzmann bepleit dat er bij de behandeling van chronisch zieke kinderen meer systematische aandacht komt voor het hele gezin, en niet alleen voor de patiënten zelf. Tijd: 10:00 uur

26-27/10
Symposium
'Reaching for the stars'. Onder die vlag vindt in het AMC de eerste wereldtop plaats over klinische trials bij kinderen. De tweedaagse bijeenkomst wordt georganiseerd door StaR Child Health, een internationaal initiatief van methodologen, artsen en beleidsmakers die ijveren voor degelijk en verantwoord klinisch onderzoek bij kinderen. Aanleiding voor het initiatief is dat de meeste geneesmiddelen alleen worden getest bij volwassenen en na registratie in een aangepaste dosering worden voorgeschreven aan jonge patiënten. En dat terwijl duidelijk is dan kinderen geen mini-volwassenen zijn. Vanuit het AMC is prof.dr. Martin Offringa, hoogleraar Klinische epidemiologie in de kindergeneeskunde, bij het initiatief betrokken. Eén van de hoofdsprekers op de topconferentie is hoofdredacteur Richard Horton van The Lancet. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 09.00 -17.00 uur

27/10
Promotie
Maurice Remmelink: 'Cardiac hemodynamics in PCI. Effects of ischemia, reperfusion and mechanical support'. Promotores zijn prof.dr. J.J. Piek, hoogleraar Klinische Cardiologie in het bijzonder interventie-cardiologie, en prof.dr. J.G.P. Tijssen, hoogleraar Klinische Epidemiologie en Biostatistiek. Co-promotor is dr. J. Baan. Op de hartcatheterisatiekamer kan men met een speciale catheter continu gegevens verzamelen over bloeddruk en het volume van de linker hartkamer. Dit maakt nauwkeurige bepaling mogelijk van de hartfunctie tijdens een behandeling. Het proefschrift richt zich op de functie van de linker hartkamer en bloeddoorstroming van de kransslagaders tijdens dotteren, en op ondersteuning van het hart met behulp van een nieuwe, via de lies ingebrachte pomp. Remmelink beschrijft onder andere de effecten van herhaalde perioden van zuurstofgebrek, de directe effecten op de hartfunctie van een dotterbehandeling bij patiënten met een acuut hartinfarct, de veiligheid en effectiviteit van de nieuwe hartpomp tijdens onder meer het uitvoeren van risicovolle dotterbehandelingen. Tevens keek hij naar het herstel van de linker kamerfunctie en de invloed op de bloeddoorstroming van de kransslagaders gedurende follow-up na dotteren bij een acuut hartinfarct. Tijd: 14:00 uur

28/10
Promotie
Tineke Vos: 'Denial and quality of life in lung cancer patients'. Promotores zijn prof.dr. J.C.J.M. de Haes, hoogleraar Medische Psychologie, en prof.dr. J.C. van Houwelingen, hoogleraar Medische Statistiek (LUMC). Co-promotor is dr. H. Putter. In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 9000 mensen longkanker. Het proefschrift beschrijft de relatie tussen ontkenning en kwaliteit van leven bij patiënten met de ziekte. Mannen ontkenden sterker dan vrouwen, jongere patiënten minder dan oudere. Een zekere mate van ontkenning lijkt normaal en kan gezien worden als onderdeel van het ziekteproces. Patiënten met een matig niveau van ontkenning rapporteerden minder klachten dan patiënten met een laag ontkenningsniveau. Ook het sociaal en emotioneel functioneren van patiënten verbeterde bij een bepaalde mate van ontkenning. Ontkenning lijkt dus een gunstig effect te hebben en dient gerespecteerd te worden. Tijd: 14:00 uur

28 t/m 30/10
Symposium
De afdeling KNO organiseert de 16e internationale cursus 'Modern rhinoplasty techniques' en het symposium 'Revision rhinoplasty, analyses and surgical solutions'. Hoofdgast is Daniël Becker, hoogleraar Hoofd- en halschirurgie aan de Universiteit van Pennsylvania en een vooraanstaand wetenschapper op het gebied van chirurgische ingrepen aan de neus. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 08.00 - 17.30 uur

29/10
Promotie
Melanie Schmidt: 'Tackling health inequalities in The Hague. A process evaluation of municipal programme for improving health in deprived neighbourhoods'. Promotores zijn prof.dr. K. Stronks, hoogleraar Sociale Geneeskunde, en prof.dr. N.S. Klazinga, hoogleraar Sociale Geneeskunde. Bewoners van achterstandswijken en lokale gezondheidsorganisaties zouden meer betrokken moeten worden bij de wijkgerichte aanpak om gezondheidsverschillen tussen bevolkingsgroepen te verminderen. Dat concludeert Schmidt in haar evaluatie van het Haagse programma: 'Gezondheidsachterstand moet wijken' tussen 2003 en 2006. Zij onderzocht wat belangrijk is voor het slagen van een dergelijke aanpak, waarvan het uiteindelijke doel is om het verschil in gezondheidstoestand en levensverwachting tussen mensen met een lage en een hoge sociaal economische status te verkleinen. Het verkrijgen van politieke prioriteit, het betrekken van lokale organisaties en het inspelen op behoeftes van de wijkbewoners lijken belangrijke factoren. Zo werden in Den Haag bijvoorbeeld lokale organisaties gemobiliseerd met wijkactiebudgetten en werden bewoners betrokken via interventies zoals Bewegen Op Recept (waarin huisartsen patiënten met een recept konden doorverwijzen naar een beweegprogramma). Tijd: 14:00 uur

29-30/10
Symposium
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de EUGOGO (European Group on Graves' Orbitopathy) wordt een symposium georganiseerd over een variant van de ziekte van Graves, Graves orbitopathie. Bij deze auto-immuunziekte krijgen patiënten oogklachten als gevolg van een te snel werkende schildklier. Het symposium is bedoeld voor oogartsen, internisten, endocrinologen en immunologen. Plaats: Trippenhuis KNAW, Amsterdam
Tijd: 09.00 - 18.00 uur

29 en 30/10
Symposium
Bijeenkomst van het Onderwijsinstituut Medische Informatiekunde over 'De digitale patiënt'. Plaats: AMC, Collegezaal 2
Tijd: 9.30 uur - 17.00 uur (29/10) en 10.00 uur - 16.00 uur (30/10)

30/10
Promotie
Nadja Nijenhuis: 'Microrheology of the pericellular matrix: gels, cells and organ. An optical tweezers study'. Promotores zijn prof.dr.ir. J.A.E. Spaan, hoogleraar Medische Fysica, en prof.dr. C.F. Schmidt, hoogleraar Fysica (Georg-August-Universität, Göttingen, Duitsland). Met behulp van een optisch pincet deed Nijenhuis mechanische metingen aan de pericellulaire matrix, een laag moleculen die verscheidene type cellen omgeeft. De nadruk lag op de pericellulaire matrix van endotheelcellen: de endothele glycocalyx. In eerste instantie bepaalde zij de viscoelastische eigenschappen van verschillende oplossingen van hyaluronan, één van de belangrijkste componenten van de glycocalyx. De toevoeging van andere bestanddelen van de glycocalyx had weinig invloed op de viscoelasticiteit van de hyaluronanoplossingen, wat er op wijst dat hyaluronan de mechanische eigenschappen van de endothele glycocalyx domineert. Omdat endotheelcellen in kweek geen mechanische endothele glycocalyx produceren, gebruikte de promovenda prostaatkankercellen als een model voor een hyaluronanproducerende cel. Zij bepaalde voor het eerst de mechanische eigenschappen van deze zachte pericellulaire matrix. Tijd: 10:00 uur

30/10
Promotie
Mariëlle Duffels: 'Pulmonary arterial hypertension in adult patients with congenital heart disease'. Promotores zijn prof.dr. R.M.F. Berger, hoogleraar Kindergeneeskunde in het bijzonder kindercardiologie (UMCG), en prof.dr. B.J.M. Mulder, hoogleraar Cardiologie in het bijzonder de congenitale cardiologie bij volwassenen. Co-promotor is dr. P. Bresser. Het proefschrift is een spin-off van het landelijke CONCOR-project, gecoördineerd vanuit het AMC. Via dit project proberen cardiologen alle Nederlandse patiënten in kaart te brengen met een aangeboren hartafwijking. Duffels keek binnen de CONCOR-populatie naar patiënten met pulmonale arteriële hypertensie: een te hoge druk in de longslagaders die leidt tot inspanningsproblemen, hartfalen en een vroegtijdige dood. De ernstigste variant is het syndroom van Eisenmenger, waarbij de bloedstroom in het hart verstoord raakt en cyanose optreedt (een blauwkleuring van de huid). Duffels concentreerde zich onder andere op het middel Bosentan, dat de weerstand van de bloedvaten vermindert en zo de hoeveelheid bloed vergroot die per minuut wordt rondgepompt. Ze analyseerde de werking onder andere bij patiënten met het Down-syndroom, bij wie aangeboren hartafwijkingen vaak voorkomen. In deze groep blijkt Bosentan effectief voor de behandeling van het Eisenmenger-syndroom. Tijd: 14:00 uur

31/10
Afscheidssymposium
Ter gelegenheid van het afscheid van KNO-arts prof.dr. G.J. Nolst Trenité vindt een symposium plaats getiteld 'Neuschirurgie: verleden, heden en toekomst'. Plaats: AMC, Collegezaal 5
Tijd: 13.30 - 17.30 uur




Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam