Senternovem

24-09-2009 | Congestiemanagement: "Gebruik van groene stroom moet voorrang krijgen"

De komende jaren dreigt grote congestie op het elektriciteitsnet, omdat de huidige infrastructuur de (toekomstige) productie niet aankan. Bij overbelasting zullen centrales van het net af moeten. Hoe ziet de oplossing eruit? Hoe managen we de congestie? En hoe voorkomen we dat groen geproduceerde stroom de gebruiker niet bereikt? "Houd vooral het grotere geheel in de gaten", benadrukt Theo Walthie, die de visie van het RegieOrgaan op congestiemanagement toelicht.

Het grotere geheel wordt bepaald door het samenspel van de drie trends die essentieel zijn voor de transitie naar een duurzame energiehuishouding. De eerste trend is het inzetten op energie-efficiency. Walthie: "Dat betekent: wel economische groei bevorderen, maar zonder toename van het energieverbruik, liefst zelfs een afname. De tweede trend betreft de inzet van meer en meer duurzame energie. We gaan weg van fossiele bronnen, onder meer omdat die eindig zijn - zeker in Europa. De laatste trend, die ook van groot belang is voor congestiemanagement, is een sterke inzet op het decentraal opwekken van alle vormen van energie."

Nieuw instrumentarium nodig
Wat betekenen de transitietrends voor de elektriciteitsvoorziening? Walthie: "Het betekent onder meer dat we zorgvuldig moeten bekijken hoeveel elektriciteit we nodig hebben op korte, middellange en lange termijn. Ik denk dat we tot een lagere uitkomst komen dan wanneer we domweg de vroegere trends extrapoleren. Op langere termijn zien we wellicht een groei als het elektrisch vervoer opkomt, maar dat vervoer is er nu nog niet. Als het gaat om verduurzaming moeten we beseffen dat die niet stopt in 2020; de toename van het `aandeel duurzaam' moet juist daarna versnellen. We moeten weg van fossiel en dat vergt veel inspanning. Het kost altijd energie om de bestaande `orde' weg te duwen. Dat betekent ook dat er een nieuw instrumentarium nodig is dat verduurzaming bevordert. Zonder andere instrumenten en regelgeving is het logisch dat de markt zich blijft richten op grootschalig fossiel."

Trend naar minder vaste basislast
Wind, biomassa en zon zijn in Nederland de belangrijkste bronnen voor verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening. Hoe groter het aanbod uit deze bronnen, hoe meer variabiliteit de aanbodzijde zal krijgen. "Dat betekent dat de noodzaak voor flexibiliteit van het systeem - die ook nog eens versterkt wordt door decentrale opwekking - steeds groter wordt. Daar moet je bij de set-up van je basislastvoorziening rekening mee houden. Eigenlijk is er dus sprake van een trend naar minder vaste basislast en niet naar meer. Dat is een probleem, want momenteel stuurt de markt in volle vaart aan op heel veel meer basislast fossiel."

Voorrang gebruik duurzame stroom
Om duurzame stroom in te passen in de elektriciteitsvoorziening en weg te komen van fossiel is het allereerst nodig dat duurzaam geproduceerde energie ook daadwerkelijk gebruikt wordt. "Het gebruik van groene stroom moet daarom voorrang krijgen", zegt Walthie. "En dat kun je vertalen in drie aspecten die samen het hart vormen van congestiemanagement: voorrang op het net, voorrang op de markt, en voorrang op de aansluiting, ook als het gaat om duurzame energie in decentrale vorm." Voorrang op de markt is alleen realiseerbaar op basis van een goed feed-in systeem, waarbij het er niet alleen om gaat dat duurzame stroom het recht heeft op voorrang, maar economisch gezien ook voorrang neemt. "Er zijn verschillende modellen voor een feed-in systeem. Zo hebben de Duitsers hun Einspeise-Gesetz. Gezien de ervaring die zij hebben, zouden we dat enigszins kunnen modificeren en een Nederlandse variant ontwikkelen. Dan krijg je voorrang op de marktplaats en als gevolg daarvan ook voorrang van transport."

Stimuleren, niet verbieden
Op de vraag hoe de te bewandelen weg naar een duurzame elektriciteitsvoorziening er uit ziet, antwoordt Walthie: "We moeten het inslaan van de wenselijke richting stimuleren in plaats van verbieden wat niet wenselijk is. Dat betekent dat we nieuwe randvoorwaarden moeten creëren, die de markt stimuleren de wenselijke richting in te slaan. Congestiemanagement in de zin van echte voorrang voor duurzame elektriciteit is een van die aanpassingen. Daarnaast is verbetering nodig van het vergunningenstelsel. Ook voor grootschalige duurzame energieopwekking, zoals uit wind. Bovendien is het nodig een nieuwe economische aansturing van verduurzaming langdurig te verankeren.
Ten slotte zullen we gedwongen zijn - omdat we fossiel nog lange tijd nodig zullen hebben - aan te zetten tot een vorm van verplichting van CCS, wanneer deze techniek veilig en bewezen is. In het bijzonder voor nieuwe kolencentrales en dan heb ik het al over 2020. Maar het moet nu al duidelijk worden dat het die kant op gaat en tevens dat dit op Europees niveau plaatsvindt. Voor dit aspect van CCS kan Nederland een koploperpositie innemen.