Senternovem

24-09-2009 | Trendrapportage EOS; vier jaar EOS onder de loep genomen

In 2005 ging Energie Onderzoek Subsidie (EOS) van start. In vier jaar tijd werden zo'n 500 projecten gerealiseerd dankzij een bijdrage van EOS. Een indrukwekkend getal, maar wat heeft vier jaar EOS opgeleverd en wordt EOS-geld goed besteed? Jacques Kimman, hoogleraar Nieuwe Energie, en Errol Soeriowardojo, adviseur Energieonderzoek en Toepassing bij SenterNovem, onderzochten de voornaamste trends en effecten sinds de start van EOS.

Kimman en Soeriowardojo schreven hun bevindingen neer in de Trendrapportage EOS (2005-2008), die eind juli uitkwam. Een van de belangrijkste conclusies luidt dat een aantal technologieën zich dankzij het EOS-programma heeft kunnen ontwikkelen van uitvindersniveau tot aan de markt. "EOS beslaat het hele proces van idee tot marktintroductie", zegt Jacques Kimman. "En dan gaat het overigens niet altijd om financiële steun, maar bijvoorbeeld ook om kennisuitwisseling, en het met elkaar in contact brengen van verschillende partijen. Zo was het al bij de ontwikkeling van de zonneboiler van essentieel belang dat er een dialoog ontstond tussen de producenten en installateurs."

Industriële initiatieven
Continue ondersteuning van onderzoek en samenwerking met bedrijven heeft geleid tot nieuwe industriële initiatieven in Nederland. Zo heeft Solland Solar een prima concurrentiepositie opgebouwd op het gebied van hoog-rendement multikristallijn zonnecellen. Samen met ECN heeft Solland Solar het wereldrecord efficiency voor zonnepanelen in handen op basis van multikristallijne silicium `back-contact' zonnecellen. En Nuon Helianthos bouwt, mede dankzij EOS-steun, in Nederland een pilot-productielijn voor dunne-film zonnecellen op basis van `roll-to-roll' productietechnologie. Het is lastig om deze resultaten met cijfers te onderbouwen. Want hoe zouden deze speerpunten het hebben gedaan zonder subsidie? "Zouden ze andere keuzes maken? Dat denk ik wel. Ik denk vooral dat ze minder risico zouden nemen. Zonder overheidssubsidie durven de meeste bedrijven geen kosten te maken die ze niet kunnen verantwoorden. De essentie van het stimuleren van bedrijven is dat ze onderzoeksrisico's durven te nemen, die ze normaal gesproken niet zouden nemen", aldus Kimman.

Van EOS naar EIA
Naast een toename van de bedrijvigheid op EOS-speerpunten, is te zien dat de speerpunten verschuiven naar investerings- en expoitaiteregelingen. "Je ziet heel mooi dat het stokje vanuit EOS wordt overgedragen aan de Energie-investeringsaftrek (EIA), waarna de technologie eigenlijk grootschalig in de markt wordt gezet", legt onderzoeker Soeriowardojo uit. "Bij warmtepompen bijvoorbeeld is duidelijk te zien dat het onderzoeksstadium voorbij is. Deze technologie is `overgedragen' aan de EIA."

Sterke octrooipositie
Kimman en Soeriowardojo ontdekten in hun trendanalyse dat EOS bijdraagt aan een sterke octrooipositie van Nederlandse partijen. Nederland neemt met 8% van de octrooien uit 15 landen een relatief sterke positie in Europa. In Nederland komen 18 van de 140 octrooien op naam van kennisinstituten. TNO en de Technische Universiteit Eindhoven zijn nieuwe octrooiaanvragers binnen de EOS-periode. "In de periode 2005-2008 is het aandeel van overige partijen (kennisinstituten) ten opzichte van de industrie duidelijk gestegen", legt Kimman uit.

Europees onderzoek
Een andere belangrijke trend die naar voren komt in de Trendrapportage is dat EOS bijdraagt aan Europees onderzoek. "Een groot deel van de Nederlandse partijen die succesvol zijn bij Europese subsidietenders op energiegebied doet dat met kennis uit projecten in het EOS-programma", vertelt Soeriowardojo. "Dat wil zeggen dat ze eerst in het EOS-kader hebben gewerkt en daarna met Europese partners een Europees voorstel hebben ingediend."

Energie van de toekomst
Hebben de bevindingen uit de Trendrapportage nog gevolgen voor het toekomstige EOS-beleid? Kimman: "Mijn overtuiging is dat iedere euro die in Research & Development wordt gestoken, zich in de toekomst in het tienvoudige terugbetaalt. Dat is ook aangetoond in onderzoeken. Alle steun die op dit moment naar duurzame energie gaat, is nog `peanuts' vergeleken met het geld dat wordt besteed aan conventionele energie. Dus het kan nog beter, want dit is wel de energie van de toekomst."