VU medisch centrum
Patiëntveiligheid
Interne audits stimuleren verbetercultuur
23 september 2009
Een open cultuur waarin je van fouten en bijna-fouten leert, is
essentieel. Daar wordt de kwaliteit van de zorg en de veiligheid van
de patiënt beter van - en VUmc moedigt die verbetercultuur aan. Nicole
Feller van het instituut ondersteuning patiëntenzorg coördineert onder
meer de audits die de patiëntveiligheid onder de loep nemen. "Dat is
een gratis advies om beter te worden in je werk."
Nicole Feller: `VUmc moet een cultuur krijgen waarin medewerkers
consequent en continu hun werk willen en kunnen verbeteren' Foto: Mark
van den Brink "Als je een nieuwe auto koopt, dan mag je er vanuit gaan
dat je daar veilig in kunt rijden. Datzelfde moet gelden voor
patiënten die ons ziekenhuis binnenstappen. Het moet vanzelfsprekend
zijn dat zij met de juiste medicijnen de deur weer uit stappen."
Nicole Feller is stafadviseur bij het instituut ondersteuning
patiëntenzorg (IOP), dat onder meer trajecten begeleidt die de
patiëntveiligheid - een onderdeel van het integrale kwaliteitssysteem
- vergroten.
"Het hogere doel is een cultuur waarin medewerkers van hoog tot laag,
van alle afdelingen en diensten van alle divisies, consequent en
continu hun werk willen en kunnen verbeteren. Een cultuur waarin je
van fouten en bijna-fouten leert door ze onder de loep te nemen en
vervolgens de werkwijze aan te passen."
Schade
Enkele landelijke cijfers: per jaar overlijden er 1.735 patiënten door
vermijdbare en onbedoelde fouten zoals verkeerde medicijnen,
wondinfecties en sepsis. Daarnaast lopen jaarlijks 30.000
ziekenhuispatiënten vermijdbare schade op tijdens de behandeling - van
een post-operatieve infectie tot de amputatie van een verkeerd been.
In totaal is dat 5,7 procent van de 1,3 miljoen mensen die in een
ziekenhuis terechtkomen. Binnen vijf jaar moet het aantal fouten met
de helft verminderd zijn en de patiëntveiligheid moet beter. Daarom is
vorig jaar het landelijke veiligheidsprogramma gestart, dat
ziekenhuizen helpt een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) op te
zetten.
Een ziekenhuisbrede proefaudit om de patiëntveiligheid in VUmc te
toetsen vindt plaats op 2 en 3 november - VUmc is één van de drie
ziekenhuizen die hieraan meedoen. Feller: "De voorbereidingen
betekenen niet alleen documenten over patiëntveiligheid verzamelen,
maar ook verschillende afdelingen uitnodigen om de evaluatie, in de
vorm van een enquête, in te vullen. Dat geeft inzicht in hoeverre het
VMS op de afdelingen al is ingevoerd. Op basis daarvan kan het
veiligheidsprogramma besluiten of we klaar zijn voor de proefaudit. We
verwachten dat zij geen obstakels zien om deze audit uit te voeren."
Stempel van vertrouwen
De audit in november wordt volgens Feller een mooie spiegel voor het
traject dat het IOP voorbereidt voor de toetsing door het Nederlands
Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Want in 2012 moeten
alle ziekenhuizen VMS-gecertificeerd zijn en het NIAZ neemt eind
november 2010 VUmc onder de loep. "Dan komen zo'n tien auditoren vijf
dagen op bezoek om ons kwaliteitssysteem te toetsen. Is de
accreditatie eenmaal aangevraagd, dan wil VUmc die ook halen", aldus
Feller. De accreditatie gaat over de hele zorg in het ziekenhuis, je
laat zien dat je de zaken organisatorisch op orde hebt.
Patiëntveiligheid is daar een zwaar onderdeel van. "Een accreditatie
zal geen garantie bieden voor foutloosheid, zorg blijft immers
mensenwerk. Wel is het een stempel van een onafhankelijke instantie
die patiënten vertrouwen geeft."
Politieagent
Een andere proefaudit is al achter de rug bij de afdeling radiologie.
Het instituut harmonisatie kwaliteitsbeoordeling in de zorg (HKZ)
testte daar een nieuw model voor cliëntveiligheid met VUmc als eerste
instituut voor de test.
Deze en interne audits ontmoeten aardig wat reserve onder de
medewerkers. "We merken dat medewerkers huiverig zijn en dat is
jammer", aldus een overtuigende Feller. "Want het zijn geen oordelen
over mensen, wij zijn geen politieagent. Het is gratis advies om beter
te worden in je werk, om te kunnen en mogen leren."
Barbara van Male
bron: Tracer