ChristenUnie
ChristenUnie Arnhem bezorgd over gebrekkige controle
escortbranche
ChristenUnie Arnhem bezorgd over gebrekkige controle escortbranche
donderdag 24 september 2009 09:00 De laatste tijd overspoelen
Oost-europese meisjes de Nederlandse prostitutiebranche, en dan vooral
de escortsector. Controle is een belangrijk middel om mensenhandel en
andere misstanden aan te pakken.
De ChristenUnie Arnhem ontdekte dat het momenteel onbreekt aan die
controles in hun stad, en stelde daarover vragen aan het
gemeentebestuur.
Geacht College,
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de invoering van de
bordeelvergunning ertoe heeft geleid dat vrouwenhandelaren hun
slachtoffers hebben verplaatst van de raamprostitutie naar de
escortsector. De escortbranche is buitengewoon mobiel en daardoor vaak
ongrijpbaar. Recent onderzoek wijst uit dat de escortbranche in de
afgelopen jaren flink is gegroeid, mogelijk zelfs verdubbeld. Ook hier
is sprake van misstanden. Onvrijwilligheid, uitbuiting en mensenhandel
van vooral Oost-Europese vrouwen, vragen om een aanpak. Volgens
diverse hulporganisaties, waaronder Het Scharlaken Koord worden er
momenteel grote aantallen Oost-Europese vrouwen van precies achttien
jaar naar Nederland gehaald om in de prostitutie te gaan werken, en
dan vooral in de escortbranche. Deze vrouwen zijn dus al voor hun
achttiende verjaardag geronseld, en zijn lange tijd praktisch en
financieel afhankelijk van de bemiddelende instanties/personen. Dit
raakt de grens van het criminele circuit.
Navraag bij de korpsexpert Mensenhandel van de regiopolitie Gelderland
Midden leert de fractie van de ChristenUnie dat er in Arnhem momenteel
"geen prostitutiecontrole plaatsvindt", terwijl er zich, naast de
reguliere seksinrichtingen, diverse escortbureaus binnen de
gemeentegrenzen bevinden. Tegelijk stelt de korpsexpert "dat het
aanbeveling verdient om door middel van regelmatige en doelgerichte
controles met ketenpartners als politie, gemeente en GGD toezicht uit
te oefenen op prostitutiebedrijven. Deze controles werken preventief
en zijn gericht op het normaliseren en behouden van inzicht in de
prostitutiebranche en het vroegtijdig opvangen van mogelijke signalen
van mensenhandel. Om verplaatsing van de mensenhandelproblematiek
tegen te gaan is het noodzakelijk om ook effectief op te treden in de
niet-locatiegebonden sectoren (escortbranche) en het illegale circuit.
Deze sectoren zijn moeilijk controleerbaar en kennen een groot risico
voor mensenhandel. Voor de niet-locatiegebonden prostitutiesectoren
kan de - ten behoeve van bestuurlijk toezicht ontwikkelde - methode
van de zogenaamde hotelkamercontrole worden ingezet."
Ook de nationale rapporteur mensenhandel benadrukt het belang van
vormen van frequente prostitutiecontrole.
De ChristenUnie heeft daarom de volgende vragen:
- In de nota Van Rood naar Groen (2000) wordt vermeld dat ook
escortbureaus een vergunning moeten hebben. Op welke wijze (criteria)
worden deze vergunningen verleend? Maakt toetsing aan de wet BIBOB
daar onderdeel van uit?
- Om hoeveel vergunningen gaat het in Arnhem? Klopt het dat
dit aantal dus exclusief de vergunningen voor seksinrichtingen is?
- Is het college het met de fractie van de ChristenUnie eens
dat het zeer vreemd is dat er geen prostitutiecontrole plaatsvindt,
terwijl de korpsexpert Mensenhandel en de nationale rapporteur
Mensenhandel dit wel aanbevelen, en het belang daarvan wel degelijk
erkennen?
- Welke instrumenten zet het college dan wel in om zicht en
controle op de escortbranche in Arnhem te krijgen en te houden?
- Is het college bereid vanwege de toename van vrouwenhandel
in de escortbranche extra maatregelen te nemen, waaronder regelmatige
en doelgerichte controles, samen met ketenpartners?
(prostitutiecontrole of hotelkamercontrole)
Namens de fractie van de ChristenUnie,
Addy Plieger
Fractievoorzitter
In het land