Ingezonden persbericht
woensdag 23
september 2009
Van de Donk wil geen betaalde bijbaan
Amsterdam, 23 september 2009 - De nieuwe Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, Wim van de Donk (CDA), wil geen enkele betaalde bijbaan. 'Brabant verdient volle aandacht,' zegt hij deze week in een interview met weekblad Elsevier.
Van de Donk neemt afscheid als voorzitter van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) om per 1 oktober aan te treden als commissaris van de Koningin. Hij heeft nu een groot aantal betaalde en niet-betaalde nevenfuncties. Zo is hij parttime hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg; voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Rabobank in Tilburg; lid van de Raad van Toezicht bij het Sint-Elisabeth-ziekenhuis en lid van de Raad van Toezicht bij het ROC Midden-Brabant.
Hij legt deze functies neer om zich volledig te kunnen wijden aan het provinciebestuur.
Van de Donk legt zich vrijwillig deze beperking op. Commissarissen van de Koningin mogen bijbanen aanhouden, al neemt de maatschappelijke kritiek daarop de laatste jaren enorm toe. Sommige commissarissen grossieren in nevenfuncties en houden daar tienduizenden euro's per jaar aan over, bovenop hun reguliere bruto jaarsalaris van 120.00 euro.
Uit onderzoek door Elsevier bleek begin dit jaar dat de commissarissen samen voor zeker 300.000 euro bijklusten. Slechts drie van de onderzochte elf commissarissen bleken geen betaalde bijbanen te hebben: John Jorritsma (VVD, Friesland), Leen Verbeek (PvdA, Flevoland) en Max van den Berg (PvdA, Groningen).
In het interview met Elsevier bepleit Van de Donk meer aandacht voor 'de morele vorming' van jongeren door middel van godsdienstonderricht op de scholen. 'De godsdienstles moet fors worden opgewaardeerd. Je hebt kennis nodig van de godsdiensten om inspiratie te vinden. Dat moeten we veel serieuzer aanpakken. Collega Peter Nissen vertelde me eens over een jongetje dat met zijn vader in Den Bosch langs de Sint-Jan liep: "Papa, wat is dat voor mooi kasteel?" Zo ver zijn we al weggezakt in Nederland.'
Van de Donk verzet zich tegen een scherp onderscheid tussen kerk en staat. In Elsevier zegt hij: 'De redenering dat religie strikt privé is, lijkt me onhoudbaar. Godsdienst heeft maatschappelijke betekenis. Ik ben tegen het krampachtige onderscheid tussen kerk en staat.'