Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden op kamervragen over het bericht dat gemeenten 533
miljoen euro ophalen aan parkeergelden
22 september 2009
Antwoorden van de staatssecretaris op kamervragen van de leden
Brinkman en De Mos (PVV) over het bericht dat gemeenten 533 miljoen
euro ophalen aan parkeergelden. De vragen gesteld aan de minister,
maar beantwoord door de staatssecretaris omdat de parkeerbelasting tot
haar portefeuille behoort. Ingezonden op 4 september met kenmerk
2009Z15755.
2009Z15755
Vragen van het leden Brinkman en De Mos (beiden PVV) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat gemeenten 533
miljoen ophalen aan parkeergelden. (Ingezonden 4 september 2009)
Vraag 1
Kent u het bericht dat de Nederlandse gemeenten dit jaar 533 miljoen euro
verwachten op te halen aan parkeergelden? 1)
Antwoord:
Ja
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat gemeenten tien keer zoveel inkomsten genereren uit
parkeergelden dan twintig jaar geleden? Vindt u dat de automobilist als melkkoe
wordt gebruikt door de verschillende gemeenten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Wettelijk is voorgeschreven dat parkeerbelasting moet worden ingezet als een
instrument om de parkeerdruk te reguleren. Deze regulerende belasting is met name
in grote steden waar de parkeerdruk toeneemt van groot belang. Daarbij moet niet
worden vergeten dat vaak door bewoners van een bepaald stadsdeel wordt gevraagd
om parkeerbelasting in te voeren. De groei van de opbrengst is dan ook niet alleen te
wijten aan het stijgen van de tarieven maar vooral ook vanwege de uitbreiding van
het aantal plaatsen waar betaald moet worden voor het parkeren. Inwoners vragen
vaak om een parkeerbelasting regime omdat er een overvloei-effect ontstaat uit
wijken waar al parkeerbelasting is ingevoerd. Daardoor komt er teveel parkeerdruk in
een wijk. Voor bewoners blijft door het verstrekken van goedkopere
parkeervergunningen de parkeerdruk aanvaardbaar. Parkeerbelastingen moeten dan
ook altijd worden gezien in samenhang met parkeervergunningen.
De hoogte van parkeertarieven kan afhankelijk worden gemaakt van locatie en
tijdstip. Daarmee is het bij uitstek een goed instrument voor gemeenten om
parkeerdruk en bereikbaarheid te reguleren. Parkeerbelasting is overigens een
algemene belasting, waarvan de inkomsten aan de algemene middelen worden
toegevoegd. Ik ben niet van mening dat de parkeerbelasting een melkkoe is. Het is
een regulerend instrument voor gemeenten om de parkeerdruk te reguleren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de enorme tariefverschillen tussen de Nederlandse gemeenten
in het betaald parkeren onwenselijk zijn?
Vraag 4
Heeft u, ondanks de bestuurlijke autonomie van gemeenten, wettelijke bevoegdheden
in onze eenheidsstaat om de gemeenten op hun vingers te tikken omtrent deze
schandalige parkeertarieven? Kunt u tevens optreden tegen de enorme verschillen in
parkeertarieven die de Nederlandse gemeenten hanteren? Zo ja, welke maatregelen
gaat u nemen?
Antwoord 3 en 4:
De verschillen in tarieven tussen de Nederlandse gemeenten zijn vaak ingegeven door
de parkeerdruk. Het is logisch dat men in het drukke centrum meer betaald voor
parkeren dan in de buitenwijken. Evenzo is het van belang om te benadrukken dat de
tarieven voor de parkeerbelasting worden bepaald door de gemeenten als onderdeel
van de lokale autonomie. De besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad door
democratisch gekozen volksvertegenwoordigers. Ik ben niet van plan om de
gemeenten op de tarieven aan te spreken. Het is aan de gemeenten om het
parkeerbeleid te bepalen en het daarbij behorende tarief. De grote steden bieden
bovendien vaak ook goedkope alternatieven door middel van P+R terreinen in
combinatie met het openbaar vervoer.
Vraag 5
Gaat u deze problematiek bespreken in het aankomende bestuurlijke overleg met de
Nederlandse gemeenten? Zo ja, welke boodschap heeft u voor de gemeenten? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord:
Gezien de bovenstaande antwoorden en mijn standpunt dat het parkeren een
beleidsterrein is van de decentrale overheden, zie ik geen noodzaak voor een dergelijk
overleg.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het voorstel van de PVV om een landelijk parkeertarief in te voeren
van maximaal een euro per uur?
Antwoord:
Zoals ik hierboven al uiteen heb gezet is het bepalen van het parkeerbeleid en het
daarbij behorende tarief een zaak van gemeenten. Ik ben niet van mening dat
daarvoor een centraal maximum dient te worden vastgesteld. Gemeenten kennen de
lokale situatie en kunnen aan de hand daarvan de juiste beslissing nemen.
1) NRC Handelsblad, 31 augustus 2009: "Gemeenten halen 533 miljoen op aan
parkeergelden"
http://www.nrc.nl/binnenland/article2345220.ece/Gemeenten_halen_533_miljoen_op
_aan_parkeergelden