NMa legt regeling voor bepalen 'redelijke prijs' voor blok- en
stadsverwarming ter inzage
23-09-2009
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) legt op 23 september 2009
de beleidsregel 'Redelijke prijs Warmtewet' ter inzage. Deze
beleidsregel bepaalt op welke wijze de redelijke prijs die consumenten
en kleinzakelijke verbruikers moeten gaan betalen voor blok- en
stadsverwarming wordt vastgesteld. Iedereen kan binnen een termijn van
acht weken hierop reageren. De NMa houdt op 5 november 2009 ook een
hoorzitting over dit onderwerp.
De beleidsregel gaat, zodra de Warmtewet naar verwachting medio 2010
in werking treedt, een belangrijke rol spelen bij het vaststellen van
de redelijke prijs voor de levering van warmte via blok- en
stadsverwarming. De Warmtewet is een initiatiefwet van de Tweede
Kamerleden Ten Hoopen en Samson om verbruikers die zijn aangesloten op
stads- en blokverwarming tegen monopolistische leveranciers te
beschermen. De Warmtewet raakt alle huishoudens en zakelijke
verbruikers met een aansluiting tot 1.000 kW op blok- en
stadsverwarmingnetten. Het gaat in totaal om ongeveer 7.000 netten en
800.000 verbruikers. De warmteleveranciers zijn onder andere Eneco,
Essent, Nuon, woningcorporaties en verenigingen van eigenaren.
Werkelijke kosten bepalen redelijke prijs
Op basis van de wet gaat de leverancier zelf een redelijke prijs voor
de verbruikers vaststellen. De NMa bepaalt met deze beleidsregel onder
meer welke kosten de redelijke prijs mogen bepalen en hoe deze prijs
wordt berekend. Deze redelijke prijs moet een vergoeding zijn voor de
werkelijke kosten van de leverancier per warmtenet. Per warmtenet kan
dus een verschillende prijs tot stand komen.
De redelijke prijs bestaat volgens de conceptregeling uit een
leveringsonafhankelijk deel en een leveringsafhankelijk deel.
Leveringsonafhankelijke kosten zijn kosten voor het maken van een
aansluiting op een bestaand warmtenet (eenmalige kosten),
afschrijvingen, beheer en onderhoud, een redelijk rendement op het
geïnvesteerde vermogen, de inkoop van warmte, administratie,
innovatie, R&D, en overhead. Eventuele subsidies worden hierop in
mindering gebracht. Leveringsafhankelijke kosten zijn kosten voor de
inkoop van warmte en bijstookfaciliteiten in het warmtenet.
Maximumprijs zorgt voor grens
De redelijke prijs die zo tot stand komt, wordt op grond van de
Warmtewet begrensd. De NMa gaat daarom jaarlijks tevens een
maximumprijs vaststellen volgens het niet-meer-dan-anders-beginsel.
Dit houdt in dat een verbruiker van warmte niet méér mag betalen dan
een verbruiker met een gasaansluiting. De Ministerraad zal overigens
met een algemene maatregel van bestuur (AMvB) bepalen hoe de NMa de
maximumprijs moet vaststellen. Die AMvB moet nog ter goedkeuring aan
de Tweede en Eerste Kamer worden voorgelegd. Onder meer de volgende
kosten van gasverbruikers moeten in die vergelijking van het
niet-meer-dan-anders-beginsel worden meegenomen: de leveringskosten,
de transport- en distributiekosten en de kosten voor aanschaf en
onderhoud van een CV-ketel. De redelijke prijs en de maximumprijs
hebben een terugwerkende kracht tot 1 januari 2007.
Pooling
Het is mogelijk dat in de praktijk blijkt dat de redelijke prijs hoger
is dan de maximumprijs. Een leverancier zou dan niet al zijn kosten
voor dat net vergoed krijgen. In dat geval kan een leverancier aan de
Minister van Economische Zaken (EZ) toestemming vragen om zon
verlieslatend net te compenseren met een of meer winstgevende netten,
waar de redelijke prijs lager is dan de maximumprijs. De NMa adviseert
de Minister hierbij. Deze compensatie wordt pooling genoemd. De
redelijke prijs die de verbruiker voor zon winstgevend net betaalt,
wordt daardoor hoger. Zo krijgt een leverancier toch een groter deel
en mogelijk al zijn kosten vergoed en wordt daardoor in staat gesteld
om aan zijn verplichting tot het leveren van warmte te voldoen.
Voortgang na de terinzagelegging
Na de terinzagelegging van acht weken beoordeelt de NMa de ingediende
zienswijzen en stelt zo nodig de conceptbeleidsregel Redelijke prijs
Warmtewet bij. Deze wordt vervolgens voorgelegd aan de Minister van
EZ. De verwachting is dat de NMa de regeling omstreeks 1 maart 2010
definitief kan vaststellen. De regeling treedt overigens pas in
werking als de Warmtewet van kracht wordt.
* Publicatie consultatiedocument en concept-beleidsregels
* Hoorzitting consultatie NMa redelijke prijs Warmtewet
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)