Eerste Kamer steunt âdubbelbesluitâ Europese code sociale zekerheid
23 september 2009
De Eerste Kamer steunt in meerderheid de ratificatie van de nieuwe
Europese code inzake sociale zekerheid ( 31.283 ) en een wetsvoorstel
waarmee het opzeggen van deel VI van de oude Europese code alsnog
wordt goedgekeurd ( 31.267 ). Door dit âdubbelbesluitâ blijft het
vragen van een eigen bijdrage voor ziektekosten mogelijk. Het in de
Nederlandse wetgeving verankerde principe dat voor ziektegevallen als
gevolg van beroepsuitoefening of een bedrijfsongeval en ziektegevallen
als gevolg van bijvoorbeeld sportbeoefening geen andere rechten op
vergoeding gelden blijft gehandhaafd.
Hoewel de Kamer pas op 29 september zal stemmen over beide
wetsvoorstellen, tekende zich op dinsdag 22 september tijdens de
plenaire behandeling in derde termijn een Kamermeerderheid af die het
beleid van de regering op dat punt steunt. De fracties van VVD,
GroenLinks en SP handhaafden hun bezwaren tegen de gecombineerde
wetsvoorstellen, zoals ook in de eerste en tweede termijn van het
debat naar voren werd gebracht.
De ministers Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Donner
(Sociale Zaken en Werkgelegenheid) erkenden in de Eerste Kamer dat de
gang van zaken, waarbij de regering eerst deel VI van de code heeft
opgezegd en pas achteraf daarvoor goedkeuring aan de Staten-Generaal
heeft gevraagd, geen schoonheidsprijs verdient. Minister Klink
bevestigde zijn toezegging dat mensen die tot dusverre op grond van
een ânoodscenarioâ zijn vrijgesteld van het betalen van een eigen
bijdrage, deze vrijstelling in de toekomst behouden. Ook verzekerden
van wie het in behandeling zijnde verzoek tot vrijstelling nog wordt
gehonoreerd, hoeven de eigen bijdrage niet te betalen. Dit zal worden
geregeld om het opgewekte vertrouwen niet te schenden.
De regering kwam destijds met een tijdelijke regeling naar aanleiding
van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRB) op 8 september
2006. Die luidde dat het opleggen van een eigen bijdrage in de AWBZ
voor ziekenhuiszorg in strijd is met deel VI van de Europese code
sociale zekerheid, als deze zorg een gevolg is van een bedrijfsongeval
of een beroepsziekte. Deze uitspraak van de CRB bleek rechtstreekse
werking te hebben, waarna de overheid voor de keuze stond om of deel
VI van de oude code op te zeggen dan wel de Nederlandse wetgeving zo
aan te passen dat er een onderscheid zou ontstaan tussen ârisque
socialâ en ârisque professionalâ.
Minister Donner zette uitvoerig uiteen dat zowel regering als
parlement in het verleden diverse malen besloten om dit onderscheid
niet te maken. Opzeggen van deel VI van het verdrag was volgens hem de
enig begaanbare weg om een goede bescherming te handhaven van
Nederlanders die om welke reden dan ook ziek zijn. Dat er meer dan
drie jaar is verstreken sinds de uitspraak van de CRB voordat de
Eerste Kamer zich over het opzeggen van een deel van de code kon
uitspreken, weet minister Donner mede aan de demissionaire status van
het toenmalige kabinet in het voorjaar van 2007.
Donner verwerpt het verwijt van GroenLinks-senator Strik dat dit
talmen was ingegeven door opportunisme. SP-senator Elzinga typeerde
het debat in drie termijnen als âmosterd na de maaltijdâ. Senator
Kneppers-Heijnert (VVD) handhaaft het oordeel van haar fractie dat de
regering heeft gehandeld in strijd met o.a. het Europees Sociaal
Handvest. Achteraf wil de VVD-fractie het âjuridische gegoochelâ niet
sanctioneren. De senatoren Van de Beeten (CDA) en Westerveld (PvdA)
volstaan met de waarschuwing dat de weg die de regering met deze
wetsvoorstellen heeft bewandeld niet voor herhaling vatbaar is.
---
* stenogram 22 september 2009 pdf icoon
Eerste Kamer der Staten Generaal