4. Termijn eigen risico
Termijn eigen risico
Kamerstuk, 22 september 2009
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
Z/VU-2955823
22 september 2009
Geachte voorzitter,
Inleiding
Tijdens de behandeling van het voorstel tot wijziging van de
Zorgverzekeringswet om de no-claimteruggave te vervangen door een
verplicht eigen risico (wetsvoorstel 31 094), heeft de heer Klein
Breteler namens de CDA-fractie gevraagd de uiterste termijn waarbinnen
het verplicht eigen risico nog in rekening kan worden gebracht terug
te brengen van 12 maanden naar zes maanden na afloop van het
kalenderjaar waarvoor het verplicht eigen risico geldt.
Ik heb toegezegd dat ik hier nog een keer naar zal kijken en kom met
deze brief op mijn toezegging terug.
Huidige situatie
In artikel 18a, vierde lid, van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is
geregeld dat rekeningen voor kosten van zorg of overige diensten
slechts ten laste van het verplicht eigen risico worden gebracht
indien deze rekeningen door de zorgverzekeraar zijn ontvangen voor een
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen dag van het kalenderjaar
volgend op het kalenderjaar waarop het verplicht eigen risico
betrekking heeft. Voor de goede orde wijs is erop dat artikel 18a,
vierde lid, van de Zvw met ingang van 1 september 2009 is vernummerd
tot artikel 19, vijfde lid.
In artikel 2.17, derde lid, van het Besluit zorgverzekering is deze
dag vastgesteld op 31 december.
Dit betekent dat declaraties van in 2008 verleende zorg die de
zorgverzekeraar voor 31 december 2009 ontvangt, nog wel meetellen voor
het verplicht eigen risico over het jaar 2008. Declaraties over 2008
die de zorgverzekeraar op of na 31 december 2009 ontvangt, kan de
zorgverzekeraar niet meer ten laste van het eigen risico brengen.
Overigens mag de zorgverzekeraar declaraties die hij door toedoen van
de verzekerde na die datum ontvangt, nog wel ten laste van het
verplicht eigen risico brengen. In de praktijk zal dit niet veel
voorkomen aangezien dit vooral speelt bij verzekerden met een
restitutiepolis en veel verzekeraars in hun polis hebben opgenomen dat
kosten van zorg niet worden vergoed als de rekening niet binnen een
jaar na het verzekeringsjaar door de verzekerde wordt ingediend.
Remeffect
Indien de wens van de heer Klein Breteler zou worden gevolgd, zouden
de declaraties voor 1 juli van het jaar t+1 door de zorgverzekeraar
moeten zijn ontvangen, om nog bij het verplicht eigen risico van het
jaar t te kunnen worden betrokken. Ik heb de diverse aspecten van zo'n
eerdere datum nog een keer gewogen.
Het verkorten van de termijn waarbinnen declaraties door de
zorgverzekeraar moeten zijn ontvangen, willen die declaraties nog voor
het verplicht eigen risico kunnen meetellen, zou betekenen dat het
eigen risico over een bepaald jaar eerder definitief komt vast te
staan. Of daardoor ook een iets grotere remwerking optreedt is onzeker
en moet zeker niet worden overschat. Dit laatste blijkt ook uit de
CPB-notitie `Gedragseffect van eigen betalingen in de ZVW' van april
2008, die ik als bijlage 1 heb meegezonden bij mijn brief van 23 mei
2008 aan de Eerste en de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 29
689, nr. 194 en bijlagen).
Financieringsverschuiving
De door de heer Klein Breteler voorgestelde kortere termijn betekent
dat declaraties over zorg,verleend in jaar t, die na 30 juni van jaar
t+1 door de zorgverzekeraar worden ontvangen, niet bij het verplicht
eigen risico van jaar t kunnen worden betrokken. Dit zou met name
consequenties hebben bij declaraties voor ziekenhuiszorg en
medisch-specialistische zorg die immers via
diagnosebehandelingcombinaties (DBC's) worden gedeclareerd. Ik zal die
consequenties toelichten.
De kosten van een DBC worden toegerekend aan het jaar van opening; dit
geldt ook voor het eigen risico. Een DBC die in 2009 wordt geopend,
wordt dus betrokken bij het verplicht eigen risico over het
kalenderjaar 2009. Een DBC dient uiterlijk een jaar na opening te
worden gesloten. Een DBC wordt na sluiting gedeclareerd.
Als een verzekerde in de tweede helft van jaar t in het ziekenhuis
wordt opgenomen wordt ook in de tweede helft van jaar t een DBC wordt
geopend. Die DBC wordt uiterlijk na een jaar gesloten. De DBC kan dus
pas in de tweede helft van jaar t+1 bij de zorgverzekeraar van de
betrokken verzekerde worden gedeclareerd. In het geval van de door de
heer Klein Breteler gewenste kortere termijn zou dit betekenen dat die
DBC niet meer bij het verplicht eigen risico voor het jaar t kan
worden betrokken. Hiermee zou een aanzienlijk deel van de
ziekenhuiszorg en medisch-specialistische zorg niet langer kunnen
meetellen voor het verplicht eigen risico. De opbrengst van het
verplicht eigen risico, uitgedrukt in termen van
financieringsverschuiving, zou daardoor wezenlijk dalen. Dit zou
leiden tot een opwaartse druk op de nominale premies. Los daarvan zou
er in dergelijke situaties helemaal geen sprake meer zijn van enige
remwerking.
Verschillend financieel effect voor verzekerden
Tevens zou zo'n kortere termijn voor het eigen risico van verzekerden
die in hetzelfde jaar ziekenhuiszorg of medisch-specialistische zorg
hebben ontvangen, verschillend kunnen uitpakken. Indien de DBC in het
begin van het jaar is geopend, zou die DBC wel meetellen voor het
eigen risico over dat jaar. Bij een DBC die in de tweede helft van dat
jaar is geopend, is dat niet het geval.
Een dergelijke ongelijke uitkomst voor het eigen risico, terwijl het
zorg betreft die in hetzelfde jaar is verleend, acht ik ongewenst.
Conclusie
Het voorgaande afwegende kom ik tot de conclusie dat er aan een
kortere termijn dan nu geregeld, te veel nadelen vastzitten. Daarom is
het niet wenselijk om in artikel 2.17, tweede lid, van het Besluit
zorgverzekering een eerdere datum te bepalen dan 31 december.
Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer hiermee voldoende heb geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport