4. Antwoorden op kamervragen van Arib over onvoldoende zorg voor
vrouwen tijdens de zwangerschap
Antwoorden op kamervragen van Arib over onvoldoende zorg voor vrouwen
tijdens de zwangerschap
Kamerstuk, 22 september 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2956285
22 september 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib
(PvdA) over onvoldoende zorg voor vrouwen tijdens de zwangerschap
(2009Z16311).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het onderzoek dat uitwijst dat bij vier op de
vijf vrouwen die ernstig ziek worden tijdens de zwangerschap, de zorg
niet optimaal is geweest? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw mening over het feit dat vrouwen in Nederland tijdens de
zwangerschap minder goed gevolgd en begeleid worden, en onvoldoende
zorg ontvangen?
Antwoord 2
Het proefschrift analyseert de omvang van de moedersterfte en de
oorzaken die daaraan ten grondslag liggen. Met die kennis gewapend kan
de beroepsgroep nagaan welke mogelijkheden er zijn om de zorg te
verbeteren. De beroepsgroep heeft al aangegeven de protocollen op
basis van deze bevindingen te zullen herzien.
Vraag 3
Is het waar dat de moedersterfte onder allochtone vrouwen hoog is?
Hoeveel vrouwen overlijden er jaarlijks als gevolg van zwangerschap,
bevalling en kraambed? Hoeveel hiervan zijn van allochtone afkomst?
Antwoord 3
Nee dat klopt niet, want grote groepen allochtonen, zoals Marokkaanse
en Turkse vrouwen, hebben geen verhoogde kans op moedersterfte. Met
name vrouwen die nog maar kort in Nederland verblijven, blijken de
hoogste kans op moedersterfte te hebben.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit onderzoek zeer belangrijk en noodzakelijk
is, omdat de bevindingen gebruikt kunnen worden om de zorg voor
zwangere vrouwen aan te passen en te verbeteren?
Antwoord 4
Dit onderzoek bevestigt voor een deel de kennis die er al verkregen
was en verdiept deze verder. Maar ook hiermee zijn nog lang niet alle
inzichten verkregen op grond waarvan de zorg kan worden verbeterd. Zie
ook mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Bent u van plan gegevens ten aanzien van complicaties bij zwangerschap
en de geboden zorg daarbij structureel te gaan bijhouden en
vervolgonderzoek te laten uitvoeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe
gaat u dit vormgeven? Op welke wijze gaat u er voor zorgen dat hierbij
ook de hogere incidentie van complicaties tijdens de zwangerschap bij
etnische groepen aandacht krijgt.
Antwoord 5
Ik heb u al eerder bericht dat ik het van belang vind dat de
complicaties van zwangerschap en geboorte worden geanalyseerd.
Daarom heb ik de perinatale audit in het leven geroepen die dit
structureel analyseren kan. Daarnaast zal de stuurgroep zwangerschap
adviezen uitbrengen die mede gericht zijn op het terugdringen van
moedersterfte.
De moedersterfte wordt bijgehouden door de Commissie Maternale Sterfte
van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).
Daar wordt iedere sterfte in dit verband gemeld en deze commissie
bepaalt of de sterfte zwangerschap/bevalling-gerelateerd is. In de
rapportage van de Stichting Perinatale Registratie Nederland (PRN)
worden deze cijfers overgenomen.
1) Trouw, 10 september 2009: "Onvoldoende zorg voor moeder"
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport