Persbericht van de Europese Rekenkamer betreffende Speciaal verslag nr. 6/2009 - Voedselhulp van de Europese Unie voor de behoeftigen: een beoordeling van de doelstellingen, middelen en gebruikte methoden1
Na een buitengewoon koude winter in 1986/1987 stelde de Gemeenschap een programma vast om landbouwproducten, die in de interventievoorraden van de Gemeenschap beschikbaar waren, gratis vrij te geven aan liefdadigheidsorganisaties met het oog op verstrekking aan personen in nood. De maatregel werd in brede kring goed ontvangen en is vandaag de dag nog steeds van toepassing. Het programma heeft twee hoofddoelstellingen: een sociale (het leveren van een belangrijke bijdrage aan het welzijn van de armste medeburgers) en een marktgerelateerde (stabilisatie van de markten voor landbouwproducten door het terugbrengen van de interventievoorraden). De deelname van de lidstaten aan het programma is vrijwillig. Het budget is gestegen van 307 miljoen euro in 2008 tot 500 miljoen euro in 2009 voor de 18 deelnemende lidstaten. Op het operationele niveau in de lidstaten wordt het programma beheerd door de betaalorganen. De verkregen voedingseindproducten worden aan liefdadigheidsorganisaties geleverd en van daaruit aan de behoeftigen. De aanzienlijke afname van de interventievoorraden de laatste jaren heeft ertoe geleid dat ongeveer 85 % van de uit te delen producten op de markt aangekocht worden. Enkele duizenden organisaties, waar vooral vrijwilligers werken, zijn betrokken in de distributieketen. Volgens de statistieken van de Commissie zijn er in de EU-27 ongeveer 80 miljoen mensen "die in armoede dreigen te vervallen" (53 miljoen in de deelnemende lidstaten) en naar schatting zijn er ongeveer 13 miljoen eindbegunstigden op jaarbasis. Tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de markt en de sociale omstandigheden controleerde de Rekenkamer het goede financiële beheer van het programma in de afgelopen drie jaar en de uitvoering in de vier lidstaten die het grootste deel van de financiële middelen van de EU besteedden.
In dit verslag luidden de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer als volgt: ? De belangrijkste doelstelling van de maatregel is de sociale. De financiering van het programma in het kader van de GLB-uitgaven was oorspronkelijk gerechtvaardigd vanwege het gebruik van interventievoorraden. Toen de interventievoorraden bijna tot nul waren afgenomen, werd het verband tussen het programma en landbouwuitgaven de laatste jaren echter afgezwakt. Daarom
Europese Rekenkamer
Communicatie en verslagen - Persdienst
12, rue Alcide De Gasperi - L-1615 Luxemburg