Gemeente Doetinchem

Persbericht, 21 september 2009

Taskforce Esbro brengt advies uit over pluimveeslachterij Esbro

In september 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Doetinchem de Taskforce Esbro ingesteld met als opdracht onderzoek te doen naar de verplaatsing van pluimveeslachterij Esbro. Daarnaast keek zij naar oplossingen om de overlast op de huidige locatie naar een aanvaardbaar niveau terug te brengen. De Taskforce heeft haar taken in afwachting van de besluitvorming afgerond. De Taskforce heeft het college geadviseerd de Esbro te verplaatsen naar het Regionaal bedrijventerrein West-Achterhoek. Het college heeft dit advies overgenomen. De Taskforce heeft tevens onderzocht wat de kosten zijn van de verplaatsing en hoe die kosten verdeeld moeten worden over het bedrijf Esbro, de provincie Gelderland en de gemeente Doetinchem. De definitieve besluitvorming over de financiering wordt verwacht in november 2009.

De Taskforce Esbro bestaat uit drie werkgroepen:

Verplaatsing
De werkgroep Nieuwe locatie is in september 2008 gestart met het vaststellen van criteria waaraan de nieuwe locatie moet voldoen. De criteria luiden als volgt:
· het nieuwe bedrijfskavel moet ongeveer vier hectare groot zijn; · de nieuwe locatie ligt in de agglomeratie Doetinchem (dit is van belang voor de werkgelegenheid en de continuïteit van het bedrijf); · het bedrijfsterrein moet bedrijven van milieucategorie 3 toestaan; · grondwateronttrekking moet mogelijk zijn;
· het nieuwe bedrijfsterrein moet goed bereikbaar zijn; · er zijn geen omvangrijke bouwkundige- en terreinaanpassingen nodig; · de locatie moet (spoedig) beschikbaar zijn.

Uiteindelijk zijn er zes mogelijke alternatieve locaties op deze criteria getoetst. Regionaal bedrijventerrein West-Achterhoek bleef als enige geschikte locatie over. De Taskforce heeft het college van B&W geadviseerd de Esbro naar deze locatie te verplaatsen als de financiering daarvoor rond is. Het college heeft dit advies overgenomen.

Financiën
De Werkgroep Financiën heeft in kaart gebracht wat de totale kosten van nieuwbouw op het RBT zijn en hoe deze kosten verdeeld kunnen worden over de private partij (Esbro) en de publieke sector (provincie Gelderland en gemeente Doetinchem). Met de verplaatsing is een investeringssom gemoeid van ruim 20 miljoen euro. De Esbro is inmiddels akkoord gegaan met de voorgestelde verdeling. Op dit moment overleggen de provincie Gelderland en gemeente Doetinchem over de verdeling van de kosten. De definitieve besluitvorming over de financiering van nieuwbouw wordt in november 2009 verwacht. De verplaatsing van de Esbro komt in aanmerking voor Circulaire Schadevergoedingen zoals verankerd in de Wet Milieubeheer. Door deze regeling kan provinciaal en gemeentelijk geld beschikbaar worden gesteld aan bedrijven die grote (milieu)overlast veroorzaken en die om die reden dringend in aanmerking komen voor verplaatsing uit de woonomgeving, zonder dat dit in strijd is met de bepalingen en restricties van staatssteun.

Tijdelijke maatregelen
De werkgroep Tijdelijke Maatregelen heeft in kaart gebracht welke overlast van de Esbro op dit moment wordt ervaren. De belangrijkste conclusies van het onderzoek dat Royal Haskoning in opdracht van de Taskforce heeft uitgevoerd luiden:
· Esbro produceert binnen de bandbreedte van de bestaande regelgeving; · de enige tijdelijke maatregel die de overlast zou verminderen is het verhogen van de huidige schoorsteen.
Het is de vraag of er door het verhogen van de huidige schoorsteen iets zou veranderen in de geurbeleving van omwonenden. Daarnaast zijn er kosten aan de maatregel verbonden. Dit geld zal de Esbro bij verplaatsing van het bedrijf hard nodig hebben voor de nieuwbouw.

Gedurende het gehele proces heeft de Taskforce haar bevindingen teruggekoppeld naar de klankbordgroep ESBRO, bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeenteraad en het Aktiecomite ESBRO.

De Taskforce (inclusief de Klankbordgroep) heeft haar taken hiermee afgerond, in afwachting van verdere besluitvorming.