Onderzoek taalonderwijs basisschool
Erasmus Universiteit start onderzoek naar effectiviteit taalonderwijs
Het aap, noot, mies gold jaren als de standaard voor het taalonderwijs
in Nederland. Hoewel er de laatste decennia veel veranderd is op het
gebied van taalonderwijs, is er nog steeds onduidelijkheid over hoe
kinderen nu het beste de Nederlandse taal leren. De onderzoeksgroep
Cognition & Learning van het instituut voor Psychologie van de Erasmus
Universiteit Rotterdam gaat in Rotterdam onderzoeken hoe het
taalonderwijs verder verbeterd kan worden.
Het onderzoek gebeurt samen met de Stichting BOOR (bestuur openbaar
onderwijs Rotterdam). Het onderzoeksproject heeft als doel de docent
van kennis te voorzien door experimenteel onderzoek naar
instructieprincipes in de klas. Onderzoeker G. Camp: "Vaak weten
docenten dat een bepaalde lesmethode werkt, maar wij willen graag
weten waarom die methode werkt." Op 21 september is deze samenwerking
officieel bekrachtigd.
Om het taalonderwijs op de basisschool verder te verbeteren is het
essentieel dat docenten op de hoogte zijn van welke soort instructies
en oefeningen werken in de klas. "De principes uit de cognitieve
psychologie waarop we deze instructies en oefeningen willen baseren
zijn al aangetoond in het laboratorium, maar hebben tot nu toe het
onderwijs nog nauwelijks weten te bereiken", stelt Camp.
Er worden twee onderzoekers aangesteld. De onderzoekers gaan
fundamentele kennis over hoe wij leren vertalen naar concrete
instructie- en oefenmethodes die kunnen worden ingezet in de
dagelijkse onderwijspraktijk. De onderzoekers zullen zich daarbij
specifiek richten op woordenschat en begrijpend lezen.
Erasmus Universiteit Rotterdam