CNV Onderwijs

21 september 2009

Inhoud geven aan christelijke traditie is klus

Categorie: Algemeen nieuws

Hoe geef je op een school in het voortgezet onderwijs vorm en inhoud aan de christelijke traditie? En traditie doorgeven, hoe doe je dat? Dat was de centrale vraag van een debat onder leiding van Trouw-redacteur Tonie Slingerland tussen de theoloog en filosoof Eric Borgman, Patrick Banis van CNV Onderwijs, Martha Haffenkamp van het Sint Laurenscollege en Lies Ensing, ouder.

Martha Haffenkamp ervaart dagelijks hoe verbrokkelt de informatie van docenten over de katholieke traditie wel niet is. Zij koos daarom voor een aanpak waarbij jonge leraren worden aangestuurd (`die kennen het Onze Vader vaak niet') in de katholieke traditie en schreef er een handleiding voor. Met informatie over heiligen, Maria, de zeven sacramenten en de zeven hoofdzonden. Kennis van zaken is een belangrijk element, vonden de forumdeelnemers. Te lang heeft het bij de geloofsbeleving voornamelijk om het gevoel gedraaid. Eric Borgman:'Je geloofsbeleving heeft ook inhoudelijke elementen. Pas als je weet waar het over gaat, kun je ook ergens tegen zijn.'

Is het Laurentiuscollege met een eigen moderator en godsdienstleraar een uitzondering? Patrick Banis ziet lichtpuntjes: 'Ouders en jonge docenten zijn nieuwsgieriger naar de identiteit van de katholieke school. En: `er is nog een wereld te winnen op dit gebied. Dat geldt ook voor de opleiding van jonge leraren.' Hij constateert ook een zekere generatiekloof. `De vijftigplussers houden vanwege frustraties over de kerk in het verleden de boot nog wel eens af terwijl juist jongeren onbevangener zijn en het wel spannend vinden.' Voor Eric Borgman is dat geen bezwaar. `Niet iedereen hoeft er hetzelfde over te denken. Dat maakt het debat tussen oud en jong, leiding en docenten juist spannend.'

Verlegenheid en schaamte is er ook onder leerlingen. Lies Ensing vertelt hoe haar dochter zich voorbereidde op het Vormsel maar op school werd er niet over gepraat met vriendinnen: `Dat is niet cool. Kinderen praten over alles; vriendschap, seks, trouw en spiritualiteit, maar nooit over de kerk.' Martha Haffenkamp kan dat beamen: `Je kunt hen het Onze Vader zeker leren, maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook bidden.' De reguliere lessen begint ze dan ook niet met gebed maar bij speciale vieringen, bij ernstige gebeurtenissen is dat makkelijker. Zo komen de leerlingen op 2 november op Allerzielen bijeen en steken een waxinelichtje aan dat kan worden opgedragen aan een pas overleden bekende.

Er zijn ook praktische belemmeringen want `het moet wel allemaal binnen dat aantal lessen.' Dat kan alleen als de school zelf een identiteit heeft en betrokkenen ervaren wat er op het spel staat. Volgens Patrick Banis ligt hier een taak voor de schoolbesturen; hij bespeurt een kentering ten goede. Bisschop De Korte had het op een ander moment tijdens deze Dag van de Christelijke Traditie wat anders verwoord, wat somberder. `Hoeveel dragers van de katholieke traditie zijn nog in de kerk aanwezig. Daar ben ik niet optimistisch over. De meeste katholieken zijn eigenlijk religieuze humanisten geworden.'
---