European Union



| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
|Brussel, 18 september 2009                                          |
|13375/09 (Presse 270)                                               |
|P 108/09                                                            |
|(OR. en)                                                            |
|PERSMEDEDELING                                                      |
|Betreft:                                                            |
|Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de  |
|politieke gevangenen in Eritrea                                     |
Het blijft de Europese Unie zeer verontrusten dat de regering van de staat Eritrea de fundamentele mensenrechten ernstig blijft schenden en daarmee haar verplichtingen uit hoofde van het nationale en het internationale recht niet nakomt. In het bijzonder dringt de Europese Unie er bij de regering van de staat Eritrea op aan alle politieke gevangenen onvoorwaardelijk vrij te laten.

Acht jaar geleden, op 18 september 2001, is een groep van elf prominente leden van het Parlement en van het Volksfront voor democratie en rechtvaardigheid, de enige politieke partij in Eritrea, gearresteerd. Vijf dagen later, op 23 september 2001, zijn ook tien onafhankelijke journalisten gearresteerd. Sedertdien zijn nog andere personen gearresteerd en in eenzame opsluiting vastgehouden, zonder dat zij hun recht op een eerlijke rechtsbedeling kunnen uitoefenen.

Ondanks herhaalde oproepen van de internationale gemeenschap, waaronder de EU, en verscheidene gouvernementele en niet-gouvernementele mensenrechtenorganisaties, blijven deze gevangenen in detentie. Niemand van hen is ooit officieel in staat van beschuldiging gesteld, zoals het Eritrese recht voorschrijft, en het lot van de gevangenen blijft onbekend. Familieleden, wettelijke vertegenwoordigers en artsen hebben geen toegang gekregen tot de gevangenen.

Dit gedrag is een onmiskenbare schending van de verplichtingen uit hoofde van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de Verenigde Naties, dat Eritrea heeft bekrachtigd, en die onder meer het verbod op arbitraire detentie en het recht van eenieder die van zijn vrijheid wordt beroofd om met menselijkheid en waardigheid te worden behandeld omvatten.

De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Montenegro en Servië, en de EVA- landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië, Armenië en Georgië sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.