Verhoging van de AOW-leeftijd heeft gevolgen voor de aanvullende pensi
20/09/2009 08:10
"Lastige overgangsmaatregelen op pensioengebied dragen niet bij aan begrip en inzicht in pensioenen bij consumenten en werken onnodig kostenverhogend", aldus drs. Rajish Sagoenie AAG, voorzitter van het Actuarieel Genootschap (AG). Om een objectieve bijdrage te leveren aan de maatschappelijke discussie heeft het AG de mogelijke invulling van de verhoging van AOW-leeftijd - zoals door minister Donner gepresenteerd in de AOW-notitie van 5 juni jl. - beoordeeld. Als de AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 67 jaar, heeft dat gevolgen voor de totale inkomenssituatie van de pensioengerechtigde. De huidige regelingen in de tweede pijler - de aanvullende pensioenregelingen - zijn immers gebaseerd op een pensioenleeftijd van 65 jaar. Vorig jaar heeft de Commissie Bakker aanbevelingen gedaan over de verhoging van de AOW-leeftijd ter vergroting van de arbeidsparticipatie in Nederland. Minister Donner werkt met zijn voorstel een beoogde overheidsbezuiniging nader uit. Het AG heeft de voorstellen naast elkaar gezet en komt tot de volgende conclusies.
Focus op meebewegen
De focus van minister Donner ligt op "meebewegen", waarbij de pensioenleeftijd in de tweede pijler in één keer wordt verhoogd naar 67 jaar. Daarbij wordt de fiscale faciliëring van de pensioenen in de tweede pijler dus gebaseerd op een pensioenleeftijd van 67 jaar. Dit leidt ertoe dat de fiscaal maximale opbouwpercentages verlaagd worden en dus lager zijn dan de huidige fiscaal maximale opbouwpercentages die ook gelden bij de route "Bakker".
Stijging uittreedleeftijd
Het AG stelt vast dat de voorstellen van minister Donner een grotere impact op de feitelijke uittreedleeftijd (de leeftijd waarop het inkomensniveau gelijk is aan het huidige niveau vanaf 65-jarige leeftijd) hebben dan het voorstel van de Commissie Bakker. Dat is het directe gevolg van het feit dat de invoering van de routes "Donner" eerder start, de routes "Donner" een korter invoeringstraject kennen en de fiscale faciliëring van de pensioenen in de tweede pijler gebaseerd wordt op een pensioenleeftijd van 67 jaar. Overigens blijft de uittreedleeftijd ook in de routes "Donner" de eerste decennia beneden 67 jaar liggen.
Kort invoeringstraject
In tegenstelling tot de route "Bakker" waarbij een (gewenste) invoeringstermijn van 5 jaar nog kan worden gerealiseerd, is de door minister Donner beoogde invoeringsperiode volgens het AG (erg) kort voor een zorgvuldige en correcte invoering van de wijzigingen van de pensioenen in de tweede pijler.
Overgangsmaatregelen lijken niet nodig
Stapsgewijze verhoging van de pensioenleeftijd - zoals wordt voorgesteld in één van de routes "Donner" - lijkt niet nodig. Doordat de aanvullende pensioenen die de deelnemer in de achterliggende diensttijd heeft opgebouwd, een pensioenleeftijd kennen van 65 jaar, wordt de feitelijke uittreedleeftijd ook zonder overgangsmaatregelen geleidelijk hoger. Bovendien leidt het ineens overgaan naar 67 jaar (meebewegen) tot minder complexe regelingen, hetgeen de implementatie en uitvoering vereenvoudigt.
http://www.ag-ai.nl
http://ag-ai.nl