Ministerie van Defensie
Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Datum 18 september 2009
Ons kenmerk HDAB2009014675
Onderwerp Verslag Informele EU defensie-ministeriële op 12 en 13 maart
jl. te Praag
Inleiding
Op 12 en 13 maart jl. kwamen de EU ministers van Defensie bijeen in Praag. Onderwerpen
van gesprek waren de lopende EVDB-missie, capaciteitenontwikkeling en de samenwerking
met partners. Hieronder treft u het verslag van deze vergadering aan.
EVDB-operaties
Operatie Althea
SG/HV Solana onderstreepte het belang van de voorwaarden die de Peace Implementation
Council heeft verbonden aan de eventuele sluiting van de OHR in Bosnië-Herzegovina.
Solana waarschuwde verder tegen unilaterale terugtrekkingen uit de missie, omdat daarmee
de geloofwaardigheid en de coherentie van het EU optreden in gevaar werden gebracht.
De voorzitter van het Militaire Comité van de EU, generaal Bentégeat, stelde dat verdere
planning voor de toekomst van de operatie niet vooruitliep op politieke besluitvorming. Ook
zei hij dat in deze planning rekening zou worden gehouden met opties indien de situatie zou
verslechteren nadat de missie was omgevormd.
Pagina 1/1
Ministerie van Defensie
Operatiecommandant Generaal McColl (D-SACEUR) stelde dat de situatie in Bosnië zijns
inziens kalm en stabiel was en dat de militaire taken uit het Dayton-akkoord op een
ondergeschikt punt na voltooid waren. Uiteraard was de end state van de operatie pas bereikt
als ook EUFOR's laatste taak, ondersteuning van de OHR/EUSR, was volbracht. McColl
waarschuwde echter dat zes troepenleverende landen het laatste jaar hun eenheden hadden
teruggetrokken. Dit resulteerde vooral in gaten in de `situational awareness matrix' (LOT-
huizen) van de operatie. Hoewel de veiligheidssituatie het zou toestaan om met minder dan
de vereiste sterkte door te gaan, vreesde McColl dat er nog meer terugtrekkingen zouden
volgen. SG Navo De Hoop Scheffer sloot zich aan bij de waarschuwing tegen unilaterale
terugtrekkingen, een fenomeen dat ook bij KFOR in Kosovo dreigde.
In de discussieronde bleek er geen consensus te bestaan. Oostenrijk bepleitte handhaving
van de huidige operatie, tot zou worden besloten de OHR te sluiten en waarschuwde voor
een verlies aan geloofwaardigheid in Bosnië. Duitsland voegde daaraan toe dat het risico
bestond op instabiliteit in de regio; de Europese landen zouden op een coherente en
consistente manier moeten handelen. Het Verenigd Koninkrijk sloot zich hierbij aan met een
verwijzing naar een zorgelijke politieke situatie in Bosnië, vooral vanwege de opstelling van
de Republika Srpska, en stelde dat afbouw van de operatie zou moeten wachten op
duidelijkheid over de OHR. Ik heb eveneens bezwaar aangetekend tegen unilaterale
terugtrekkingen en heb mijn collega's herinnerd aan de overeengekomen voorwaarden
betreffende de toekomst van de OHR en operatie Althea. Nederland zal bezien in hoeverre
het een bijdrage kan leveren aan de toekomstige trainingsmissie. Slowakije kondigde aan
tijdelijk een extra bijdrage te leveren aan de operatie met twee transporthelikopters.
Italië was van mening dat er ten minste een collectief besluit ten grondslag zou moeten liggen
aan de afbouw van de operatie om te voorkomen dat anders bij een politiek besluit tot
handhaving van de missie onvoldoende troepen gevonden zouden worden.
Slovenië, Spanje en Frankrijk waren van mening dat de link tussen de sluiting van de OHR en
de toekomst van Althea beter losgelaten kon worden. Slovenië beargumenteerde dat deze
stap juist de Bosniërs zou aanzetten tot meer zelfstandigheid, waarbij het Europese
perspectief voldoende aantrekkingskracht zou bieden. Frankrijk verdedigde de terugtrekking
van zijn eenheden met het argument dat structuren nou eenmaal een ingebouwde inertie
leken te hebben; de tijd was gekomen om de volgende stap te nemen. Spanje stelde dat de
Pagina 2/2
Ministerie van Defensie
nationale opties nog werden afgewogen, maar achtte het onverstandig de verdere
verzwakking van de operatie af te wachten.
EUFOR Tchad
Operatiecommandant generaal Nash kreeg veel lof voor zijn leiding over operatie EUFOR
Tchad/RCA. Nash zette uiteen hoe gebruik was gemaakt van de eenheden om een zo groot
mogelijk `footprint' te bereiken in het gebied. Hij beschreef de situatie als kalm maar
kwetsbaar en prees verder de samenwerking met de VN. De Europese Commissie
informeerde over de eigen activiteiten ter ondersteuning van het welslagen van de operatie,
in het bijzonder bij de opleiding van Tsjadische politie.
Operatie ATALANTA
Operatiecommandant schout-bij-nacht Jones deed verslag van de eerste ervaringen van
operatie ATALANTA. De operatie had binnen enkele weken de minimale sterkte bereikt, en
was begonnen met de bescherming van WFP-schepen en schepen die AMISOM
bevoorraadden. ATALANTA had 81.000 ton voedselhulp beveiligd. Jones toonde met
statistische gegevens aan dat de aanvallen van piraten op de scheepvaart waren afgenomen
ten opzichte van vorig jaar (van gemiddeld veertien tot twee aanvallen per maand). Deze
daling was ten dele toe te schrijven aan tijdelijke factoren (moesson), maar toch ook aan de
activiteiten van de maritieme EU-operatie.
SG/HV Solana was eveneens positief over de operatie en stelde dat verlenging welwillend
overwogen zou moeten worden. Het Verenigd Koninkrijk noemde ATALANTA eveneens een
succes en een bewijs dat de EU `complementair aan de Navo' kan optreden. Hoewel er nog
geen formeel besluit over verlenging hoefde te worden genomen, was het VK wel bereid
indien nodig het hoofdkwartier in Northwood voor een volgend jaar beschikbaar te stellen, op
voorwaarde dat er meer personeel zou worden geleverd. Frankrijk dankte het Verenigd
Koninkrijk vervolgens voor dit aanbod en noemde het van strategisch belang dat Europa met
deze maritieme operatie zijn verantwoordelijkheid nam.
Samen met mijn Duitsland heeft Nederland het belang van EU-Navo samenwerking
onderstreept. Collega Jung stelde dat het EU-akkoord met Kenia een goede tijdelijke
oplossing is, maar dat er op langere termijn behoefte is aan een internationaal tribunaal voor
gevangen piraten.
Pagina 3/3
Ministerie van Defensie
Capaciteitenontwikkeling
De chief executive van het EDA, Alexander Weis, gaf een toelichting op de voortgang van
een aantal capaciteitenprojecten. Bij de training van helikopterbemanningen, als onderdeel
van het Brits-Franse helikopterinitiatief, wordt gewerkt aan een gestandaardiseerd Europees
trainingsprogramma. Weis merkte op dat er nog geen overeenstemming is tussen de twaalf
deelnemers aan de nieuw op te richten European Air Transport Fleet (EATF) over de
gewenste bestuursstructuur. Derhalve laat de letter of intent nog even op zich wachten.
Weis stelt dat het EDA bezig is met het werkprogramma voor de periode 2010-2012. Het
agentschap wil eerst overeenstemming bereiken over het driejarige werkprogramma en
vervolgens met de lidstaten onderhandelen over het financiële raamwerk dat daarvoor nodig
is.
Een aantal landen merkte op dat de financiële crisis een aansporing zou moeten zijn meer
EU-Navo samenwerking op capaciteitengebied na te streven. In dit verband werd het Duitse
food-for-thought paper over harmonisering van de EU en Navo force planning verwelkomd.
Duitsland onderstreepte nog eens het belang van de oprichting van het European Air
Transport Command (EATC), alvorens de uitwerking van het European Air Transport Fleet
(EATF) verder ter hand te nemen. Spanje en Italië beklemtoonden eveneens het belang van
het EATC en de relatie met het EATF. Frankrijk blijft van mening dat een zo spoedig
mogelijke ondertekening van de letter of intent inzake EATF wenselijk en mogelijk is.
Frankrijk staat met deze opvatting vrijwel alleen.
Samenwerking met partners
EU - Navo
SG/HV Solana stelde dat de EU-Navo samenwerking weliswaar verbeteringen laat zien, maar
dat bij operaties in Afghanistan en Kosovo er vooralsnog grote problemen zijn. Hij noemde
het ontbreken van toereikende mechanismen voor samenwerking in operaties kwalijk.
Duitsland stelde dat moet worden gewerkt aan de verbetering van de relaties tussen de EU
en de Navo. Het Duitse food-for-thought paper over harmonisering van de EU en Navo force
planning beoogt duplicatie van werk in beide organisaties te vermijden. Naast steun voor de
Duitse voorstellen, was er ook voorzichtige kritiek. België, Spanje en Frankrijk merkten op dat
de EU en Navo andere doelstellingen nastreven en dat de autonomie van de EU voorop
staat. Derhalve heeft de EU eigen militaire capaciteiten nodig.
Pagina 4/4
Ministerie van Defensie
Nederland heeft gesteld dat de EU en Navo zonder wederzijdse steun niet in staat zijn hun
doelen in Kosovo en Afghanistan te verwezenlijken. Ik heb de landen die formele
samenwerking tussen beide organisaties blokkeren opgeroepen de bezorgdheid hierover
zeer serieus te nemen. Frankrijk vroeg het Tsjechische voorzitterschap een topprioriteit te
maken van de ondertekening van een raamovereenkomst tussen EU en Navo inzake
Afghanistan voorafgaand aan de Navo Top Straatsburg. Het Verenigd Koninkrijk drong aan
op meer coördinatie op politiek en strategisch niveau.
Aankomend EU-voorzitter Zweden was van mening dat voortgegaan moet worden op de
ingeslagen weg van pragmatische oplossingen ter verbetering van de EU-Navo
samenwerking. Zweden heeft hiertoe samen met andere Scandinavische landen een
inventarisatie gemaakt van praktische maatregelen. Portugal echter beklemtoonde het belang
van politieke overeenstemming op het hoogste niveau ter verbetering van de EU-Navo relatie
en verwees in dit verband ook naar de Navo Top in Straatsburg. Griekenland en Cyprus
stelden dat discussie over nieuwe institutionele arrangementen niet zinvol is. Cyprus voegde
daar nog aan toe dat de EU geen blaam treft inzake de haperende EU-Navo samenwerking
in Afghanistan en Kosovo.
EU - AU
De samenwerking tussen de EU en de Afrikaanse Unie (AU) richt zich hoofdzakelijk op de
Europese ondersteuning van de Afrikaanse vredes- en veiligheidsarchitectuur. Deze
ondersteuning moet vooral op (sub)regionaal niveau worden verschaft, zodat Afrikaanse
landen in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen voor
crisisbeheersingsoperaties in Afrika. Belangrijk is voorts dat de Verenigde Naties (VN) meer
steunt verlenen en beter coördineren bij de ondersteuning van Afrikaanse
crisisbeheersingsoperaties. De Commissie pleitte voor meer samenwerking met de
Wereldbank en de VN in Afrika. De Commissie heeft 300 miljoen beschikbaar gesteld voor
vijftien projecten ter ondersteuning van de AU. De Commissie maakte zich zorgen over de
gebrekkige betrokkenheid van (sub)regionale organisaties in Afrika. Ten slotte pleitte de
Commissie voor intensivering van Security Sector Reform (SSR) in de DRC.
België uitte bezorgdheid over het trage tempo van de samenwerking tussen EU en AU en
vroeg de EU-voorzitter met initiatieven te komen. Portugal pleitte voor meer samenwerking
Pagina 5/5
Ministerie van Defensie
met sub-regionale organisaties in Afrika. Zweden maakte melding van de Scandinavische
steun aan de oostelijke brigade (EASBRIG) van de African Standby Force.
DE MINISTER VAN DEFENSIE,
E. van Middelkoop
Pagina 6/6
---- --