Pers
bericht
18 september 2009
Oratie bijzonder hoogleraar
Openbaar Ministerie over de geloofwaardigheid van strafrechtspleging
Media vaak te weinig kritisch en
te incidentgericht
Zes van de tien Nederlanders zegt
geen vertrouwen te hebben in de manier waarop de misdaad in Nederland wordt
bestreden, het maatschappelijk draagvlak van de strafrechtspleging is dus niet
erg groot. In zijn oratie 'Het OM:
schakel in een geloofwaardige strafrechtspleging' doet Paul
Frielink, bijzonder hoogleraar Openbaar Ministerie en advocaat-generaal in
Arnhem, aanbevelingen voor het vergroten van dat maatschappelijk draagvlak. Naast
verbetering van de kwaliteit betekent dat ook goede informatieverstrekking. Hierin
spelen de media een belangrijke rol. "Van de media mag meer kritisch
eigen onderzoek verwacht worden. Te vaak zijn ze slechts doorgeefluik van
voorlichters en zichzelf repeterende advocaten. Ook mag van de media verlangd
worden dat zij zich meer bewust zijn van het maatschappelijk effect van hun
incidentgerichte wijze van werken. De mediale verkokering leidt per definitie
tot een vertekend beeld van de wijze waarop de strafrechtspleging daadwerkelijk
functioneert. In de regel is dat vertekend beeld niet best voor het publiek
vertrouwen." Frielink spreekt zijn oratie vrijdag 18 september uit aan de
Universiteit Maastricht.
Opsporing, vervolging en berechting is mensenwerk
en dus feilbaar, dat is door de jaren heen niet anders geweest. Wat nu wel
anders is, is de wijze waarop dat falen voorwerp is geworden van publiek debat.
Al dan niet vermeend onjuist handelen van functionarissen en instanties die een
cruciale rol spelen in de strafrechtspleging (politie, Openbaar Ministerie,
rechtspraak) wordt frequent ter discussie gesteld. Bij pogingen tot verbreding
van het maatschappelijk draagvlak van de strafrechtspleging moet dus zowel met
"een zekere onvermijdelijkheid van fouten" als met "de
medialisering" rekening worden gehouden, aldus Paul Frielink.
Daarnaast wordt het publiek vertrouwen bepaald door
de kwaliteit van de strafrechtspleging. Volgens Frielink gaat het dan om
aspecten als een snelle, betrouwbare en effectieve strafrechtelijke interventie
en om de professionele kwaliteiten van de bij de strafrechtspleging betrokken
actoren. "Prutswerk van een enkeling doet afbreuk aan het aanzien van het
geheel."
Het OM moet zich volgens Frielink nadrukkelijk
richten op zaken waar het maatschappelijk gezien ook écht om gaat, dus op
levensdelicten, overvallen, woninginbraken, geweld op straat, enzovoort. Daarnaast
moet het OM zijn organisatie zodanig inrichten dat de professionele kwaliteit
duurzaam is gewaarborgd. "Hoewel hier al jaren veel energie in wordt
gestoken, is het stadium van enige duurzaamheid nog niet bereikt. Daarvoor gaan
de veranderingen in de organisatie te snel. Stilstand is achteruitgang, maar een
gebrek aan continuïteit wekt meestal geen vertrouwen. En natuurlijk moet het OM
investeren in zijn relaties met de zittende magistratuur, de politie en de
advocatuur. Een geloofwaardige strafrechtspleging is een groot goed. Het OM is
daarin een schakel, maar het kan het niet alleen!"
Paul
Frielink
is na het behalen van de
doctorstitel (hij promoveerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op een
proefschrift over politie-infiltratie) gaan werken bij het OM. Hij is officier
van justitie geweest in de arrondissementen Utrecht, Den Bosch en Arnhem en bij
het Landelijk Parket in Rotterdam. Sinds september 2004 is hij advocaat-generaal
in Arnhem.
Maastricht University
Maastricht University