Brief aan Tweede Kamer over vakantiewoning Prins van Oranje in Mozambique
Kamerstuk | 18-09-2009
Minister-president Balkenende heeft in een brief de Tweede Kamer nader
geïnformeerd over de vakantiewoning van de Prins van Oranje in
Mozambique. Ook heeft hij vragen van Tweede Kamerlid Halsema
(GroenLinks) over dit onderwerp beantwoord.
Onder verwijzing naar het debat met uw Kamer d.d. woensdag 8 oktober
2008 tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van Algemene
Zaken, inzake de diverse aspecten verbonden aan het voornemen van
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje een vakantiewoning te
doen bouwen in Mozambique, en mijn toezegging tijdens dat debat u
terzake nader te zullen informeren, bied ik u hierbij, mede namens de
Minister Van Justitie, de toegezegde informatie aan.
Het project
Zoals vorig jaar door Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje
aangekondigd, laat hij een vakantiewoning bouwen op Machangulo, een
schiereiland voor de kust van Mozambique. Het is het voornemen van
Z.K.H. de Prins van Oranje deze vakantiewoning te gebruiken voor
privé-doeleinden. De vakantiewoning maakt deel uit van een groter
project dat wordt ontwikkeld door een Mozambikaanse vennootschap,
Machangulo S.A.
Machangulo S.A. ontwikkelt een groot aantal vakantiewoningen, die na
de bouw worden verkocht aan diverse investeerders. Machangulo S.A. is
ook verantwoordelijk voor de infrastructuur van het terrein. De
diverse investeerders verkrijgen een aandelenbelang in Machangulo
S.A., zodanig dat uiteindelijk alle aandelen in handen zijn van de
investeerders en dat Machangulo gaat functioneren als vereniging van
eigenaren.
Oprichting stichting
In het afgelopen jaar hebben Z.K.H. de Prins van Oranje en ik overleg
gevoerd over de bouw van voornoemde vakantievilla, leidende tot de
conclusie dat het de voorkeur verdiende afstand te creëren tussen
Z.K.H. de Prins van Oranje en de ontwikkeling van het Mozambikaanse
vastgoedproject. Doel en opzet van de Stichting laten zich het beste,
mutatis mutandis, vergelijken met de situatie dat een minister bij
aantreden bepaalde zakelijke belangen heeft en de noodzaak bestaat
afstand te creëren tussen de minister en diens belangen, zoals
beschreven in mijn brief aan uw Kamer d.d. 20 december 2002, kenmerk
02M446329. Daarom is het aandelenbelang van Z.K.H. de Prins van Oranje
in Machangulo S.A. ondergebracht in een stichting, en wel de Stichting
Administratiekantoor Machangulo.
De Stichting zal optreden als aandeelhouder op
aandeelhoudersvergaderingen van Machangulo S.A. en de Stichting zal
ook eventuele contacten onderhouden met de Mozambikaanse overheid.
Hiermee is er geen directe relatie meer tussen het handelen van
Machangulo S.A. en Z.K.H. de Prins van Oranje. De Stichting heeft
certificaten aan hem uitgegeven zodat hij het economisch eigendom
houdt van het project.
De ministeriële verantwoordelijkheid geldt voor de feitelijke
oprichting van de stichting en de gekozen inrichting ervan. In dat
kader zijn er garanties in de oprichtingsakte ingebouwd dat, mochten
er besluiten worden genomen die van invloed zouden kunnen zijn op
inrichting van de stichting, ik dien te worden geïnformeerd. Aangezien
er middels de stichting afstand is gecreëerd tussen Z.K.H. de Prins
van Oranje enerzijds en zowel de stichting als Machangulo S.A.
anderzijds, geldt de ministeriële verantwoordelijkheid niet voor de
activiteiten van de stichting als zodanig, noch voor de werkzaamheden
van Machangulo S.A.
Beveiliging
Voor de kosten die gemoeid zijn met de beveiliging van Z.K.H. de Prins
van Oranje en diens gezin wanneer zij in voornoemde vakantiewoning
zullen verblijven, verwijs ik u naar mijn brief van 6 maart 2009,
waarin ik het kabinetsstandpunt inzake het rapport van de Stuurgroep
Herziening stelsel kosten Koninklijk Huis heb verwoord. Een kernpunt
in dat rapport is dat uitgaven voor beveiliging niet herleidbaar mogen
zijn naar de objecten of personen. Toerekening zou namelijk ongewenste
veiligheidsrisico's kunnen opleveren, omdat daaraan informatie over de
beveiliging zou kunnen worden ontleend. Uit veiligheidsoverwegingen
wil ik de kosten die gemoeid zijn met de beveiliging van de Prins van
Oranje en zijn gezin tijdens een verblijf in Mozambique dan ook niet
nader specificeren. Wel zij hierbij vermeld dat de minister van
Justitie van oordeel is dat de desbetreffende beveiligingsmaatregelen
voor onderhavig object verantwoord zijn.
Daarnaast heeft de Rijksoverheid vanuit het stelsel bewaken en
beveiligen een bijzondere verantwoordelijkheid voor de beveiliging van
een gelimiteerd aantal personen, objecten en diensten. Deze zogenaamde
'limitatieve lijst' is ingedeeld in twee categorieën. Categorie 1
omvat onder meer de leden van het Koninklijk Huis. Voor deze personen
gelden standaard beveiligingsmaatregelen, ongeacht of er sprake is van
dreiging. Uitgangspunt daarbij is dat een beveiligd persoon - binnen
de beperkingen van de beveiliging - zijn privé- en maatschappelijke
activiteiten moet kunnen voortzetten.
DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Zie ook
* Antwoord op Kamervragen Halsema (Groen Links), 18 september 2009
Ministerie van Algemene Zaken