Antwoord op Kamervragen over vakantiewoning Prins van Oranje in Mozambique
Kamerstuk | 18-09-2009
De minister-president heeft antwoord gegeven op Kamervragen van het
lid Halsema (GroenLinks) over de vakantiewoning van de Prins van
Oranje in Mozambique.
Antwoorden van de minister-president op vragen van het lid Halsema
(GroenLinks) over het project van kroonprins Willem-Alexander in
Mozambique, ingezonden d.d. 31 augustus 2009, nr. 2009Z15332.
1. Heeft u kennisgenomen van het bericht in de Volkskrant van 28
augustus waaruit blijkt dat prins Willem-Alexander de stichting die
zijn belangen in Mozambique behartigt niet op de hoogte gesteld is van
een kritisch rapport over de leefomstandigheden van de bevolking op
het Mozambikaanse schiereiland Machangulo?
Antwoord:
Ja. Tevens heb ik kennisgenomen van de mededeling van de Stichting
dat, in tegenstelling tot het gestelde in de Volkskrant, de Stichting,
in persoon van de voorzitter van de Stichting, wél op de hoogte was
van het betreffende rapport. Tevens heb ik kennis genomen van de
mededeling van de Stichting dat, mede op basis van het rapport, door
Machangulo S.A. extra stappen worden gezet die moeten leiden tot
ontwikkeling van het gebied en verbeteringen voor de bevolking.
2. Hoe ziet u de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen
van kroonprins Willem-Alexander in relatie tot de stichting die zijn
belangen behartigt in Mozambique? Valt het rapport dat de stichting
produceert geheel onder uw ministeriële verantwoordelijkheid?
Antwoord:
Voor wat betreft de ministeriële verantwoordelijkheid verwijs ik naar
mijn brief van heden aan uw Kamer met als onderwerp "Vakantiewoning
Mozambique". Afgaande op hetgeen hierover tegen de pers is gezegd door
betreffende Stichting, is er overigens geen sprake van een door de
stichting opgesteld rapport, zoals in de vraag verondersteld.
3. Wilt u de Tweede Kamer het in de Volkskrant genoemde kritische
rapport toesturen en de Kamer volledig informeren over de relaties
tussen u, de kroonprins en de stichting en de ontwikkelingen ten
aanzien van het bouwproject?
Antwoord:
Ik verwijs naar mijn hierboven genoemde brief van heden.
Ministerie van Algemene Zaken