Vrije Universiteit Amsterdam
Antropologen, historici en de hartslag van het archief
* Startdatum: 18-09-2009
* Tijd: 15.45
* Locatie: Aula
* Titel: Antropologen, historici en de hartslag van het archief
* Plaats: Aula
* Spreker: prof.dr. H.W. Roodenburg
* Onderdeel: Faculteit der Sociale Wetenschappen
* Wetenschapsgebied: Sociale wetenschappen
* Evenementtype: Oratie
In de vorige eeuw ontstond een antropologische geschiedenis (bedreven
door historici) en een historische antropologie (bedreven door
antropologen). Deze ontwikkelingen beschrijft prof.dr. Herman
Roodenburg in zijn oratie aan de faculteit Sociale Wetenschappen van
de VU.
Zoals de antropoloog Michael Herzfeld schreef, 'Anthropology and
history have danced a flirtatious pas de deux throughout the past
century'. Zijn 'pas de deux' mag dan begonnen zijn in de tijd van
Johan Huizinga, Aby Warburg of Franz Boas, het duurde nog zeker tot de
jaren zestig van de vorige eeuw voor ze aansloeg, voor een nieuwe
generatie antropologen en historici zich mengde in de onderlinge
flirt. Historici oriënteerden zich op een neutraal en antropologisch
cultuurbegrip, namen ook antropologische begrippen, benaderingen en
thema's over, terwijl antropologen zich niet veel later bewust
oriënteerden op de geschiedwetenschap en in hun historisch onderzoek,
met alle historische begripsvorming van dien, evengoed de archieven
indoken. Er ontstond een antropologische geschiedenis (bedreven door
historici) en een historische antropologie (bedreven door
antropologen).
Roodenburg beschrijft in zijn oratie die ontwikkelingen, beginnend bij
Edward Evans-Pritchard en Keith Thomas, die een eerste toenadering tot
stand brachten. Daaruit voortkomend ontstond een nieuw samengaan in de
jaren tachtig, toen zich in de sociale en geesteswetenschappen de
'linguïstische wending' voltrok en cultuur vooral als 'tekst' werd
onderzocht, als een vergelijkbaar tekensysteem, met alle eigenschappen
van dien. Sinds de jaren negentig hebben zich echter nieuwe
perspectieven ontwikkeld. Daarin valt de nadruk op het lichamelijke,
op de zintuigen en de emoties, en laat zich dikwijls de fenomenologie
uit het midden van de vorige eeuw herkennen. Wat betekenen deze
laatste ontwikkelingen, zowel voor de antropologische geschiedenis als
voor de historische antropologie? Waar ligt de hartslag van het
archief?
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam