Ingezonden persbericht


NOP huisvest al 50 jaar geavanceerde kraamkamer rassen Agrico

Nieuwbouw geeft Agrico Research armslag voor toekomst

Bant, 17 september 2009 - Aan de Burchtweg werd vandaag de gedeeltelijke nieuwbouw van Agrico Research feestelijk geopend. De uitbreiding geeft het kweek- en researchbedrijf van aardappelcoöperatie Agrico de ruimte om blijvend in te kunnen spelen op de wereldwijde verscheidenheid aan eisen en behoeften van de afnemers van aardappelen. De genodigden waren bij de opening getuige van de verrassende geboorte van een nieuw aardappelras.

In het seizoen van 1959 werd aan de Burchtweg te Bant de basis gelegd voor het kweek- en researchbedrijf Agrico Research B.V. Samen met haar aangesloten kwekers heeft Agrico Research de afgelopen vijftig jaar ruim 90 commerciële rassen ontwikkeld voor Agrico; een coöperatie van 1.000 in de aardappelteelt gespecialiseerde telers. Agrico Research werkt samen met 35 zogenoemde particuliere kwekers en 4 professionele veredelingsbedrijven in Nederland, Frankrijk, Denemarken, Noorwegen en Oostenrijk.

Het kweek- en researchbedrijf investeert veel energie in rasontwikkeling en rassenonderzoek om wereldwijd in te kunnen spelen op de verscheidenheid aan eisen en behoeften van de afnemers van Agrico-aardappelen: consumenten, supermarkten, de verwerkende industrie en telers. Agrico Research directeur Sjefke Allefs vertelt dat het bedrijf daarbij in de loop van jaren tegen de grenzen van haar huisvesting aanliep en dat daarom in 2008 tot gedeeltelijke nieuwbouw werd besloten: "Onder andere door de gestage toename van mogelijkheden en activiteiten op het gebied van selectie van DNA-merkers is het personeelsbestand in de loop van de jaren uitgebreid tot een punt waarop het aantal beschikbare kantoorplekken tekortschoot."

Met de bouw is de vloeroppervlakte van het nieuwe kantoor iets groter geworden en voorzien van een extra bouwlaag. Langs de zuidoostelijke gevels zijn royale kantoren gerealiseerd en in de noordwestelijke hoek met het minste daglicht is een 'machinekamer' en een opslag voor kweek- en laboratoriummaterialen gerealiseerd. Centraal op de begane grond bevindt zich de kantine en daarboven, op de verdieping, een ruime vergaderzaal. De nieuwbouw voldoet aan de actuele normen voor energiegebruik en isolatie. Bovendien is gekozen voor lage temperatuur vloerverwarming. Ook kan het gebouw worden verwarmd met restwarmte uit bedrijfsprocessen, zoals koeling voor opslag.

Agrico Research beschikt naast het kantoorgebouw over een kassencomplex van 2.000 m2 voor kruisingswerkzaamheden en teelt van een eerste generatie planten uit zaden. Het kweekbedrijf omvat voorts laboratoria voor de bepaling van frites-, chips- en kookkwaliteit, ziekteresistenties en toepassing van DNA-merkertechnologie. Analyse van DNA en eiwitten geeft inzicht in de genetische samenstelling van zaailingen en rassen. Daarnaast beschikt Agrico Research over 96 hectare landbouwgrond waarop jaarlijks circa 16 hectare proefveld wordt aangelegd. Elders in Nederland liggen nog 7 hectare proefveld. Bij Agrico Research werken in totaal 23 medewerkers. Aan het veredelingsprogramma wordt inhoud gegeven door een team van kwekers. Het team wordt ondersteund door een aantal teeltkundige en moleculair biologische analisten.

Wethouder Schutte stond bij de opening van de nieuwbouw stil bij de bijzondere positie van het kweek- en researchbedrijf: "Agrico Research is over de gehele aardbol bekend en zorgt met haar onderzoek voor belangrijke nationale en internationale samenwerkingsverbanden. Het is een bedrijf om trots op te zijn als gemeente. Wij noemen Agrico Research dan ook graag, als het gaat om de kennisintensieve bedrijvigheid in de Noordoostpolder." Illustratief is de ontwikkeling van het volledig Phytophthora-resistente ras Toluca voor de biologische teelt. Agrico Research is erin geslaagd om op natuurlijk wijze een gen uit een wilde aardappel in de Toluca-vallei in Mexico over te brengen in een bruikbare aardappel. Hier zijn jaren van kruisingswerk en selectie onder beproeving in biologische omstandigheden aan voorafgegaan.

Allefs legt uit dat rasontwikkeling visie en een lange adem vraagt: "Samen met onze aangesloten telers starten we elk jaar met 140.000 unieke zaailingen. Na elf jaar van beproeven, beoordelen en selecteren zijn de uiteindelijk overgebleven commerciële rassen slechts op één hand te tellen". De aardappelrassen vormen het uitgangsmateriaal voor de telers van Agrico. Jaarlijks worden door de aardappelcoöperatie ruim 700.000 ton aardappelen naar meer dan 80 landen geëxporteerd. "Wij als gemeente zijn trots om dit mooie bedrijf binnen onze grenzen te mogen hebben en zijn blij dat het hoofdkantoor nog steeds in de Noordoostpolder staat. Mede door Agrico is de Noordoostpolder daarmee toch hét aardappelcentrum van de wereld.", aldus wethouder Schutte.

Bij de opening van de nieuwbouw was ook familie De Boer aanwezig. Dit ietwat vreemde gezin uit ver vervlogen tijden nam op verrassende doch sympathieke wijze de regie in Bant over. Beppe Bintje blijkt al tientallen jaren bezig met het kweken van een superras. Tot op heden zonder resultaat. Bij de opening blijkt er eindelijk sprake te zijn van een doorbraak en met enige hulp van dochter Aaltje en wethouder Schutte komt de veelbelovende nieuweling ter wereld. Reden des te meer om het glas te heffen op de toekomst.

Over Agrico

Agrico is een onderneming van aardappeltelers op coöperatieve grondslag (duizend leden) die zich bezighoudt met het kweken, de teelt, collectie, verwerking en vermarkting van 700.000 ton aardappelen. De inzet van Agrico is een kwaliteitsproduct passend bij de specifieke eisen en omstandigheden van de klant, waar ook ter wereld. De onderneming beschikt over een inpakbedrijf voor tafelaardappelen in Purmerend, genaamd 'Leo de Kock & Zonen B.V.,' een eigen kweek- en researchbedrijf in Bant, genaamd 'Agrico Research B.V.', en vele eigen proefvelden in binnen- en buitenland. De commerciële en administratieve activiteiten worden geleid vanuit het hoofdkantoor in Emmeloord. Agrico werkt tevens via eigen dochterondernemingen en deelnemingen in Frankrijk, Groot-Brittannië, Polen, Zweden en Canada en heeft vertegenwoordigers in bijna alle pootgoedimporterende landen.