Nationale Bank van Belgie
De economische relanceplannen
2009-09-17
De financiële crisis, die in de loop van 2007 is begonnen en in het najaar van 2008 fors verscherpte, is uitgemond in de zwaarste mondiale economische recessie uit de naoorlogse periode. De ernst van de crisis en het grote risico dat deze zou overgaan in een langdurige wereldwijde depressie, hebben de economische-beleidsmakers ertoe aangezet snel en kordaat op te treden. Zo werden - door regeringen en centrale banken - verschillende acties ondernomen om de met ineenstorting bedreigde financiële sector te onderstutten. Die acties hadden tot doel de deposito's veilig te stellen en te voorkomen dat de kredietverlening fors zou inkrimpen. Parallel hiermee werd het monetaire beleid wereldwijd drastisch versoepeld, wat mogelijk was dankzij de sterk gedrukte inflatieverwachtingen. Wat het begrotingsbeleid betreft, werden in tal van landen economische relanceplannen uitgewerkt die, in combinatie met het effect van de automatische stabilisatoren, erop gericht waren de vraaguitval tegen te gaan. Die relanceplannen worden in dit artikel toegelicht.
In overeenstemming met het Europees economisch herstelplan, dat werd goedgekeurd op de Europese Raad van 11 en 12 december 2008, hebben de overheden van de meeste EU-lidstaten belangrijke maatregelen genomen om de economische activiteit te stimuleren. Volgens de recentste informatie van de EC zou die steun aan de economische activiteit in de EU, met inbegrip van het effect van de automatische stabilisatoren, over 2009 en 2010 samen ongeveer 5 pct. bbp bedragen. De impact van de relancemaatregelen zou, voor de EU als geheel, uitkomen op 1,1 pct. bbp in 2009 en 0,7 pct. in 2010, of aanzienlijk minder dan in de Verenigde Staten, waar de gecumuleerde begrotingskosten van deze maatregelen voor 2009 en 2010 zouden oplopen tot 5,4 pct. bbp. In de Verenigde Staten is de invloed van de automatische stabilisatoren op de economische activiteit echter minder groot dan in de EU.
Een vergelijking van de beleidsreacties, zowel qua omvang als qua samenstelling van de relanceplannen, toont aan dat er belangrijke verschillen bestaan tussen de EU-lidstaten onderling. Naar omvang zijn de relanceplannen in overeenstemming met de Europese aanbeveling om bij het uittekenen van de nationale plannen rekening te houden met de initiële begrotingspositie van elk land. Wat de samenstelling betreft, bevatten de Europese herstelplannen een zeer brede waaier aan maatregelen. Deze laatste zijn doorgaans echter evenwichtig verdeeld over ontvangsten en uitgaven.
De doelstellingen van deze relanceplannen zijn uiteraard zeer behartigenswaardig, maar het is de vraag of zij ook effectief kunnen worden bereikt. De toegepaste maatregelen kunnen de economische recessie op korte termijn weliswaar milderen, maar het effect ervan is onzeker en mogelijkerwijs vrij beperkt. Een optimaal effect van de herstelplannen op de economische groei op korte termijn kan immers enkel worden bereikt mits een aantal voorwaarden zijn vervuld, met als voornaamste dat de twijfels over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn worden vermeden.
Gelet op een soms initieel reeds zwakke begrotingspositie, hebben tal van landen te kampen met een zeer sterke verslechtering van de gezondheid van hun overheidsfinanciën, niet alleen onder invloed van de relanceplannen, maar ook door het relatief belangrijke effect dat de economische recessie via automatische stabilisatoren sorteert. In de meeste Europese landen, waaronder België, lijkt er dan ook geen ruimte meer te bestaan om op succesvolle wijze extra herstelmaatregelen te nemen. Tegen die achtergrond is het absoluut onontbeerlijk duidelijke en betrouwbare strategieën uit te werken die een terugkeer naar gezonde en houdbare overheidsfinanciën moeten inluiden.