Ingezonden persbericht


Etniciteit als risicofactor voor zwangerschapscomplicaties

Het aantal moeders dat ernstig ziek wordt als gevolg van een zwangerschap stijgt in westerse landen. Joost Zwart onderzocht de frequentie en de risicofactoren van deze ernstige maternale morbiditeit en de factoren die wijzen op tekortschietende zorg. Zwart: 'Het beleid is nu al aan het veranderen.'De zorg verbeteren Een wereldwijde maatstaf voor de kwaliteit van de verloskundige zorg is het aantal moeders dat overlijdt aan een zwangerschap, de maternale sterfte. In westerse landen komt maternale sterfte bijna niet meer voor en het aantal kan dus niet meer gebruikt worden als maatstaf voor de kwaliteit van zorg. Daarom is er de behoefte ook te kijken naar het aantal moeders dat ernstig ziek wordt tijdens een zwangerschap of een bevalling, een percentage dat internationaal blijkt te stijgen. 'In Nederland was er nog geen registratiesysteem voor deze ernstige maternale morbiditeit (EMM)', vertelt gynaecoloog-in-opleiding Zwart. 'Wij hebben voor een periode van twee jaar naar alle klinieken in Nederland gekeken en de zwangerschappen waar ernstige complicaties op traden geanalyseerd. Zo leerden we meer over de risico's en kunnen we ons richten op het verbeteren van de zorg.'

Joost Zwart: 'Het beleid is nu al aan het veranderen.' Etniciteit als risicofactor
De studie van Zwart heet de LEMMoN study, wat staat voor Landelijke studie naar Etnische determinanten van Maternale Morbiditeit in Nederland. Er is dan ook speciaal aandacht besteed aan de etnische achtergrond van moeders, omdat eerder was gebleken dat niet-westerse allochtonen een verhoogde kans hebben op moedersterfte. Zwart heeft gevonden dat deze groep ook voor EMM een verhoogd risico heeft, van 1,3 keer. Zwart: 'Dit is onder andere te wijten aan erfelijke verschillen tussen de etnische groepen. Hindoestaanse vrouwen hebben bijvoorbeeld vaker last van een hoge bloeddruk. Ze hebben dan ook een grotere kans op complicaties bij de zwangerschap als gevolg van een hoge bloeddruk.' Maar naast erfelijkheid is er ook nog een andere belangrijke factor die dit verhoogde risico kan verklaren. Sociaal netwerk
'We zien dat vrouwen die kort in Nederland zijn vaker EMM ondervinden, het gaat dan vooral om vrouwen uit het Midden-Oosten en uit de Afrikaanse gebieden onder de Sahara', legt Zwart uit. 'Wat interessant is, is dat dit niet geldt voor de Turkse en de Marokkaanse immigranten, zij hebben geen hoger risico op EMM dan de Nederlandse vrouwen. Wij denken dat dit komt doordat het gaat om grote bevolkingsgroepen met een netwerk waarin er meer mensen zijn die de taal spreken en de Nederlandse gezondheidszorg kennen. Er is dus sprake van een sociale component.' Gebrek aan data
Het aantonen van een verband tussen etniciteit en EMM was voor Zwart niet het belangrijkste doel van de LEMMoN study: 'De studie was vooral van belang omdat er echt een gebrek was aan deze data. We registreren ons gek in Nederland, maar hoe vaak een ernstige complicatie op treedt bij zwangerschap was niet bekend. Dat hebben we nu goed vastgelegd en daar komen een aantal interessante dingen uit naar voren.' Agressiever handelen
Zwart heeft bijvoorbeeld ook gevonden dat eclampsie (een ernstige complicatie van zwangerschapsvergiftiging) in Nederland twee keer zo vaak voor komt als in Groot Brittannië. Zwart: 'Dit komt doordat we in Nederland te terughoudend zijn als het gaat om het geven van medicatie en het inleiden van de bevalling. Koste wat het kost moet de zwangerschap tot het einde worden uitgezeten. Het beleid is op dit gebied al aan het veranderen, er wordt nu agressiever gehandeld als het gaat om het voorkomen van eclampsie.' Internationale aandacht
Er is internationaal veel belangstelling voor de LEMMoN study. 'Nederland is representatief voor andere westerse landen, en daarom interessant', vertelt Zwart. 'Bovendien is de studie sterk vanwege de grote populatie, we hebben bijna 360 000 bevallingen meegenomen waaronder 2500 gevallen van EMM. Ook de methodologie is interessant voor andere landen, daar kunnen ze naar kijken als ze soortgelijke studies willen doen. Australië is daar nu bijvoorbeeld mee bezig. Uiteindelijk moeten we er naar toe om een definitie op te stellen voor EMM, welke in elk land wordt gehanteerd. Dan kunnen we data met elkaar vergelijken, en bekijken welk beleid het beste werkt voor het terugdringen van EMM.' Joost Zwart verdedigt op 17 september zijn proefschrift Safe Motherhood: Severe maternal morbidity in the Netherlands - The LEMMoN study. Zijn promotor is Prof. J. van Roosmalen.

(8 september 2009/Leonie Hussaarts)