Raad voor de Rechtspraak
Reactie Raad voor de rechtspraak op berichtgeving over schorsing
voorlopige hechtenis Saban B.
Den Haag, donderdag 17 september 2009 - Naar aanleiding van
berichtgeving in de media over de schorsing van de voorlopige
hechtenis van Saban B. door het gerechtshof in Arnhem, wil de Raad
voor de rechtspraak het volgende verklaren. De schorsing van de
voorlopige hechtenis van Saban B. door het gerechtshof in Arnhem heeft
tot de nodige publiciteit geleid. De vragen aan het adres van de
rechterlijke macht spitsen zich toe op de vraag hoe het mogelijk is
dat iemand die voor ernstige feiten veroordeeld is, op vrije voeten
kan worden gesteld.
De Raad wil in dit verband wijzen op de volgende punten:
* De rechter is gebonden aan de wet. In dit geval is sprake van een
verdachte die in voorarrest gehouden wordt, niet van een
onherroepelijk veroordeelde verdachte;
* Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat
voorarrest altijd tot het minimum beperkt moet blijven; in geen
geval mag uitgangspunt zijn dat de verdachte in de fase voor een
onherroepelijke veroordeling als dader wordt behandeld;
* Nederlandse regelgeving biedt de mogelijkheid van schorsing van de
voorlopige hechtenis van verdachten voor het bijwonen van
gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde;
* Het gaat daarbij om een afweging tussen de persoonlijke belangen
van de verdachte en het belang van voortzetting van de voorlopige
hechtenis;
* Elke schorsing van voorarrest onder voorwaarden houdt in beginsel
het risico in zich dat de voorwaarden worden geschonden;
* De Raad voor de rechtspraak leidt uit de persverklaring van het
gerechtshof Arnhem af dat de betrokken advocaat-generaal namens
het Openbaar Ministerie onder voorwaarden heeft ingestemd met het
verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis voor een periode
van enkele dagen, welk standpunt ook al naar aanleiding van een
eerder verzoek was ingenomen.
De Raad kan zich voorstellen dat een rechterlijke beslissing tot
vragen leidt, maar het past de Raad niet zich een oordeel aan te meten
over beslissingen van een rechterlijk college in individuele zaken.
Dit alles neemt niet weg dat de gevolgen die deze beslissing nu heeft
gehad, voor de betrokken slachtoffers bijzonder pijnlijk zijn.
Bron: Raad voor de rechtspraak
Datum actualiteit: 17 september 2009 Naar boven