Ministerie van Buitenlandse Zaken

beantwoording vragen van het lid Boekestijn over Somalië: voedselhulp

Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Boekestijn over Somalië: voedselhulp

Kamerbrief | 17 september 2009

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over voedselhulp in Somalië. Deze vragen werden ingezonden op 29 juni 2009 met kenmerk 2009Z12636.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over Somalië: voedselhulp.

Vraag 1

Hoe beoordeelt u uitspraken van Somalische parlementariërs dat slechts een klein deel van de voedselhulp aan Somalië de mensen bereikt die het nodig hebben? 1)

Antwoord

In Somalië is bijna 50% van de bevolking afhankelijk van humanitaire hulp. Voedselhulp krijgt vooral gestalte via het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP), veruit de grootste speler op dit gebied in Somalië. WFP geeft aan dat het grootste deel van de voedselhulp aankomt bij de hulpbehoevenden. Nederland ondersteunt de voedselhulpoperaties van WFP in 2009 met een bijdrage van euro 3 miljoen.

In grote delen van het land is monitoring van voedselhulp a.g.v. de slechte veiligheidssituatie sterk bemoeilijkt. In verband met de beperkte humanitaire toegang werken WFP en andere VN-organisaties bij de uitvoering van de hulpprogramma's samen met een breed en relatief goed functionerend netwerk van lokale partners. WFP heeft in de distributieketen van de voedselhulp diverse controles ingebouwd om ervoor te zorgen dat het voedsel bij de hulpbehoevenden aankomt. WFP beschikt o.a. over een transportsysteem, waarbij de transporteur garant staat voor het transport van het voedsel naar de verschillende distributiepunten in het land. Voor zover de veiligheid dat toelaat, voert de lokale staf van het WFP voor vertrek en na aankomst op de eindbestemming controles uit op het voedseltransport.

WFP rapporteert dat in Somalië een bescheiden deel van de voedselhulp verloren gaat tijdens de distributie. Dat is voornamelijk het gevolg van terugkerend geweld, onveiligheid en beperkte kennis en capaciteit van lokale partnerorganisaties. Het gaat om 304 ton ter waarde van USD 171.740 op een totaal van USD 178 miljoen aan WFP-voedselhulp aan Somalië in 2008. Momenteel doet WFP nader onderzoek naar de aantijging dat een deel van de voedselhulp zou weglekken naar lokale markten in Somalië. Nederland houdt hierover met WFP contact.

Vraag 2
Maakt Nederland ook gebruik van de UNDP kanalen via Kenia om hulp te verstrekken? Blijft u bij uw eerdere uitspraken dat het een verkeerde aanname is dat een groot deel van de hulp niet terecht komt waar die terecht hoort te komen?

Antwoord

Vanwege de slechte veiligheidssituatie werkt UNDP in Somalië vanuit Kenia. Nederland geeft geen directe hulp via UNDP aan Somalië. Wel verleent Nederland jaarlijks een ongeoormerkte bijdrage van EUR 40 miljoen aan het VN-Noodhulpfonds (Central Emergency Response Fund/CERF). UNDP heeft in 2008 ruim USD 1 miljoen ontvangen uit het CERF voor hulpactiviteiten ten behoeve van gemeenschappen in Zuid-Centraal Somalië. Ook geeft Nederland een grote bijdrage aan het core budget van UNDP.

Gegeven bovenstaande blijf ik bij mijn eerdere uitspraak dat een groot deel van de hulp, ondanks de gevaarlijke en complexe omstandigheden, bij de doelgroepen in Somalië terecht komt.


1) Uitspraken gedaan in gesprek van Somalische parlementariërs met de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken d.d. 24 juni 2009


2) AO Hoorn van Afrika d.d. 6 november 2008