Nationale Ombudsman
Den Haag, 17 september 2009
Ombudsman: burgerparticipatie moet versterkt
De Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, heeft met gemeenten tien
spelregels opgesteld voor behoorlijke burgerparticipatie. Gemeenten staan
nogal eens met hun rug naar de burger als het gaat om participatie en
inspraak. Dat stelt de ombudsman bij de presentatie van een vandaag
verschenen onderzoeksrapport. Dit rapport laat zien aan welke eisen
behoorlijke burgerparticipatie moet voldoen vanuit het perspectief van de
burger. Het rapport heeft de ombudsman vandaag overhandigd aan de
Vice-voorzitter Commissie Bestuur en Veiligheid VNG, burgemeester H.J.
Meijer van de gemeente Zwolle.
Bij bepaalde beslissingen, zoals bijvoorbeeld over leefomgeving,
kunnen gemeenten ervoor kiezen burgers te vragen om hun inbreng. Soms
zijn ze daartoe zelfs wettelijk verplicht. Ondanks vele initiatieven
en onderzoeken naar het inrichten van deze zogenaamde
burgerparticipatie, verloopt de praktijk niet altijd even soepel.
Regelmatig ontvangt de Nationale ombudsman klachten van burgers over
de manier waarop gemeenten omgaan met hun inbreng. Veel gehoorde
knelpunten zijn dat burgers te laat worden betrokken door de gemeente
of dat hun inbreng wordt genegeerd. Ook wordt vaak geklaagd over
gebrekkige informatievoorziening gedurende het traject of hebben
burgers het gevoel dat de beslissing eigenlijk al genomen is en de
procedure een verplichte oefening is.
Zorgvuldig en serieus
De Nationale ombudsman constateert na onderzoek dat gemeenten nogal
eens met hun rug naar de burger staan als het gaat om
burgerparticipatie. Daarom heeft de ombudsman uitgangspunten voor
behoorlijke burgerparticipatie vastgelegd in tien spelregels voor
gemeenten die toepasbaar zijn op de dagelijkse praktijk. Daarbij roept
de ombudsman gemeenten op de inbreng van burgers serieus te nemen en
bij het nemen van beslissingen te profiteren van de kennis en
creativiteit van hun burgers. Hun inbreng vanuit de praktijk kan
bijdragen aan een beter bestuur. Belangrijk daarbij is dat gemeenten
heldere keuzes vooraf maken over de manier waarop ze burgers bij de
besluitvorming willen betrekken en dat ze deze keuzes ook aan de
betrokkenen bekend maken. Bovendien is het goed informeren van de
burger gedurende het hele participatieproces cruciaal voor het slagen
ervan. Zo kunnen de belangrijkste ergernissen van burgers over
inspraak en participatie voorkomen worden.
Benadering vanuit de burger
Bijzonder aan het onderzoek van de Nationale ombudsman is dat het
burgerparticipatie belicht vanuit het perspectief van de burger.
Burgers konden hun ervaringen hierover laten weten via een meldpunt op
de website van de ombudsman. Ook heeft hij gesproken met ambtenaren
uit zes gemeenten en verschillende experts op het gebied van
burgerparticipatie. Op basis hiervan zijn de tien spelregels
geformuleerd voor behoorlijke burgerparticipatie, die laten zien waar
gemeenten zich aan zouden moeten houden en wat burgers mogen
verwachten.
Noot voor de redactie,