Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen over dubbele lasten voor oormerkweigeraars


17 september 2009 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over de regeling over alternatieven voor het oormerk. Er kunnen geen nieuwe veehouders gebruik maken van de regeling omdat de regeling niet in Europa wordt erkend.

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u mijn antwoorden op de vragen van het lid Polderman (SP) met betrekking tot de dubbele lasten voor oormerkweigeraars.
1
Is u bekend dat de veeboer uit de documentaire 'De kleine oorlog van boer Kok' een erkend oormerkweigeraar is?1
Ja.

2
Hoe vaak controleert de AID op dit punt het bedrijf en de koeien van boer Kok? Is het waar dat de koeien volgens een erkende en geteste andere registratiemethode worden behandeld? Voldoet hij daarmee aan alle voorschriften en regels die de Nederlandse wet daartoe heeft opgesteld?
De AID controleert dit bedrijf eenmaal per jaar op naleving van het alternatieve identificatiesysteem. Het alternatieve identificatiesysteem is op grond van de regelgeving niet toegestaan, maar is neergelegd in een protocol. Deelnemers aan dit protocol worden aangemerkt als 'erkende' oormerkweigeraars. Ten aanzien van deze groep past de AID een handhavingsgedoogbeleid toe. Buiten het kader van Identificatie en Registratie (I&R) kunnen hieraan geen rechten worden ontleend.

1 Holland Doc: De kleine oorlog van boer Kok http://player.omroep.nl/?aflID=9870243


3 + 4
Is het waar dat voornoemde extra handelingen en administratieve kosten die oormerkweigeren met zich brengt - en in zijn geheel voor rekening van de boer komen - niet aansluiten op de Europese regelgeving voor het ontvangen van een bedrijfstoeslag?
Waarom moet een oormerkweigeraar de gehele veestapel in de toeslagenadministratie registreren als 'afwijkend' - de keuze over het dragen van oormerken is beperkt tot Ja of Nee - waardoor een korting op de bedrijfstoeslag wordt toegepast? 2
Ja, het is waar dat de Europese regelgeving geen ruimte biedt voor dit alternatieve identificatiesysteem. Zoals ik op 27 maart 2008 heb aangegeven (TK, Aanhangsel 2007-2008, nr. 1774), blijkt het na overleg met de Europese Commissie, niet mogelijk om in deze regels een alternatieve voorziening te creëren voor erkende oormerkweigeraars. De Europese regelgeving inzake de identificatie en registratie van runderen vereist de identificatie van runderen door middel van twee oormerken. Hierop zijn geen uitzonderingen mogelijk. De desbetreffende normen behoren tot de randvoorwaarden waaraan landbouwers dienen te voldoen, indien zij in aanmerking willen komen voor GLB-subsidies, zoals de bedrijfstoeslag. Indien sprake is van herhaalde opzet bij het niet voldoen aan de randvoorwaarden, kan de opgelegde korting oplopen tot 100%. 5 + 6
Acht u het billijk dat door de gekozen toepassing van de Europese regelgeving de situatie ontstaat dat erkende oormerkweigeraars een dubbele prijs betalen - en de extra kosten voor oormerkweigeren en een korting op de Europese toeslag - voor hun opvatting dat oormerken ongewenst en ongezond zijn? Zo ja, op welke gronden?
Zo nee, bent u bereid deze omissie in de uitwerking en formulieren van de Europese regelgeving, eventueel met terugwerkende kracht, ongedaan te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn?
Ik pas de Europese regelgeving toe. Het staat een landbouwer vrij om een aanvraag in te dienen voor bedrijfstoeslag. Als landbouwers GLB-subsidie wensen te ontvangen, dienen zij vanzelfsprekend aan de voorwaarden te voldoen die in het Europese recht zijn vastgelegd.
7
Kunt u uiteenzetten hoeveel veehouders het betreft, en hoeveel inkomsten zij in totaal vanwege deze omissie hebben misgelopen? Zo nee, waarom niet?
2 Betreft het rapport "Fysieke controle I&R runderen" met in de kolom eindresultaat bij vraag nr. 38 slechts de keuze Ja / Nee.

Het aantal en bedrag verschilt per jaar. In 2008 betrof het 23 relaties die voor een totaalbedrag van ¤ 7.515,- geen slachtpremie hebben ontvangen en 11 relaties die in totaal ¤ 8.714,- zijn gekort op de Bedrijfstoeslagregeling.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg