College van Beroep voor het bedrijfsleven
Gift wordt aangemerkt als inkomsten en wordt daarom verrekend met
lopende bijstandsuitkering
Ten aanzien van de vraag of het College tevens terecht is overgegaan
tot verrekening ineens van de in mei 2005 ontvangen giften (lees:
inkomsten) ten bedrage van EUR 600,-- met de bijstandsuitkering over
augustus 2005 van appellant overweegt de Raad het volgende.
Ingevolge artikel 58, derde lid, van de WWB wordt het in aanmerking
nemen van in de voorafgaande drie maanden ontvangen middelen niet als
terugvordering beschouwd. Naar het oordeel van de Raad houdt deze
bepaling, gelezen in samenhang met artikel 19, tweede lid van de WWB,
een in tijdsduur beperkte verruiming in van de mogelijkheid om
ontvangen inkomsten in mindering te brengen op de lopende
maanduitkering. Daarbij is de wetgever er kennelijk van uitgegaan dat,
gegeven het feit dat betrokkene kort tevoren (naast de lopende
bijstandsuitkering) over deze middelen de beschikking heeft gekregen,
hij er rekening mee diende te houden dat deze op korte termijn zouden
worden verrekend. Gelet hierop ziet de Raad geen ruimte voor een
verdergaande toetsing als door appellant betoogd. De Raad ziet daartoe
te minder aanleiding nu de in artikel 58, derde lid, van de WWB
bedoelde verrekening door de wetgever uitdrukkelijk niet als
terugvordering wordt beschouwd, zodat moet worden aangenomen dat,
anders dan bij terugvordering, geen sprake is van discretionaire
bevoegdheid.
LJ Nummer:
BJ7667
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 17 september 2009