geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van staatshoofden en
regeringsleiders van 17 september 2009
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van
staatshoofden en regeringsleiders van 17 september 2009
Kamerbrief | 10 september 2009
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, de
geannoteerde agenda aan van de informele bijeenkomst van de
staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese
Unie te Brussel op 17 september 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van de staatshoofden
en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie te Brussel
op 17 september 2009
Inleiding
Het Zweedse Voorzitterschap heeft een extra informele bijeenkomst
bijeengeroepen om de Europese inzet voor de G20 Top in Pittsburgh van
24-25 september aanstaande te bespreken. De bedoeling is dat er een
gecoördineerde Europese inzet voor Pittsburgh wordt afgesproken. De
volgende onderwerpen zullen aan de orde komen:
* economische situatie;
* raamwerk voor duurzame en evenwichtige groei;
* versterking van het financiële systeem;
* IMF governance en middelen;
* werkgelegenheid;
* energie efficiency;
* handel;
* steun aan de armste ontwikkelingslanden;
* klimaatfinanciering.
Het kabinet hecht veel waarde aan de voorbereiding van de G20
vergaderingen in Europees kader, inclusief de komende G20 Top in
Pittsburgh. Nederland was tevreden over de Europese positie voor de
bijeenkomst van de G20 Ministers van Financiën in Londen op 4-5
september, en gaat ervan uit dat die de basis zal vormen voor de
Europese inbreng voor wat betreft de financieel-economische
onderwerpen op de Pittsburgh agenda. Nederland heeft in de aanloop
naar de Pittsburgh Top en naar de informele bijeenkomst veelvuldig
informatie uitgewisseld met diverse EU- en Benelux-partners
Over de Nederlandse inzet in Pittsburgh zal uw Kamer spoedig na de
informele bijeenkomst worden geïnformeerd. In de Kamerbrief over de
Nederlandse inzet in Pittsburgh kunt u ook het verslag verwachten van
de informele bijeenkomst op 17 september 2009.
Economische situatie
De informele bijeenkomst zal de economische situatie bespreken. Het
vertrouwen in de economie is de afgelopen tijd enigszins hersteld. De
gevolgen van de crisis voor de reële economie zullen echter eerst nog
sterker worden voordat de situatie verbetert. De laatste maanden
begint de krimp van de economie steeds meer zijn weerslag te krijgen
op de sociale situatie. Zo loopt de werkloosheid in de EU gestaag op
in de richting van 10%. Tegen deze achtergrond waren de G20 Ministers
van Financiën in Londen het er over eens dat het expansieve beleid ook
in de rest van 2009 en in 2010 van kracht moest blijven.
Door de huidige crisis en de crisismaatregelen inclusief het
expansieve budgettaire beleid hebben veel (Europese en G20) landen te
maken met overheidstekorten en oplopende publieke schulden. Dit is in
de huidige situatie begrijpelijk, maar het is belangrijk dat er door
overheden, ook binnen de EU, gestreefd wordt naar houdbare
overheidsbudgetten op langere termijn. Een toekomstige situatie waarin
rentelasten noodzakelijke publieke investeringen wegdrukken moet zo
veel mogelijk voorkomen worden. Het kabinet zal er daarom voor pleiten
dat, wanneer het economisch herstel intreedt, de juiste
exit-strategieën met betrekking tot de verleende steun aan de
financiële sector en budgettaire stimuleringen worden uitgevoerd.
Raamwerk voor duurzame en evenwichte groei
De VS streeft er naar om in Pittsburgh overeenstemming te bereiken
over een raamwerk voor duurzame en economische groei. Het behelst de
commitmentvan de G20 Leadersom individueel en gezamenlijk een
beleidsmix in te zetten die leidt tot een sterkere en evenwichtigere
economische groei. Dit betreft bijvoorbeeld het verminderen van de
betalingsbalansonevenwichtigheden door de vraag te stimuleren in
overschot-economiën, zoals China en de besparingen te stimuleren in
tekortlanden, zoals de VS. Ook stelt de VS voor om een peer
reviewproces in te stellen in G20 verband. Nederland zal zich in de EU
inzetten om dit initiatief te omarmen, waarbij de EU wel moet pleiten
voor een centrale rol van het IMF in het peer review proces.
Het kabinet is van mening dat het initiatief om binnen de G20 tot een
Charter on Sustainable Economic Activityte komen voorziet in de
huidige leemte in global economic governance. Gemeenschappelijke
principes en standaarden voor internationale economische en financiële
activiteiten zijn nu van cruciaal belang. Een belangrijk resultaat van
Pittsburgh zou de vaststelling van de contouren van een dergelijk
Charterkunnen zijn.
Versterking van het financiële systeem
De informele bijeenkomst zal spreken over de maatregelen die in gang
zijn gezet om het toezicht op financiële instellingen te verbeteren.
Het kabinet steunt deze maatregelen. Over het algemeen vindt er ook
over de band van de G20 goede en concrete vooruitgang plaats op dit
terrein. Zo namen Europa en de VS krachtige maatregelen om het
financieel toezicht te versterken. Het kabinet moedigt de volledige
implementatie hiervan aan.
Het voorkomen van een herhaling van de crisis vraagt ook om
structurele gedragsaanpassingen in de financiële sector. Belangrijk
punt hierbij is een verdere verbetering van de beloningstructuren.
Tijdens de bijeenkomst van de G20 ministers van Financiën van 4-5
september jl. werd er naar aanleiding van sterke Europese druk met
betrekking tot excessieve bonussen afgesproken dat de internationale
beloningsprincipes worden aangevuld met een raamwerk on corporate
governance and compensation. De concrete invulling dient in Pittsburgh
geaccordeerd te worden. Het kabinet zal tijdens de informele
bijeenkomst aandringen op voortgaande sterke Europese druk om in
Pittsburgh tot duidelijke afspraken te komen.
IMF governance en middelen
De Europese landen zijn prominent vertegenwoordigd in het IMF. Zo
hebben de Eurolanden Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Italië
een vaste plaats in de Board. Het kabinet is voorstander van
hervorming van de huidige governancevan het IMF, en pleit hierbij voor
een pakketbenadering waarbij over alle onderwerpen die met elkaar
verband houden tegelijk wordt beslist. De VS en de opkomende
economieën pleiten echter voor een snelle overeenkomst over één van de
onderdelen van de governancediscussie, namelijk de totaaluitkomst van
de IMF quota review. De EU-landen moeten er voor zorgen dat hun
prioriteiten voldoende gereflecteerd worden in de Pittsburgh
conclusies, en Nederland zet dan ook in op een sterke Europese positie
op dit vlak.
Tijdens de informele lunch van Ecofin-ministers van 2 september jl.
werd overeenstemming bereikt over een Europese versterking van het IMF
tot een bedrag van EUR 125 miljard afhankelijk van wat andere
G20-landen nog gaan bijdragen. Dit zal betekenen dat bijna aan de in
Londen overeengekomen uitbreiding van de New Arrangements to
Borrow(NAB) met USD 500 miljard is voldaan (USD 496 miljard is
binnen). De Europese bijdrage zal pas tot begrotingsgevolgen leiden
als er op getrokken wordt; deze gevolgen zijn beperkt daar het
leningen betreft en de kosten met name een gevolg zijn van de relatief
lage rente die ontvangen wordt op uitstaande NAB leningen.
Werkgelegenheid
Stimulering van de werkgelegenheid en het voorkomen van grootschalige
werkloosheid ten gevolge van de financieel-economische crisis is een
thema dat tijdens de Top in Pittsburgh ruime aandacht verdient. Het
kabinet zal in EU-verband aandringen op onderkenning van het belang
van stimulering van de werkgelegenheid. Een one size fits
allbenadering acht het kabinet hierbij onwenselijk (landen zijn immers
vanuit verschillende startposities de crisis ingegaan), evenals een
eenzijdig op de korte termijn gerichte focus.
Langetermijntrends zoals vergrijzing moeten niet vergeten worden. Het
kabinet is voorstander van het uitwisselen van best practicesen van
samenwerking tussen landen op het gebied van werkgelegenheid. De ILO
(International Labour Organization) speelt hierbij een centrale rol op
basis van de Decent Work Agenda. De ILO dient hierbij wel nauw samen
te werken met andere relevante organisaties.
Energie
Het omlaag brengenvan het energieverbruik en -verspilling zijn
belangrijke doelen van de Europese Unie. Ook in tijden van crisis. Ter
illustratie: binnen het Europees Economisch Herstelplan is ruimte
gecreëerd voor diverse investeringen in energie (efficiency). Het
kabinet zal in Brussel aandringen op onderkenning van het feit dat
investeringen in energie efficiency, schone productie, innovatie en
het gebruik van renewableselkaar versterken en een belangrijke
bijdrage leveren aan de oplossing voor zowel energiezekerheid als
klimaatverandering.
Daarnaast zal ook aandacht gevraagd worden voor toegang tot energie
voor de armsten op onze planeet (energy poverty). Zoals bekend is
Nederland reeds zeer actief op dit gebied.
Handel
Nederland is, als open economie en belangrijk vervoersknooppunt, erg
gevoelig voor ontwikkelingen in de wereldhandel. Zo is de daling van
het Nederlandse BNP over het afgelopen jaar direct gerelateerd aan de
sterke krimp van de wereldhandel. De economische crisis heeft
verschillende landen er toe gebracht protectionistische maatregelen te
nemen, maar gelukkig is er nog geen sprake van een wereldwijde trend.
Waakzaamheid blijft echter geboden, aangezien dergelijke maatregelen
de crisis verder zullen verergeren.
Het kabinet is van mening dat het snel afsluiten van de Doharonde de
wereldhandel een broodnodige impuls zal geven. Het kabinet vindt dat
de Europese Commissie in Pittsburgh een krachtig pleidooi moet houden
tegen protectionisme en voor het belang van vrije wereldhandel.
Concreet moet gestreefd worden naar het opstellen van een
realistische, ambitieuze roadmapmet als doel de Doharonde in 2010 af
te ronden en dient de standstillbelofte van de London Summit te worden
herbevestigd.
Steun aan de armste ontwikkelingslanden
De Pittsburgh Top zal ook beraadslagen over het verzachten van de
crisis in de armste ontwikkelingslanden. De crisis heeft deze landen
weliswaar met vertraging geraakt vergeleken met de ontwikkelde
economieën, maar de gevolgen zijn nu al groter en zullen
waarschijnlijk ook langduriger zijn. Nederland acht van belang dat de
armste ontwikkelingslanden hun structurele hervormingen kunnen
voortzetten. Bij het verzachten van de crisis in de armste
ontwikkelingslanden zijn voor het kabinet met name voedselzekerheid,
sociale vangnetten, private sectorontwikkeling en handelsfinanciering
van groot belang.
Wereldwijd komen slechts enkele landen hun internationale
verplichtingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking na. Tijdens
de informele bijeenkomst zal Nederland aangeven dat Europa het goede
voorbeeld moet geven waar het gaat om het nakomen en implementeren van
de London Summit commitments, inclusief de ODA-norm van 0,7% van BNP.
Klimaatfinanciering
Tijdens de G20 Ministers van Financiën was er geen voortgang met
betrekking tot klimaatfinanciering. Een aantal landen wenste alleen
onderhandelingen in VN-verband en niet in G20-verband.
Nederland vindt dat de EU-landen zich er in Pittsburgh voor in moeten
zetten dat de internationale discussie over klimaatfinanciering op de
G20-agenda blijft staan. De G20 kan de discussie aanjagen, teneinde
bij te dragen aan een succesvolle uitkomst van Kopenhagen.
Het kabinet ziet in de diverse lopende internationale discussies over
klimaatfinanciering graag een signaal waaruit blijkt dat een raamwerk
voor de financiering van internationaal klimaatbeleid een aantal
essentiële elementen moet bevatten, zoals onder andere low carbon
growth plans, versterking van de koolstofmarkt en zoveel mogelijk
nieuwe en additionele financiële ondersteuning. Ontwikkelde landen en
ontwikkelingslanden moeten worden opgeroepen om naar draagkracht en
verantwoordelijkheid inspanningen te plegen - op het terrein van zowel
financiering als mitigatie - die vergelijkbaar zijn met die van de EU.
De internationale publieke financiering moet mondiaal zo veel mogelijk
nieuw en additioneel zijn, zodat de realisatie van de
millenniumontwikkelingsdoelstellingen niet in gevaar komt.
De Kamer zal binnenkort een brief toegaan over de Nederlandse inzet in
Kopenhagen.
Daarnaast ziet het kabinet graag dat er richting Kopenhagen een
concreet werkbedrag komt dat de orde van grootte aangeeft van de
totale benodigde internationale financiering per jaar in 2020. Om dit
werkbedrag zo robuust mogelijk te laten zijn is het van belang om met
name de kosten voor adaptatie beter in beeld te brengen.
Daarnaast kan in alle lopende overleggen een belangrijk politiek
signaal voor de klimaatonderhandelingen worden gegeven als de
ontwikkelde landen hun bereidheid uitspreken om de ondersteuning te
verstrekken die nodig is om landen optimaal voor te bereiden op het
verkrijgen van financiering van hun acties.
Ministerie van Buitenlandse Zaken