Antwoord op
Kamervragen over de verwerking van geitenmest (Q-koorts)
16 september 2009 - kamerstuk
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
Directie Voedsel, Dier en
De Voorzitter van de Tweede Kamer Consument
Cluster Landbouwhuisdieren
der Staten-Generaal
Postbus 20018 Prins Clauslaan 8
2595 AJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG Postbus 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
Contactpersoon
T 070 378 68 68
F 070 378 61 13
Onze referentie
Datum 16 september 2009
VDC 09.1584/CPM
Betreft Kamervragen over de onduidelijkheid van de effecten van het
Uw referentie
composteren van geitenmest op het risico van de verspreiding van 2009Z14687
Q-koorts
Geachte Voorzitter,
Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij
de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Thieme (PvdD) over de
onduidelijkheid van de effecten van het composteren van geitenmest op het risico
van de verspreiding van Q-koorts van 13 augustus 2009 (2009Z14687).
1
Kent u het bericht waarin de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) stelt dat er
onduidelijkheid heerst over de effecten van het composteren van geitenmest op
het risico van de verspreiding van Q-koorts?'
Ja.
2 en 4
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat er vragen blijven bestaan over
de mogelijkheden van risicoreductie in de verwerking van geitenmest, en dat deze
vragen zo spoedig mogelijk tot klaarheid moeten worden gebracht?
Bent u bereid tot het laten doen van spoedig vervolgonderzoek naar de
verwerking van geitenmest? Zo ja, op welke termijn en op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
Ik deel met u de mening dat er zo spoedig mogelijk duidelijkheid moet komen
rondom de overdracht van Coxiella burnetii via mest en de mogelijkheden om
mest van besmette bedrijven veilig te verwerken. Al sinds het begin van de
epidemie is het een probleem dat er te weinig bekend is over de bacterie die
Q-koorts veroorzaakt. Om zo snel mogelijk antwoord te hebben op al onze
vragen, hebben wij voor ruim 3 miljoen euro in onderzoek geïnvesteerd.
Geleidelijk aan komen er resultaten van onderzoeken en waar het kan, worden de
resultaten direct in beleid omgezet.
') AgriHolland, 7 augustus 2009: "Onduidelijk of composteren van geitenmest het risico op
Q-koorts verminderd" http://www.agriholland.nl/nieuws/artikel.html?id=105568
VWA bureau risicobeoordeling heeft ons in juli 2009 geadviseerd over diverse
mogelijkheden om mest van bedrijven met Q-koortsproblematiek te verwerken.
Verbranden van mest blijkt in Nederland geen haalbare oplossing en het heeft
mogelijk negatieve gevolgen. Industriële compostering lijkt in theorie het meest
aantrekkelijke alternatief. Hiervoor zou voldoende capaciteit in Nederland zijn.
Ik heb het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Centraal
Veterinair Instituut (CVI) verzocht om mij voor het einde van dit jaar te adviseren
over de veiligheid en toepasbaarheid van industriële compostering. Ook verwacht
ik eind 2009 de eerste resultaten van het onderzoek naar de overleving van
C. burnetii in mest.
3
Welke maatregelen staan u voor ogen om de gezondheid van personeel en
omwonenden van geitenboerderijen te beschermen?
In onze brief van 28 augustus (TK 28 286, nr. 314) wordt een toelichting gegeven
op nieuwe maatregelen om de Q-koortsepidemie een halt toe te roepen. Een
onderzoek naar mogelijke aanvullende maatregelen met betrekking tot bedrijfs-
voering van melkgeiten- en melkschapenhouderijen gaat dit najaar van start.
5
Bent u bereid geitenmest tot het bekend worden van de uitkomsten van nader
onderzoek te behandelen als risicomateriaal, en de verwerking en compostering te
verbieden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Mest van besmette bedrijven wordt behandeld als risicomateriaal, hiervoor gelden
verschillende beperkingen. Op dit moment geldt er een standaardmaatregelen-
pakket voor mest van melkgeiten- en melkschapenbedrijven. Zo geldt er een
uitmestverbod vanaf het begin van de lammerperiode tot 30 dagen daarna.
Daarna moet de mest direct ondergewerkt worden of moet het 90 dagen
composteren. Bij afvoer moet de mest afgedekt vervoerd worden.
Wanneer bedrijven besmet verklaard worden op basis van tankmelkonderzoek
(TK 28 286, nr. 314) vervallen de standaardmestmaatregelen voor Q-koortsvrije
bedrijven.
Zoals aangegeven bij antwoord 2 en 4, ben ik nog op zoek naar betere
alternatieven voor de huidige mestmaatregelen. De resultaten van dit onderzoek
zullen eind 2009 beschikbaar zijn.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit