Kamerbrief inzake HGIS-nota 2010
Kamerbrief | 15 september 2009
Graag bieden wij u de HGIS-nota 2010 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de buitenlandactiviteiten van verschillende departementen gebundeld en in samenhang bezien. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en afstemming op het gebied van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders
32 126 Homogene Groep Internationale Samenwerking
2010 (HGIS-nota 2010)
Nr. 2 NOTA
INHOUDSOPGAVE blz.
1. Inleiding 5
1.1 Wat is de HGIS? 5
1.2 Opzet HGIS-nota 2010 5
2. HGIS op hoofdlijnen 6
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota
2009 16
Bijlage 2: De HGIS-nota horizontaal: meerjarencijfers per
begrotingsartikel en per ministerie 17
Bijlage 3: Berekening ODA-plafond 2010 en raming
ODA-prestatie 2009 en 2010 24
Bijlage 4a: De ODA-uitgaven naar beleidsthema 25
Bijlage 4b: De geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010 27
Bijlage 5: HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water 31
Bijlage 6: ODA-uitgaven Onderwijs 33
Bijlage 7: Uitgaven HIV/Aids, Malaria en Tuberculose 34
Bijlage 8: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema 35
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2009-2010
KST132848B
Sdu Uitgevers
's-Gravenhage 2009 Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 3
1. INLEIDING
1.1 Wat is de HGIS?
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) die werd
ingesteld op 1 januari 1997, is een aparte budgettaire constructie binnen
de rijksbegroting. In de HGIS worden de buitenlandactiviteiten van
verschillende departementen gebundeld en in samenhang bezien. Zo
wordt in één oogopslag duidelijk wat de belangrijkste uitgaven zijn die
Nederland jaarlijks doet in het kader van Internationale Samenwerking.
Uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van samenwerking en
afstemming tussen de ministeries. In veel van de HGIS-programma's die
in deze nota worden genoemd werken meerdere ministeries samen. De
HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en
coherent buitenlandbeleid.
Binnen de HGIS wordt onderscheid gemaakt tussen de uitgaven die
voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official
Development Assistance, ODA) en andere uitgaven voor internationaal
beleid («non-ODA»). De minister van Buitenlandse Zaken is coördinator
van het buitenlandbeleid en daarmee ook van de HGIS. De minister voor
Ontwikkelingssamenwerking is eerstverantwoordelijke voor de coördinatie
van de ODA-middelen.
1.2 Opzet HGIS-nota 2010
Het is de gewoonte dat de HGIS-nota de indeling van de begroting van het
ministerie van Buitenlandse Zaken volgt. Deze begroting maakt deel uit
van een experiment. Dit houdt in dat de beleidsagenda van de begroting
specifiek ingaat op de tien doelstellingen van de eerste pijler van het
kabinetsprogramma «Samen werken, samen leven». De HGIS-nota volgt
deze opzet.
In hoofdstuk 2 wordt het beleid per kabinetsdoelstelling beschreven.
Hierbij wordt ingegaan op de hoofdlijnen van het beleid. De HGIS-nota is
bedoeld om de lezer een globaal overzicht te geven. Voor de specifieke
beleidsvoornemens, de te behalen resultaten en in te zetten middelen
wordt verwezen naar de ontwerpbegrotingen 2010 van de bij de HGIS
betrokken ministeries.
Na hoofdstuk 2 volgt een aantal bijlagen waarin alle HGIS-uitgaven
worden gepresenteerd. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid
staan over verschillende begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk
geheel. U treft naast totaaloverzichten per begrotingsartikel en per
ministerie ook de gebruikelijke thematische overzichten aan. Deze
overzichten zijn gerangschikt naar de begrotingsindeling van het
ministerie van Buitenlandse Zaken.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 5
2. HGIS OP HOOFDLIJNEN
Algemeen
De totale HGIS-uitgaven bedragen in 2010 EUR 6,4 mld, waarvan EUR 4,7
mld voor ontwikkelingssamenwerking.
De financieel-economische crisis heeft ook gevolgen voor de HGIS. Het
budget voor officiële ontwikkelingssamenwerking, ODA, bedraagt 0,8%
van het Bruto Nationaal Product (BNP). De recessie waarin Nederland nu
verkeert en de uitzonderlijke daling van de ramingen voor het BNP
vertalen zich de komende jaren in een krimpende begroting voor
ontwikkelingssamenwerking. Het gaat naar verwachting om een daling
van EUR 601 miljoen in 2010, EUR 673 miljoen in 2011 en EUR 788 miljoen
in 2012 ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Dit is echter een
momentopname. Afhankelijk van de ontwikkeling van de Nederlandse
economie en BNP-bijstellingen door het Centraal Plan Bureau kan dit
beeld zich nog wijzigen. Daarnaast draagt de minister voor Ontwikkelingssamenwerking
in 2010 EUR 100 miljoen bij aan de extra investeringen in
de Nederlandse economie die het Kabinet vorig jaar in het Aanvullend
Beleidsakkoord heeft vastgesteld. Dit bedrag wordt in 2011 weer aan de
begroting voor ontwikkelingssamenwerking toegevoegd. Tenslotte wordt
er vanaf 2011 additioneel EUR 10 mln gekort op de non-ODA-gelden van
de HGIS in verband met het Rijksbrede bezuinigingspakket. Deze
kortingen worden in de loop van 2010 verder ingevuld.
Doelstelling 1:
Een Europa met een stevig draagvlak
dat zich richt op terreinen
waar het meerwaarde levert en
zich niet begeeft op terreinen waar
lidstaten het beter zelf kunnen
regelen
Versterkte Europese samenwerking
De Europese Unie (EU) heeft een sterk en effectief extern beleid nodig dat
enerzijds wordt ingezet om de belangen van Europa in de wereld te
verdedigen en anderzijds een weerspiegeling vormt van de (universele)
waarden die Europa uitdraagt, zoals mensenrechten, armoedebestrijding
en verdraagzaamheid. De veranderende wereld, met groeiende financiële
en politieke macht van opkomende landen zoals China, India, de
Golfstaten, en sommige landen in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika heeft
ervoor gezorgd dat deze landen, die niet per definitie het westerse
waardenpatroon één-op-één onderschrijven, assertiever worden en een
belangrijkere plaats in de wereldorde opeisen.
Hierom is een sterke Europese stem nodig. Het Verdrag van Lissabon,
waarin rechten en plichten van Europa en de individuele lidstaten beter
worden geregeld, biedt ons mogelijkheden om wereldwijde uitdagingen
gezamenlijk aan te pakken. De EU moet zich vooral richten op terreinen
waar optreden op Europees niveau duidelijke meerwaarde heeft. En zich
terughoudend op te stellen bij zaken die beter op nationaal of zelfs lokaal
niveau kunnen worden geregeld zoals sociale woningbouw, onderwijs en
welzijn. Het kabinet hecht onverminderd aan het spoedig in werking
treden van dit Verdrag. Zo wordt ook besluitvorming democratischer én
slagvaardiger.
EU-dossiers in 2010
Naar verwachting zal de financieel-economische crisis ook in 2010 een
belangrijke stempel drukken op de Europese agenda. De focus zal
vermoedelijk wel verschuiven naar meer structurele hervormingen,
gericht op economisch herstel en de terugkeer naar duurzame overheidsfinanciën.
De voor 2010 voorgenomen herziening van de Lissabonstrategie
voor groei en werkgelegenheid zal, net als stimuleringsmaatregelen,
deel uitmaken van de 'exit strategie' uit de crisis.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 6
Klimaatbeleid en hernieuwbare energie zijn andere belangrijk EU-dossiers
(zie doelstelling acht), net als zekerheid in energievoorziening. Nederland
wil dat de EU zich meer richt op diversificatie van bronnen en aanvoerroutes
van energie, en op verbreding van de relatie met belangrijke
leveranciers.
In 2010 zal de opvolger van het Haags Programma van start gaan.
Nederland wil hierbij een impuls geven aan verdergaande
EU-samenwerking op de terreinen van asiel en migratie, veiligheid en
klassieke Justitiële samenwerking op het gebied van openbare orde en
veiligheid.
Nederland werkt tevens in EU-verband mee aan ontwikkeling. Zo wordt
ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caraïbisch gebied
en de Stille Oceaan (de ACS-staten) gefinancierd via het Europees
Ontwikkelingsfonds. Verder blijft Nederland andere EU-lidstaten
aansporen om zich te houden aan de afspraken van 2005 over verhoging
van de ODA tot 0,7% van het BNP in 2015.
Doelstelling 2:
Een Europa dat zijn eigen criteria
voor uitbreiding serieus neemt en
strikt toepast
EU-uitbreiding
De EU is nauw met haar buren verbonden, zowel in economisch, sociaal
en politiek opzicht, als uit het oogpunt van veiligheid en
energievoorzieningszekerheid. De wederzijdse belangen zijn groot.
Tegelijkertijd hecht Nederland zeer aan strikte toepassing van de criteria
voor toenadering tot de Unie van de (huidige) drie kandidaat-lidstaten en
vijf potentiële kandidaat-lidstaten. Door de criteria volledig na te komen
tonen de kandidaat-lidstaten aan dat zij volledig onderdeel zijn
(geworden) van de Europese waardengemeenschap. Nederland hecht er
ook sterk aan dat de Unie zelf - ook institutioneel - in staat is nieuwe
leden te verwelkomen. Het heeft dan ook de voorkeur dat het Verdrag van
Lissabon in werking is getreden voor de eerstvolgende uitbreiding van de
Unie.
Het Programma Maatschappelijke Transformatie (Matra)
Het MATRA-programma wordt in 2010 gefinancierd vanuit de HGIS met EUR 33,8 mln. Dit
programma is onder andere gericht op versterking van het maatschappelijk middenveld
door financiering van kleine of middelgrote projecten. Daarnaast richt MATRA zich op
ondersteuning van de overheid door opleiding van ambtenaren en kortdurende ambtelijke
ondersteuning vanuit Nederland. MATRA werkt hierbij complementair aan de Europese
instrumenten voor pre-accessie en nabuurschapbeleid. Eind 2008 is gestart met een
herziening van het MATRA-programma. Deze herziening is erop gericht om de relevantie
en doelmatigheid van het programma te vergroten, om daarmee beter aan te sluiten bij
de huidige uitdagingen. Implementatie van het herziene MATRA-programma zal naar
verwachting vanaf 2010 plaatsvinden.
Nabuurschapbeleid
Het Europees Nabuurschapbeleid is ontwikkeld voor landen die geen
(concreet) EU-perspectief hebben, maar waarvoor de Unie niettemin een
bijzondere verantwoordelijkheid voelt en ook een eigen belang heeft. Het
kabinet verwelkomt in dit verband de oprichting van de Unie voor de
Mediterrane Regio voor de tien zuidelijke buren (juli 2008) en het Oostelijk
Partnerschap (mei 2009). Nederland zal in EU-kader en tegenover de
betrokken landen blijven uitdragen dat het Oostelijk Partnerschap niet
mag worden opgevat als voorportaal voor EU lidmaatschap. Nederland
vindt het van groot belang dat de EU blijft investeren in de relaties met
Rusland.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 7
Doelstelling 3:
Dichterbij brengen van een
oplossing voor de conflicten in het
Midden-Oosten
Het Midden-Oosten Vredesproces
In het Midden-Oosten Vredesproces wordt door de internationale
gemeenschap gestreefd naar een levensvatbare Palestijnse staat, en
veilige en erkende grenzen voor Israël. Daarop zullen alle inspanningen
van Nederland, in EU- en in Verenigde Naties (VN)-verband de komende
jaren gericht zijn. Nederland heeft goede betrekkingen met zowel Israël als
de Palestijnse Autoriteit en heeft in het vredesproces een belangrijke rol
als aanjager en facilitator.
Voor een toekomstige onafhankelijke Palestijnse staat is de opbouw van
een sterke Palestijnse Autoriteit van groot belang. Daarom geeft
Nederland financiële steun ter ondersteuning van het ambtenarenapparaat,
de opbouw van de Palestijnse veiligheidssector, en via de VN aan
Palestijnse vluchtelingen.
Ontwikkelingen in de regio die invloed hebben op het vredesproces, zoals
initiatieven voor vredesbesprekingen door Egypte, maar ook de verhoudingen
tussen Syrië en Libanon of ontwikkelingen in het nucleaire
programma van Iran, evenals de politieke ontwikkelingen na de verkiezingen
in juni 2009, worden nauwlettend gevolgd.
De verbetering van de mensenrechtensituatie blijft de gemene deler in
alle betrekkingen met het Midden-Oosten.
Doelstelling 4:
Een moderne krijgsmacht die
wereldwijd maatwerk kan leveren
bij crisisbeheersings-operaties en
bij het opbouwen van veiligheidsorganisaties
Crisisbeheersingsoperaties
Veruit de grootste crisisbeheersingsoperatie waaraan Nederland bijdraagt
is de ISAF-operatie in Afghanistan. ISAF (International Security Assistance
Force) zal, samen met het Afghaanse leger en politie, operaties blijven
uitvoeren om de veiligheid te vergroten, de Taliban in te dammen en hen
het initiatief te ontzeggen. De Nederlandse inzet is niet alleen militair van
aard: de nadruk ligt evenzeer op het creëren van economische kansen
voor de lokale bevolking en het verbeteren van hun lokale bestuur. Hierbij
is een grotere coördinerende rol op het gebied van (weder)opbouw en
bestuursondersteuning weggelegd voor de VN. Het gezamenlijke doel van
de internationale gemeenschap in Afghanistan - zoals ook bevestigd werd
tijdens de grote internationale Afghanistan-conferentie in maart 2009 in
Den Haag - is de lokale bestuurders, de lokale overheidsdiensten en de
Afghaanse veiligheidsdiensten te assisteren zelfstandig op te treden.
Nederland levert daaraan een bijdrage door onder andere politietrainers
en ontwikkelingsdeskundigen in te zetten. Veel van deze vraagstukken zijn
deel van een complexer nationaal en (inter)regionaal geheel. Ook de
regionale component (Pakistan, Iran) zal in 2010 veel aandacht krijgen.
Voor wat betreft de Nederlandse inzet in Afghanistan in 2010 verwijst de
regering naar de zogenaamde artikel 100-brief d.d. 30 november 2007
(Kamerstuk 27 925, nr. 279).
Naast Afghanistan leveren Nederlandse militairen en civiel personeel ook
op veel andere plaatsen in de wereld een bijdrage aan vrede en veiligheid.
Bijvoorbeeld in Kosovo, Soedan en Burundi: hier wordt continu gewerkt in
lijn met de geïntegreerde benadering. In 2010 is in het kader van
crisisbeheersingsoperaties een bedrag van EUR 323 mln begroot.
Doelstelling 5:
Samenhang en effectiviteit van het
veiligheids- en ontwikkelingsbeleid
vergroten
In de notitie Veiligheid en Ontwikkeling in Fragiele Staten (2008) is
vastgelegd dat het Kabinet inzet op verbetering van menselijke veiligheid,
bijdragen aan een legitieme overheid, en het creëren van vredesdividend.
Voor het realiseren van deze strategie is geïntegreerd beleid essentieel.
Samenwerking in de buitenland driehoek (Buitenlandse Zaken, Defensie
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 8
en Ontwikkelingssamenwerking) en met Economische Zaken (EZ), speelt
een centrale rol. Maar er is ook behoefte aan de expertise van andere
ministeries; zoals Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) en Financiën. Samen met deze ministeries werken we aan de
praktische invulling van het fragiele staten-beleid op terreinen als security
sector reform (SSR), disarmament demobilization and reintegration
(DDR), en terreinen als early recovery en het verbeteren van bestuurlijke
kwaliteit en sociaal economische ontwikkeling. Programma's waarmee we
de fragiliteit in staten willen reduceren.
Nederland beschikt met het Stabiliteitsfonds over een mechanisme
waarmee een breed scala aan activiteiten op het snijvlak van veiligheid en
ontwikkeling kan worden gefinancierd. Een voorbeeld hiervan is ons werk
in Afghanistan.
Afghanistan
In 2010 blijft Nederland de Afghaanse overheid ondersteunen bij het creëren van
veiligheid en ontwikkeling. De geïntegreerde benadering richt zich op de Afghanisering
van de veiligheidsstructuren en civilisering van de internationale aanwezigheid. Door het
uitvoeren van kleinschalige projecten om vredesdividend en vertrouwen in de buitenlandse
aanwezigheid te genereren, werken we aan duurzame OS-programma's. Naast een
bijdrage aan het nationale «Afghanistan Reconstruction Trust Fund» en ondersteuning van
de opbouw van het onderwijs en de gezondheidszorg in Uruzgan, zal Nederland meer
nadruk gaan leggen op het stimuleren van de economische ontwikkeling van Afghanistan.
Het zal daarbij gaan om ontwikkeling van (opleidingen in) de landbouwsector, in
samenhang met microkredietprogramma's, infrastructurele projecten, programma's ter
ondersteuning van boeren en ondernemers en de bedrijfsleveninstrumenten. Wanneer
welvaart stijgt, wordt de kans op conflicten kleiner. Mede in het kader van conflictpreventie
is er een regionaal waterprogramma gestart ten behoeve van samenwerking en
private sectorontwikkeling in Afghanistan en Pakistan.
Het Stabiliteitsfonds is door de OESO omschreven als «best practice»1.
Nederland streeft ernaar de omvang van het fonds, ondanks de budgettaire
krapte als gevolg van de economische crisis, ook in 2010 op peil te
houden. Het totale budget van het fonds in 2010 is vastgesteld op ruim 91
miljoen euro.
Vanuit dit perspectief vinden er eveneens bijdragen plaats aan vredesopbouw
in Soedan, Burundi en de Democratische Republiek Congo. Ook
in Colombia, Guatemala en Kosovo wordt via de geïntegreerde
benadering aan vrede en veiligheid gewerkt.
Voor 2010 en 2011 is tevens de continuering van het lopende onderzoekprogramma
van het Hague Institute for Internationalisation of Law (HiiL)
zeker gesteld. De ministeries van Buitenlandse Zaken, Jusititie, OCW, BZK
en EZ werken in dit verband samen aan gedeelde beleids- en visieontwikkeling
op benodigde kennis van het internationaal recht en de
beginselen van de democratische rechtsstaat.
1 «Ensuring fragile states are not left behind»,
OECD/DAC International Network on Conflict
and Fragility (INCAF), March 2009.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 9
Doelstelling 6:
Duurzame economische ontwikkeling
bevorderen en armoedebestrijding
met kracht voortzetten
en uitwerken in het project «De
Millennium Ontwikkelingsdoelen
Dichterbij»
De internationale inspanningen om de Millennium ontwikkelingsdoelen
(de MDGs) in 2015 te bereiken worden door de financieel- economische
crisis extra op de proef gesteld. Hoewel de afgelopen jaren in veel landen
flinke vooruitgang is geboekt bij het bestrijden van armoede in brede zin,
is dit op een aantal terreinen te weinig het geval. Voorbeelden hiervan zijn
het terugdringen van de moedersterfte, het verkleinen van genderongelijkheid
en de bestrijding van tuberculose. Er is wel significante
vooruitgang te zien op MDG 4 (kindersterfte) en MDG 2 (onderwijs, met
name op het gebied van onderwijsparticipatie).
Project «De Millennium ontwikkelingsdoelen dichterbij»
In 2015...
MDG 1 zijn extreme armoede en honger uitgebannen
MDG 2 gaan alle jongens en meisjes naar school en maken die af
MDG 3 hebben mannen en vrouwen dezelfde rechten
MDG 4 is kindersterfte sterk afgenomen
MDG 5 sterven er minder vrouwen door zwangerschap
MDG 6 is de verspreiding van ziektes als aids en malaria gestopt
MDG 7 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu
MDG 8 is er meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp
De meeste ontwikkelingslanden hebben - in tegenstelling tot westerse
landen - weinig (financiële) middelen om de meest pijnlijke gevolgen van
de crisis te verzachten. Omdat Nederland zich blijvend hard wil maken
voor het bereiken van de millenniumdoelen houdt Nederland zich
consequent aan de afspraak van 0,8% BNP, maar de budgettaire krapte als
gevolg van het dalend nationaal inkomen dwingt ons om nog meer dan
andere jaren heldere en scherpe keuzes te maken. Dat gebeurt op de
volgende wijze.
De prioriteiten uit de beleidsbrief «Een Zaak Van Iedereen» blijven
onverminderd van kracht:
I. Veiligheid en ontwikkeling: In Afghanistan zal de wederopbouw volgens
de geïntegreerde benadering worden voortgezet, in Burundi staat
uitvoering van het Security Sector Reform programma centraal en ook in
andere fragiele staten wordt verder gewerkt aan veiligheid en ontwikkeling.
II. Groei en verdeling: Nederland versterkt de inzet op het faciliteren van
de private sector in ontwikkelingslanden. Extra aandacht gaat ook uit naar
het creëren van werkgelegenheid, publieke infrastructuur en juridische en
financiële capaciteitsopbouw en de uitvoering van de OS/LNV beleidsbrief
over landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid.
III. Gender en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten: In 2010 is
de Nederlandse inzet gericht op de bestrijding van geweld tegen vrouwen,
op de verbetering van reproductieve gezondheid en rechten en
versterking van de positie en rol van vrouwen in (post)conflictgebieden.
Het internationale Nederlandse emancipatiebeleid wordt in 2010
geëvalueerd.
IV. Duurzaamheid, klimaat en energie: Uitwerking en uitvoering van de
besluiten die tijdens de top in Kopenhagen (eind 2009) genomen zijn staat
in 2010 centraal. Nederland zet daarbij in op een versterkte financiële
architectuur en capaciteitsopbouw ter ondersteuning van klimaatbeleid in
ontwikkelingslanden.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 10
Daarnaast komen alle kanalen in aanmerking voor kortingen: multilateraal,
particulier, bilateraal en bedrijfsleven. De bestaande input- en
outputdoelstellingen worden niet ontzien, met uitzondering van de 0,1%
BNP voor het milieu. Waar mogelijk worden gemaakte juridische
afspraken niet open gebroken: dit vanuit het streven om als een
betrouwbare donor te (blijven) opereren.
Deze prioriteitenstelling heeft zich vertaald in een relatief grote korting op
het bilaterale kanaal. Hierin zijn verschillen aangebracht op basis van de
landenprofielen. Het is niet mogelijk gebleken de programma's in Profiel I
- landen (Versnelde MDG-bereiking) uit te sluiten van bezuinigingen. De
korting is evenwel relatief beperkt gehouden. Gezien de prioriteit van het
thema Veiligheid en Ontwikkeling is besloten de budgetten voor de
partnerlanden met Profiel II (Veiligheid en Ontwikkeling) gelijk te houden.
In deze landen blijft Nederland ook de komende jaren volop investeren in
vrede en stabiliteit. De grootste bezuiniging vindt plaats in de Profiel III -
landen (Brede Relatie). Het betreft partnerlanden die de status van
middeninkomensland al (bijna) hebben bereikt, en waar de millenniumdoelen
in het algemeen op schema liggen. Deze landen zijn rijp voor het
aangaan van een groeiend palet aan relaties met Nederland en met
andere landen.
Bij de centrale bilaterale budgetten wordt in 2010 onder meer EUR 100
mln bij Education For All/Fast Track Initiative gekort. Deze korting is mede
ingegeven door de lage doorloopsnelheid van dit fonds en het feit dat
inmiddels ook andere donoren flink aan dit fonds bijdragen. De korting op
het multilaterale kanaal in 2010 is relatief beperkt gebleven met EUR 80
miljoen. Het maatschappelijk kanaal wordt in 2010 relatief weinig gekort.
Om de effectiviteit van onze inspanningen verder te vergroten, heeft de
minister eind 2008 een ambitieuze moderniseringsagenda gelanceerd:
'Ontwikkelings-samenwerking 2.0'. Ook in 2010 staat de concrete
uitvoering van deze agenda centraal. Dit betekent onder meer veel
aandacht voor zeggenschap van ontwikkelingslanden en opkomende
economieën in internationale organisaties (hulp als hefboom). Ook zal
Nederland investeringen in productieve sectoren en belastinginning door
ontwikkelingslanden ondersteunen (economische groei). Verder blijft
Nederland steun geven aan overheidsinstellingen en maatschappelijke
organisaties die zich inzetten voor transparantie en verantwoording en het
bestrijden van corruptie (strijd tegen corruptie). In 2010 krijgt het nieuwe
medefinancieringsstelsel verder vorm dat tot meer samenwerking en
maatwerk aanspoort en zullen zuidelijke organisaties een grotere rol gaan
spelen (openbreken van de hulpindustrie). Tenslotte wil Nederland in 2010
concrete resultaten behalen op basis van de afspraken die zijn gemaakt in
de Verklaring van Parijs en de Accra Actie Agenda. Zo moet de versnippering
tussen donoren en de werkbelasting van partneroverheden
afnemen (verhoging van effectiviteit).
Doelstelling 7:
Een evenwichtige en uitgesproken
inzet voor mensenrechten overal
ter wereld
De bevordering van mensenrechten staat ook in 2010 centraal in het
buitenlands beleid van Nederland. Mensenrechten vertegenwoordigen de
fundamentele waarden waarop een democratische rechtsstaat is
gebaseerd. Deze waarden zijn vertaald in verschillende internationale
afspraken en verdragen, waaronder bovenal de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens. De fundamentele rechten die daarin staan horen
voor iedereen, altijd en overal, te gelden. Helaas is dat nog lang niet het
geval.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 11
In de mensenrechtenstrategie «Naar Een Menswaardig Bestaan», met
daarin meer dan honderd actiepunten, maakt Nederland keuzes waar de
Nederlandse inzet het hardste nodig is: het tegengaan van doodstraf en
marteling, het bevorderen van vrijheid van godsdienst en levensovertuiging,
non-discriminatie van vrouwen en homoseksuelen, en de
bevordering van kinderrechten. In 2010 is 27,5 miljoen euro beschikbaar
voor het Mensenrechtenfonds.
Naast «mensenrechten voor iedereen» richt Nederland zich op de
verwevenheid tussen mensenrechten, vrede en veiligheid. Op basis van
dit uitgangspunt blijft Nederland zich in 2010 inzetten voor een brede
acceptatie van het concept van Responsibility to Protect (R2P): de
verantwoordelijkheid van staten om goed voor hun burgerbevolking te
zorgen en zich niet achter het soevereiniteitsbeginsel te verschuilen als zij
dit niet doen. Het komende jaar wordt bovendien een internationale
conferentie voor mensenrechtenverdedigers georganiseerd.
Nederland doet dat niet alleen: ook in EU- en ander multilateraal verband
zet Nederland zich in voor mensenrechten. Zo hebben we tot medio 2010
zitting in de Mensenrechtenraad (MRR) van de Verenigde Naties. Om
goede resultaten te kunnen boeken zal Nederland blijven investeren in het
zoeken naar nieuwe en wisselende coalities. Het lidmaatschap van de VS
zal mogelijk zorgen voor nieuwe dynamiek.
Doelstelling 8:
Actief bijdragen aan het tot stand
komen van nieuwe ambitieuze
internationale klimaatdoelstellingen
voor na 2012
Pro-actieve inzet op duurzaamheid, klimaat en energie
Klimaatverandering is een wereldwijd probleem dat vraagt om wereldwijde
oplossingen. Daarvoor zijn er internationale afspraken nodig. In
december vindt in Kopenhagen de VN klimaatconferentie plaats: hier
zullen nieuwe internationale klimaatafspraken gemaakt moeten worden
als vervolg op het Kyoto protocol, dat in 2012 afloopt.
Nederland en de EU streven naar een juridisch bindend VN klimaatakkoord
dat moet voorkomen dat de wereldtemperatuur met meer dan 2
graden Celsius stijgt. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen in
2050 moet zijn gehalveerd ten opzichte van 1990. Daarvoor is het nodig
dat rijke landen de uitstoot terugdringen met 25-40% in 2020. Ook
ontwikkelingslanden, met name de snel groeiende ontwikkelingslanden,
zullen (naar hun verantwoordelijkheid en vermogen) activiteiten ondernemen
om klimaatverandering tegen te gaan.
Binnen de VN liggen de standpunten op dit moment nog ver uit elkaar.
Hoe de conferentie in Kopenhagen ook uitpakt, de afspraken in het
Klimaatakkoord van Kopenhagen zullen in 2010 verder moeten worden
uitgewerkt in concrete instrumenten. Nederland zal ook daarbij een
ambitieuze onderhandelingspartner blijven binnen en buiten de EU.
Daarbij blijft het uitgangspunt dat er een ambitieus en effectief internationaal
klimaatregime komt, dat goed aansluit op het Kyoto Protocol en
waaraan alle landen naar vermogen en verantwoordelijkheid bijdragen. In
internationaal verband horen daar additionele middelen bij ten behoeve
van adaptatieen mitigatie in ontwikkelingslanden.
CO2-reductieprogramma's
Een onderdeel van de klimaatdoelstelling van het kabinet, zijn de
CO2-reductieprogramma's Joint Implementation (JI) en het Clean Development
Mechanism (CDM). Met deze programma's zal Nederland zijn nationale CO2-uitstoot in het
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 12
buitenland reduceren als bijdrage aan de reductiedoelstelling uit het Kyoto-protocol.
Emissiereducties die via deze mechanismen in het buitenland worden behaald, tellen mee
bij de invulling van de nationale reductieverplichting. Het kabinet verwacht dat in de
periode 2008-2012 door de recessie minder dan de eerder verwachte 65 Mton aan
emissierechten uit CDM en JI-projecten nodig is. Naar aanleiding van de evaluatie Schoon
en Zuinig wordt bezien of deze verwachting werkelijkheid wordt en worden eventuele
alternatieve aanwendingen in kaart gebracht, zoals aanwending van de rechten voor de
post-Kyoto periode.
Milieu en ontwikkelingssamenwerking
Het kabinet heeft voor de periode 2008-2011 in totaal 500 mln euro
beschikbaar gesteld voor hernieuwbare energie. Door middel van directe
investeringen worden bronnen voor hernieuwbare energie ontwikkeld en
wordt toegang van armen tot hernieuwbare energie verbeterd. In 2010
wordt geïnvesteerd in een efficiënter gebruik van hernieuwbare energiebronnen,
zoals windenergie, waterkracht, biomassa, zonne-energie en
aardwarmte in onder andere Indonesië, Zambia en het Grote Merengebied.
Milieu in bredere zin
Nauw gerelateerd aan de zorgen over klimaatverandering zijn de zorgen
over het wereldwijde milieu en waterbeheer in bredere zin. Verschillende
programma's in de HGIS geven uitvoer aan het Nederlandse beleid ten
aanzien van internationaal milieu en waterbeheer.
Zo levert het interdepartementale programma «Partners voor Water» een
bijdrage aan de oplossingen voor de wereldwaterproblematiek door het
bundelen van Nederlandse expertise op het gebied van water bij
overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en NGO's. Er is besloten om
vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de HGIS met zes
jaar te verlengen.
Partners voor Water III
Het programma «Partners voor Water», draagt sinds 2000 bij aan oplossingen voor de
wereldwaterproblematiek, en aan de versterking van de positie van de Nederlandse
watersector. In dit programma wordt Nederlandse expertise op het gebied van water
gebundeld: het is gericht op bedrijfsleven, kennisinstituten, NGO's en overheden. Vijf
ministeries zijn bij de aansturing van dit programma betrokken. Recent is een externe
evaluatie uitgevoerd die een positief beeld schetst van de impact van «Partners voor
Water». Er is besloten om vanaf 2010 de ondersteuning van dit programma vanuit de
HGIS met zes jaar te verlengen. Naast de bestaande thema's en landenfocus schenkt
Partners voor Water III bijzondere aandacht aan enkele «deltalanden». Delta's in dichtbevolkte,
maar vruchtbare gebieden kennen eigen aan water gerelateerde problemen. In
nieuw aan te gane meerjarige programmatische samenwerkingsverbanden worden in
deze landen integrale, vraaggestuurde programma's nagestreefd, inclusief specifieke
aandacht voor goed bestuur, onderhoud en beheer.
Doelstelling 9:
Betere dienstverlening aan Nederlandse
burgers en bedrijven in het
buitenland
Consulaire dienstverlening
Nederland is een internationaal georiënteerd land. Bedrijven opereren
over de grenzen heen, miljoenen Nederlanders reizen jaarlijks naar het
buitenland voor werk, studie of vakantie. Daarnaast bezoeken miljoenen
burgers uit het buitenland ons land om dezelfde redenen. Het overgrote
deel van alle reisbewegingen verloopt goed en onbelemmerd. Wanneer er
zich echter problemen voordoen, wordt vaak om consulaire bijstand
gevraagd. Bij deze consulaire dienstverlening, een kerntaak van het
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 13
Ministerie van Buitenlandse Zaken, valt te denken aan bijstand bij ziekte of
overlijden als gevolg van ongevallen, natuurrampen, misdrijven en/of
terroristische aanslagen. Verder wordt geassisteerd in het kader van de
internationale rechtshulp, zoals bijvoorbeeld bij kindontvoeringszaken.
Ruim 2600 Nederlandse gedetineerden worden o.a. met bezoeken door de
posten intensief begeleid. Hiernaast zijn ook de invoering van de nieuwe
generatie reisdocumenten, afhandeling van visumaanvragen, het omgaan
met asiel, migratie en personenverkeer allemaal elementaire taken die
voor rekening komen van ambassades en consulaten.
In EU-verband wordt verder gewerkt aan het bevorderen van samenwerking
op het gebied van visum-, asiel- en migratiebeleid, met specifieke
aandacht voor de externe dimensie en voor de samenwerking met derde
landen. In crisissituaties worden evacuaties zoveel mogelijk gezamenlijk
door de EU-landen uitgevoerd. In Koninkrijksverband wordt gestreefd
naar vergaande harmonisatie van het visumbeleid.
Ondernemen in het buitenland
De Nederlandse economie en welvaart zijn van oudsher in sterke mate
afhankelijk van de economische activiteiten van het Nederlandse
bedrijfsleven in het buitenland. Het stimuleren van internationale handel
en investeringen blijft dan ook van groot belang voor het bevorderen van
een bestendige groei van de Nederlandse economie. Juist in tijden van
economische tegenspoed moet hier extra aandacht aan worden besteed.
Het kabinet probeert daarom bedrijven die daar om vragen te helpen bij
het verkrijgen van toegang tot andere markten. Ook probeert het kabinet
via het Netherlands Foreign Investments Agency (NFIA) buitenlandse
investeerders naar Nederland te halen. Economische dienstverlening,
aangestuurd vanuit Economische Zaken, wordt mét Buitenlandse Zaken
uitgevoerd door middel van het wereldwijde netwerk van ambassades,
consulaten-generaal (CGs), honoraire consulaten en Netherlands Business
Support Offices (NBSOs), in samenwerking met de vakattachés van
andere departementen zoals bijvoorbeeld van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV).
Project: Loop eens binnen in het buitenland / Internationaal Ondernemen
Doelstelling van het kabinet is het Nederlandse bedrijfsleven beter te positioneren in het
buitenland. Daarbij is de inzet van het postennet van essentieel belang. Alhoewel de grote
Nederlandse bedrijven bekend zijn met het werk op de posten, bestaat er vooral bij het
Nederlandse midden- en kleinbedrijf brede onbekendheid met hun werk en een perceptie
van hoogdrempeligheid. De Dutch Trade Board, het publiek-private netwerk dat zich richt
op internationaal ondernemen, heeft daarom het initiatief genomen om door middel van
een brede communicatiecampagne de bekendheid van het netwerk te vergroten en de
ondernemers beter te informeren over wat het netwerk hun te bieden heeft. In de
campagne komt duidelijk naar voren van welke posten een basispakket aan economische
dienstverlening kan worden verwacht en van welke posten men een meer uitgebreide
dienstverlening kan verwachten. De campagne gaat over het hele economische netwerk
(Ambassades - inclusief Technisch Wetenschappelijk attachés en landbouwattachés- CG's,
NBSO's) en wordt in samenwerking tussen de drie betrokken departementen EZ, LNV en
BZ uitgevoerd. Waar een bedrijf ook «aanklopt» in het netwerk, overal moet men dezelfde
informatie krijgen.
Doelstelling 10:
Betere dienstverlening aan internationale
organisaties en buitenlandse
bedrijven die zich in Nederland
vestigen
Nederland als aantrekkelijke vestigingsplaats
De Nederlandse Regering wil de aantrekkelijkheid van Nederland als
gastland voor internationale organisaties versterken. De Rijksbrede
benadering die daartoe in 2005 is ingezet, wordt geïntensiveerd. Het
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 14
kabinet wil de dienstverlening aan geprivilegieerde buitenlanders verder
versterken. In 2010 zal het kabinet samenhangend beleid formuleren en
uitvoeren om nieuwe organisaties aan te trekken zoals een vestiging in
het kader van het Europese programma voor satellietnavigatie. Daarnaast
ligt de nadruk van de Nederlandse inzet in 2010 op het behouden en
vergroten van de tevredenheid van organisaties die al in Nederland
gevestigd zijn met de wijze waarop zij Nederlandse gastvrijheid genieten.
Hierbij valt te denken aan het Internationaal Strafhof, Eurojust en Europol.
Eurojust is al enige tijd conform een besluit van de Europese Raad in
Nederland gevestigd. Ter financiering van de Nederlandse gastlandbijdrage
aan de definitieve huisvesting van Eurojust in Den Haag komt
vanaf 2012 uit de HGIS/non-ODA voor een periode van vijf jaar EUR 6
miljoen per jaar beschikbaar.
Een nieuwe uitdaging voor 2010 is het uitfaseren van enkele internationale
hoven (Joegoslavië Tribunaal en Sierra Leone Tribunaal) en de
opzet door de VN van een eventuele restorganisatie (het zogenaamde
«residual mechanism»). Deze zal in zeer afgeslankte vorm een aantal
taken kunnen blijven vervullen, zoals het beheer van archieven en
bewijsmateriaal, eventueel hoger beroep, mogelijke tussentijdse
invrijheidsstelling veroordeelden en dergelijke.
Aandachtspunt naast de
Kabinetsdoelstellingen:
Internationaal Cultuurbeleid
Nederland wil met het Internationaal Cultuurbeleid de positie van
Nederland versterken. Internationaal Cultuurbeleid is dan ook een
integraal onderdeel van het buitenlandbeleid, wat in nauwe samenwerking
tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs
Cultuur en Wetenschappen (OCW) wordt opgesteld en uitgevoerd. Het
idee van «halen en brengen» is een belangrijk uitgangspunt van het
beleid.
Presentaties van Nederlandse cultuur in het buitenland worden gerichter
en meer zichtbaar neergezet, zoals tijdens de manifestaties Ruhr 2010,
Istanbul 2010 en de wereldexpo Shanghai 2010. Extra aandacht gaat naar
disciplines waarin Nederland sterk staat, maar nog sterker kan worden. Zo
ondersteunt de regering het programma Dutch Design Fashion and
Architecture (Dutch DFA) om in de periode 2009-2012 de internationale
positie van de sectoren design, mode en architectuur duurzaam te
versterken.
Daarnaast richt de regering zich bij de betrekkingen met andere landen op
het behoud van aanwezig gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Ook de
culturele samenwerking met ontwikkelingslanden wordt steeds belangrijker.
Wereldwijd groeit de overtuiging dat cultuur bijdraagt aan ontwikkeling
en daarmee aan het behalen van de Millenniumdoelen. Ontwikkelingssamenwerking
speelt een brugfunctie in de interculturele dialoog
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 15
BIJLAGE 1 De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2009 (bedragen in mln EUR)
2009 2010 2011 2012 2013 2014
HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2009 6 914,8 7 060,8 7 229,3 7 193,9 7 382,5
Macrobijstellingen (BNP-mutaties) - 593,8 - 600,9 - 672,9 - 787,8 - 896,1
Eindejaarsmarge 134,5 10,0 20,5 0,0 0,0
Overboekingen van/naar HGIS - 0,4 - 1,7 - 13,9 - 17,0 - 21,4
Intertemporele kasschuiven - 78,9 - 100,0 178,9 0,0 0,0
Desalderingen 17,9 - 0,1 - 0,3 - 0,3 - 0,3
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2010 6 394,0 6 368,2 6 741,6 6 388,9 6 464,7 6 558,4
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2009 155,3 133,5 132,9 132,0 121,4
Desalderingen 17,9 - 0,1 - 0,3 - 0,3 - 0,3
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2010 173,1 133,3 132,7 131,7 121,2 117,1
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten 6 220,9 6 234,8 6 608,9 6 257,1 6 343,5 6 441,2
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 16
BIJLAGE 2 De HGIS horizontaal: meerjarencijfers per begrotingsartikel
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en
Kabinetten
02.01 Algemene Rekenkamer/
recht- en doelmatigheidsbevordering
280 280 280 280 140 140
Totaal 280 280 280 280 140 140 0 0 0 0 0 0 0 0
V Buitenlandse Zaken
01.00 Versterkte int. rechtsorde en
eerbiediging van mensenrechten
01.01 Internationale rechtsorde 41 811 4 431 48 477 5 070 46 699 5 154 46 239 5 154 46 239 5 154 46 239 5 154 46 239 5 154
01.02 Mensenrechten 51 430 36 332 53 957 39 003 52 169 36 576 49 346 33 753 49 385 33 792 49 385 33 792 49 385 33 792
01.03 Internationale juridische
instellingen
28 725 15 670 13 072 19 688 17 503 9 650 9 650
02.00 Grotere veiligh. en stabiliteit,
effect. hum. hulpverl. en goed
bestuur
02.01 Nationale en bondgenootschappelijke
veiligheid
12 177 12 934 18 553 19 122 19 358 21 685 21 685
02.02 Bestrijding internationaal
terrorisme
02.03 Non-proliferatie en
ontwapening
9 164 1 070 9 014 1 045 8 917 1 045 8 917 1 045 8 917 1 045 8 917 1 045 8 917 1 045
02.04 Conventionele wapenbeheersing
02.05 Regionale stabiliteit en
crisisbeheersing
435 035 296 673 426 136 302 161 362 377 247 749 362 579 247 951 359 024 244 396 359 024 244 396 359 024 244 396
02.06 Humanitaire hulpverlening 383 080 377 364 300 867 297 100 240 767 237 000 268 767 265 000 300 767 297 000 300 767 297 000 300 767 297 000
02.07 Goed bestuur 181 032 165 363 212 452 201 337 180 414 170 810 161 070 152 066 156 629 148 073 156 629 148 073 156 629 148 073
02.08 Het bevorderen van
energiezekerheid
02.09 Grotere veiligheid door strijd
tegen milieudegradatie
11 852 11 852 20 700 20 700 18 600 18 600 17 913 17 913 29 250 29 250 29 250 29 250 29 250 29 250
03.00 Versterkte Europese samenwerking
03.02 Ondersteuning bij pre- en
postaccessie
11 000 10 708 10 708 10 708 10 708 10 708 10 708
03.03 EOF Europees
Ontwikkelingsfonds
166 792 166 792 180 873 180 873 191 052 191 052 213 566 213 566 191 052 191 052 196 011 196 011 191 052 1 91 052
03.04 Nederlandse positie in de EU 3 585 3 158 3 145 3 145 3 145 3 145 3 145
03.05 Raad van Europa 9 179 9 477 9 303 9 303 9 303 9 303 9 303
04.00 Meer welvaart, eerlijkere verdeling
en minder armoede
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 17
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
04.01 Handels- en financieel
systeem
16 685 1 448 24 155 1 352 22 211 1 157 21 282 1 157 20 364 772 20 364 772 20 364 772
04.02 Armoedebestrijding 507 873 502 203 148 556 141 604 125 269 118 509 218 781 215 281 268 282 264 782 286 672 283 172 403 600 400 100
04.03 Verhoogde economische
groei en verminderde armoede als
gevolg van gezonde private sector
ontwikkeling in ontwikkelingslanden
487 550 475 050 519 213 506 713 503 830 491 330 519 262 506 762 477 267 464 767 477 267 464 767 477 267 464 767
04.04 Kwaliteit en effectiviteit
ontwikkelingssamenwerking
9 833 9 833 10 100 10 100 14 100 14 100 15 100 15 100 16 100 16 100 16 100 16 100 16 100 16 100
04.05 Nederlandse handels- en
investeringsbevordering
6 917 7 291 6 265 6 265 6 265 6 265 6 265
05.00 Toegenomen menselijke en sociale
ontwikkeling
05.01 Gelijke kansen op doorlopen
kwalitatief goed onderwijs
364 368 364 368 395 234 395 234 314 171 314 171 376 133 376 133 500 186 500 186 500 186 500 186 500 186 500 186
05.02 Versterking van het gebruik
van kennis en onderzoek
134 635 132 039 154 149 151 553 169 829 167 233 180 757 178 161 181 031 178 435 181 031 178 435 181 031 178 435
05.03 Gender 31 340 31 340 47 660 47 660 48 536 48 536 25 696 25 696 26 600 26 600 26 600 26 600 26 600 26 600
05.04 HIV/AIDS 313 705 311 756 321 616 319 665 281 991 280 040 285 962 284 011 316 562 314 611 316 562 314 611 316 562 314 611
05.05 Reproductieve gezondheid 161 873 161 873 198 772 198 772 187 480 187 480 162 359 162 359 168 109 168 109 168 109 168 109 168 109 168 109
05.06 Participatie civil society 677 745 677 431 533 739 533 477 573 612 573 612 522 990 522 990 537 806 537 806 537 806 537 806 537 806 537 806
06.00 Beter beschermd en verbeterd
milieu
06.01 Milieu en water 233 565 230 347 257 168 253 840 221 052 217 662 505 456 503 112 254 934 253 515 254 934 253 515 254 934 253 515
06.02 Duurzaam waterbeheer, een
hoger percentage mensen dat
duurzaam toegang heeft tot veilig
drinkwater en sanitaire voorzieningen
125 882 125 882 132 417 132 417 113 921 113 921 123 835 123 835 139 063 139 063 139 063 139 063 139 063 139 063
07.00 Welzijn van Nederlanders i.h.
buitenl. en regulering v.h. pers.
verkeer
07.01 Consulaire dienstverlening 13 977 27 757 12 899 9 049 9 049 9 049 9 049
07.02 Vreemdelingenbeleid 175 473 174 344 249 158 247 898 263 431 262 316 124 921 123 806 127 800 126 685 127 800 127 281 127 800 127 281
08.00 Versterkt cult. profiel, pos.
beeldvorming in en buiten
Nederland
08.01 Grotere buitenlandse
bekendheid met de Nederlandse
cultuur en versterking van de
culturele identiteit in ontwikkelingslanden
15 165 2 581 11 828 2 630 9 660 2 359 8 773 1 827 8 763 1 827 8 763 1 827 8 763 1 827
08.02 Cultureel erfgoed 4 902 1 287 4 202 1 057 4 820 1 205 4 820 1 205 4 820 1 205 4 820 1 205 4 820 1 205
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 18
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
08.03 Draagvlak Nederlands
buitenlands beleid
64 435 39 209 67 774 36 809 62 813 34 784 63 260 35 025 62 895 34 815 62 895 34 815 62 895 34 815
08.04 Vestigingsklimaat int.
organisaties in Nederland
09.00 Geheim
09.01 Geheim
10.00 Nominaal en onvoorzien
10.01 Nominaal en onvoorzien 14 8 074 32 992 77 231 97 467 124 876 233 606
11.00 Algemeen
11.01 Apparaatsuitgaven 702 433 215 085 746 801 214 027 745 649 214 214 730 770 214 711 683 715 214 653 690 690 214 615 684 127 214 615
Totaal 5 393 232 4 515 953 5 170 087 4 242 097 4 870 307 3 950 615 5 173 065 4 227 619 5 108 358 4 193 693 5 160 565 4 217 600 5 374 701 4 329 569
VI Justitie
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Tech. ass.
bij drugsbestrijding Suriname
65 65 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
13.03.01 Rechtshandhandhaving/Europol
en Eurojust
12 710 23 349 26 849 31 463 29 239 27 809 23 582
13.03.03 Rechtshandhandhaving/NFI 500 500 500 500 500 500
91.01.01 Effectieve besturing van het
Justitieapparaat/Attachés
1 247 1 408 1 408 1 408 1 408 1 408 1 408
91.01.01 Effectieve besturing van het
Justitieapparaat/WIPO
115 146 146 146 146 146 146
Totaal 14 137 65 25 603 200 29 103 200 33 717 200 31 493 200 30 063 200 25 836 200
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
12.01 Apparaat (attachés) 478 698 491 491 491 491 491
Totaal 478 0 698 0 491 0 491 0 491 0 491 0 491 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
06.01 HBO (beurzen niet EU) 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453 3 453
07.10 Wetenschappelijk onderwijs 59 699 56 460 61 827 58 558 61 814 58 546 61 814 58 546 61 814 58 546 61 814 58 546 61 814 58 546
08.11 Internationaal beleid: attachés 158 150 150 150 150 150 150
08.11 Internationaal beleid: Cultuur
overig
943 1 504 904 904 904 904 904
14.01/
02/04/05
Cultuur: overig 166 6 166 4 566 4 566 4 566 4 566 4 566
14.04 Cultuur: Sieboldhuis 110
16.01 Onderzoek en wetenschappen:
WOTRO
454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
Totaal 64 983 60 367 73 554 62 465 71 341 62 453 71 341 62 453 71 341 62 453 71 341 62 453 71 341 62 453
IXB Financiën
01 Belastingen
02 Belastingdienst (attachés) 1 331 1 170 1 170 1 170 1 170 1 170 1 170
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 19
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
04 Internationale betrekkingen
20 Mult. Ontw. Banken en Fondsen 115 662 113 630 94 877 94 040 99 600 99 600 298 390 298 390 213 895 213 895 230 428 230 428 197 315 197 315
09 Algemeen (apparaat/attachés) 1 021 1 065 1 065 1 065 1 065 1 065 1 065
Totaal 118 014 113 630 97 112 94 040 101 835 99 600 300 625 298 390 216 130 213 895 232 663 230 428 199 550 197 315
X Defensie
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties
(diverse operaties)
328 023 6 700 377 100 13 000 323 500 13 000 279 000 13 000 199 000 13 000 199 000 13 000 199 000 13 000
26 Commando Dienstencentra
06.01 Attachés 16 701 20 688 20 688 20 688 20 688 20 688 20 688
Totaal 344 724 6 700 397 788 13 000 344 188 13 000 299 688 13 000 219 688 13 000 219 688 13 000 219 688 13 000
XI Volkshuisvesting, RO en Milieubeheer
43.08.04 Clean development mechanism 40 124 40 000 66 419 88 510 79 397 54 729
47.44.04 Internationaal milieubeleid 4 481 3 135 3 846 4 245 5 074 5 074 5 074
91.82.28 Apparaat/attachés 316 316 316 316 316 316 316
Totaal 44 921 0 43 451 0 70 581 0 93 071 0 84 787 0 60 119 0 5 390 0
XII Verkeer en Waterstaat
31.01 Integraal waterbeleid (Partners
voor Water)
12 825 14 396 11 215 9 536 9 536 9 536 9 536
33.02 Veiligheid goederenvervoer
scheepvaart (IMO)
400 416 416 416 416 416 416
33.03 Veiligheid luchtvaart (ICAO en
EASA)
1 338 1 365 2 765 1 265 1 265 1 265 1 265
37.01 Weer, klimaat, seismologie,
ruimtevaart (WMO)
723 27 736 27 736 27 736 27 736 27 736 27 736 27
41.01 Attachés 2 183 2 365 2 365 2 365 2 365 2 365 2 365
Totaal 17 469 27 19 278 27 17 497 27 14 318 27 14 318 27 14 318 27 14 318 27
XIII Economische Zaken
2 Een sterk innovatievermogen
01 Algemeen (attachés) 4 315 5 278 5 809 5 771 5 588 5 757 5 757
45 IS opkomende markten 5 581 3 675 2 849 4 406 5 455 6 713 6 713
55 Bijdrage organisaties 322 337 375 375 375 375 375
3 Een concurrerend ondernemingsklimaat
10 Bijdrage UNWTO 200 226 226 226 226 226 226
4 Doelmatige en duurzame energiehuishouding
01 Algemeen (bijdragen aan int.
instituten)
781 626
20 CO2/reductieplan-Joint
Implementation
9 176 34 374 41 782 35 063 25 236 28 425
50 Bijdrage aan diverse instituten 148 1 108 1 095 1 080 1 080 1 080 1 080
5 Internationale Economische Betrekkingen
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 20
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
01 Algemeen 1 812 794 1 239 1 645 1 069 1 060 1 029
20 Verdere vrijmaking v/h intern.
handels-/invest.verkeer en
versterking v/d econ. rechtsorde
4 176 4 526 4 526 4 335 4 335 4 335 4 335
30 Bevorderen van internationaal
ondernemen
70 399 200 79 244 0 68 885 67 563 74 870 68 636 70 196
40 Stimuleren van buitenlandse
investeringen in Nederland (DBIN)
10 963 700 735 1 450
50 Het gericht ondersteunen van
het bedrijfsleven in kansrijke
sectoren op zowel binnen- als
buitenlandse markten
30 285 63 481 5 000 51 703 5 000 46 970 5 000 40 137 5 000 24 988 23 459
10 Elektronische communicatie en post
30 Bijdrage aan internationale
organisaties
1 519 1 287 2 477 2 477 2 477 2 477 2 477
Totaal 139 677 200 195 656 5 000 181 701 5 000 171 361 5 000 160 848 5 000 144 072 0 115 647 0
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
23 Natuur
01.04 Beheer van de natuur
(Tropisch hout)
61 61 61 61 61 61 61
01.04 Programma «Leren voor
Duurzame Ontwikkeling»
1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000
26 Kennis en Innovatie
01.01 Waarborgen van het
kennisstelsel (ASC, IO en ISRIC)
01.06 Waarborgen van het
kennisstelsel (Intern. onderwijs)
35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35
01.06 Waarborgen van het
kennisstelsel (ISRIC)
1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085 1 085
29 Algemeen
01.01 Internationale contributies/
FAO
6 478 3 304 6 973 3 556 6 973 3 556 6 973 3 556 6 973 3 556 6 973 3 556 6 973 3 556
01.01 Internationale contributies/
UNEP
243 243 243 243 243 243 243 243 243 243 243 243 243 243
02.01 Apparaatsuitgaven
(attachés)
20 260 19 898 19 813 19 728 19 728 19 728 19 728
Totaal 29 162 5 667 29 295 5 919 29 210 5 919 29 125 5 919 28 125 4 919 28 125 4 919 28 125 4 919
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
98.08.06 Apparaatsuitgaven
(attachés)
749 749 749 749 749 749 749
Totaal 749 0 749 0 749 0 749 0 749 0 749 0 749 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 21
a. De HGIS-uitgaven per begroting en artikel. Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/
omschrijving
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
Totaal wv.
ODA
46.01.01 Sport en OS 1 002 1 002 1 500 1 500 1 500 1 500 1 500 1 500
98.01.01 Projecten via UNODC 5 000 7 000 2 500
98.01.01 WHO-partnerschap 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000
98.02.01 Algemeen, apparaatsuitgaven
(attachés)
1 142 1 085 924 924 924 924 924
Totaal 13 144 1 002 15 585 1 500 10 924 1 500 8 424 1 500 6 924 0 6 924 0 6 924 0
Toerekeningen
EU-begroting 349 700 270 100 294 900 234 400 340 100 265 367 345 600 269 867 345 600 269 867 345 600 269 867 345 600 269 867
EKI-kwijtschelding 58 596 58 596 30 000 30 000 300 000 300 000 200 000 200 000 100 000 100 000 150 000 150 000 150 000 150 000
Schuldkwijtschelding IMF/Liberia 11 537 11 537
Totaal 419 833 340 233 324 900 264 400 640 100 565 367 545 600 469 867 445 600 369 867 495 600 419 867 495 600 419 867
TOTAAL
UITGAVEN
6 600 803 5 044 124 6 394 036 4 688 928 6 368 167 4 703 821 6 741 575 5 083 975 6 388 852 4 863 054 6 464 718 4 948 494 6 558 360 5 027 350
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 22
Bijlage 2b. De HGIS-ontvangsten per begroting en artikel.
Realisaties 2008, vermoedelijke uitkomsten 2009 en begrotingsramingen 2010 t/m 2014 (bedragen x EUR 1000)
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
V Buitenlandse Zaken
22 Grotere veiligh. en stabiliteit, effect. hum.
hulpverl. en goed bestuur
10 Nationale en bondgenootschappelijke
veiligheid 165 147 147 147 147 147 147
70 Humanitaire hulpverlening 1 097 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000
23 Versterkte Europese samenwerking
40 Restitutie Raad van Europa
24 Meer welvaart en minder armoede
10 Aflossingen en rente begrotingsleningen
39 054 40 587 20 107 20 570 20 222 20 222 20 222
27 Welzijn van Nederlanders i.h. buitenl. en
regulering v.h. pers. verkeer
10 Consulaire dienstverlening 38 955 37 690 37 690 37 690 37 690 37 690 37 690
28 Versterkt cult. profiel, pos. beeldvorming in en
buiten Nederland
10 Doorberekening Defensie diversen 701 790 790 790 790 790 790
31 Algemeen
10 Diverse ontvangsten 96 438 68 693 50 326 50 326 50 326 50 326 50 326
20 Koersverschillen 43 907
Totaal 220 317 148 907 110 060 110 523 110 175 110 175 110 175
VI Justitie
13.03.01 Rechtshandhaving/Europol 857
91.01.01 Effectieve besturing van het
Justitieapparaat/Attachés 5
Totaal 862 0 0 0 0 0 0
IXB Financiën
04.22 Programma Ontvangsten 17 888 10 998 10 053 8 920 8 335 7 779 3 717
Totaal 17 888 10 998 10 053 8 920 8 335 7 779 3 717
X Defensie
20 Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties 12 440 1 407 1 407 1 407 1 407 1 407 1 407
Totaal 12 440 1 407 1 407 1 407 1 407 1 407 1 407
XIII Economische Zaken
02.10 Infrastructuur voor innovatie
05 Internationale economische betrekkingen
20 Vrijmaken internationaal handelsen
investeringsverkeer 10 000 10 000 10 000 10 000
21 Ontvangsten kredieten en garanties 12 337 681 681 681 681 681 681
30 Bevorderen internationaal
ondernemen 825
90 Diverse ontvangsten BEB 2 013 1 134 1 134 1 134 1 134 1 134 1 134
10.70 Restituties bijdragen aan internationale
organisaties 57
Totaal 15 232 11 815 11 815 11 815 11 815 1 815 1 815
TOTAAL ONTVANGSTEN 266 739 173 127 133 335 132 665 131 732 121 176 117 114
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 23
BIJLAGE 3 Berekening ODA-plafond 2010 en raming
ODA-prestatie 2009 en 2010
Berekening ODA-plafond 2010:
(bedragen in miljoenen EUR)
2010
Raming BNP 576 430,0
Basisbedrag 0,8% BNP 4 611,4
Bij: geraamde aflossingen op ODA-leningen 55,9
Bij: geraamde ontvangsten OS 41,2
Bij: Duurzame energie 100,0
Af: Kasschuif - 100,0
ODA-plafond 2009 4 708,5
Raming netto ODA-prestatie in 2009 en 2010:
(bedragen in miljoenen EUR)
2009 2010
Bruto ODA-totaal 4 693,7 4 708,5
Af: geraamde aflossingen op ODA-leningen - 80,2 - 55,9
Af: geraamde ontvangsten OS - 42,2 - 41,2
Netto ODA (in miljoenen euro) 4 571,3 4 611,5
Raming BNP (in miljarden euro) 563,3 576,4
Netto ODA in % van het BNP 0,81 0,80
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 24
Bijlage 4a. De ODA-uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
2008 2009 2010 Begroting/
artikel
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging mensenrechten
1.1 Internationale rechtsorde 4 431 5 070 5 154 V-01.01
1.2 Mensenrechten 36 332 39 003 36 576 V-01.02
40 763 44 073 41 730
Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening
en goed bestuur
AR Recht- en doelmatigheidsbevordering 280 280 140 IIB-02.01
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 1 070 1 045 1 045 V-02.03
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 296 673 302 161 247 749 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 377 364 297 100 237 000 V-02.06
2.7 Goed bestuur 165 363 201 337 170 810 V-02.07
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie
11 852 20 700 18 600 V-02.09
Defensie Toerekening crisisbeheersingsoperaties 6 700 13 000 13 000 X-20
859 302 835 623 688 344
Versterkte Europese samenwerking
3.3 EOF Europees ontwikkelingsfonds 166 792 180 873 191 052 V-03.03
Toerek. Toerekening EU-begroting 270 100 234 400 265 367 Toerekening
436 892 415 273 456 419
Meer welvaart en minder armoede
4.1 Handels- en financieel systeem 1 448 1 352 1 157 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding 502 203 141 604 118 509 V-04.02
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 475 050 506 713 491 330 V-04.03
4.4 Kwaliteit en effectiviteit ontwikkelingssamenwerking
9 833 10 100 14 100 V-04.04
Justitie Rechtshandhaving/Tech.ass. bij drugsbestr.
Suriname
65 200 200 VI-13.03.01
Financiën Mult. Ontw. Banken en Fondsen 113 630 94 040 99 600 IXB-04.20
EZ Economische Samenwerking Indonesie 200 0 0 XIII-5.30
Faciliteit transitielanden 0 5 000 5 000 XIII-5.50
LNV Internationale contributies/FAO 3 304 3 556 3 556 XIV-29.01.01
Toerek. EKI-kwijtschelding 58 596 30 000 300 000 Toerekening
Schuldkwijtschelding IMF/Liberia 11 537 0 0 Toerekening
1 175 866 792 565 1 033 452
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling
5.1 Onderwijs 364 368 395 234 314 171 V-05.01
5.2 Kennisontwikkeling 132 039 151 553 167 233 V-05.02
5.3 Gender 31 340 47 660 48 536 V-05.03
5.4 HIV/AIDS 311 756 319 665 280 040 V-05.04
5.5 Reproductieve gezondheid 161 873 198 772 187 480 V-05.05
5.6 Participatie civil society 677 431 533 477 573 612 V-05.06
OCW HBO (beurzen niet EU) 3 453 3 453 3 453 VIII-06.01
Wetenschappelijk onderwijs 56 460 58 558 58 546 VIII-07.10
Onderzoek en wetenschappen: WOTRO 454 454 454 VIII-16.01
LNV Waarborgen van het kennisstelsel (ASC, IO en
ISRIC)
0 0 0 XIV-26.01.01
Waarborgen van het kennisstelsel (Intern.
onderwijs)
35 35 35 XIV-26.01.06
Waarborgen van het kennisstelsel (ISRIC) 1 085 1 085 1 085 XIV-26.01.06
VWS Sport en OS 1 002 1 500 1 500 XVI-46.01.01
1 741 296 1 711 446 1 636 145
Beter beschermd en verbeterd milieu
6.1 Milieu en water 230 347 253 840 217 662 V-06.01
6.2 Water en stedelijke ontwikkeling 125 882 132 417 113 921 V-06.02
VenW Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart (WMO) 27 27 27 XII-37.01
LNV Programma «Leren voor Duurzame Ontwikkeling
»
1 000 1 000 1 000 XIV-23.01.04
Internationale contributies/UNEP 243 243 243 XIV-29.01.01
357 499 387 527 332 853
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 25
2008 2009 2010 Begroting/
artikel
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en
regulering van personenverkeer
7.2 Vreemdelingenbeleid (opvang asielzoekers) 174 344 247 898 262 316 V-07.02
174 344 247 898 262 316
Versterkt cultureel profiel en positieve beeldvorming in en
buiten Nederland
8.1 Nederlandse cultuur 2 581 2 630 2 359 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 1 287 1 057 1 205 V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 39 209 36 809 34 784 V-08.03
43 077 40 496 38 348
Algemeen
11.1 Apparaatsuitgaven 215 085 214 027 214 214 V-11.01
215 085 214 027 214 214
Totaal ODA binnen HGIS 5 044 124 4 688 928 4 703 821
ODA buiten HGIS (instituten LNV) 4 725 4 725 4 725
TOTAAL ODA 5 048 849 4 693 653 4 708 546
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 26
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Versnelde MDG-realisatie
Bangladesh Kenia
2.07 Goed bestuur 4 500 000 1.02 Mensenrechten 200 000
4.02 Armoedevermindering 300 000 2.07 Goed bestuur 4 500 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 500 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 472 000
5.01 Onderwijs 14 500 000 6.01 Milieu en water 3 700 000
5.03 Gender 1 400 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 5 000 000
5.05 Reproductieve gezondheid 11 700 000 14 872 000
6.01 Milieu en water 10 300 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 15 000 000 Mali
58 200 000 1.02 Mensenrechten 150 000
2.07 Goed bestuur 1 000 000
Benin 4.02 Armoedevermindering 13 150 000
2.07 Goed bestuur 3 000 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 500 000
4.02 Armoedevermindering 8 325 000 5.01 Onderwijs 14 000 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3 000 000 5.05 Reproductieve gezondheid 10 050 000
5.01 Onderwijs 4 500 000 6.01 Milieu en water 500 000
6.01 Milieu en water 1 460 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 5 663 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 9 225 000 52 013 000
29 510 000
Mongolië
Bolivia 6.01 Milieu en water 6 688 000
1.02 Mensenrechten 148 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 528 000
2.07 Goed bestuur 5 848 000 7 216 000
4.02 Armoedevermindering 5 313 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 864 000 Mozambique
5.01 Onderwijs 10 375 000 2.07 Goed bestuur 3 100 000
5.03 Gender 1 300 000 4.02 Armoedevermindering 18 250 000
6.01 Milieu en water 8 898 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3 150 000
39 746 000 5.01 Onderwijs 2 200 000
5.03 Gender 900 000
Burkina Faso 5.04 HIV/AIDS 5 000 000
1.02 Mensenrechten 350 000 5.05 Reproductieve gezondheid 7 000 000
2.07 Goed bestuur 450 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 15 000 000
4.02 Armoedevermindering 20 900 000 54 600 000
5.01 Onderwijs 12 750 000
5.03 Gender 350 000 Nicaragua
5.04 HIV/AIDS 2 750 000 2.07 Goed bestuur 1 985 000
5.05 Reproductieve gezondheid 6 000 000 4.02 Armoedevermindering 290 000
43 550 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 7 650 000
5.03 Gender 1 200 000
Ethiopië 5.04 HIV/AIDS 500 000
4.02 Armoedevermindering 5 102 000 5.05 Reproductieve gezondheid 7 850 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 14 589 000 19 475 000
5.01 Onderwijs 8 000 000
5.03 Gender 1 000 000 Oeganda
5.04 HIV/AIDS 5 031 000 1.02 Mensenrechten 440 000
5.05 Reproductieve gezondheid 5 046 000 2.07 Goed bestuur 9 988 000
38 768 000 4.02 Armoedevermindering 176 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 198 000
Ghana 5.01 Onderwijs 15 409 000
2.07 Goed bestuur 525 000 5.03 Gender 88 000
4.02 Armoedevermindering 20 075 000 26 299 000
5.01 Onderwijs 8 092 000
5.03 Gender 808 000 Rwanda
5.04 HIV/AIDS 932 000 2.07 Goed bestuur 6 400 000
5.05 Reproductieve gezondheid 19 015 000 4.02 Armoedevermindering 0
6.01 Milieu en water 8 516 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 12 200 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 325 000 5.01 Onderwijs 6 000 000
58 288 000 6.01 Milieu en water 6 000 000
30 600 000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 27
Versnelde MDG-realisatie
Jemen
1.02 Mensenrechten 264 000 Senegal
2.07 Goed bestuur 1 320 000 4.02 Armoedevermindering 7 925 000
4.02 Armoedevermindering 616 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 150 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 880 000 6.01 Milieu en water 20 750 000
5.01 Onderwijs 7 814 000 28 825 000
5.05 Reproductieve gezondheid 6 820 000
6.01 Milieu en water 1 848 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 4 840 000
24 402 000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 28
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Versnelde MDG-realisatie
Tanzania Zambia
2.07 Goed bestuur 19 000 000 2.07 Goed bestuur 1 600 000
4.02 Armoedevermindering 20 400 000 4.02 Armoedevermindering 10 000 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 158 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 4 300 000
5.04 HIV/AIDS 2 400 000 5.01 Onderwijs 18 000 000
5.05 Reproductieve gezondheid 17 500 000 5.03 Gender 300 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 7 500 000 5.04 HIV/AIDS 2 400 000
67 958 000 5.05 Reproductieve gezondheid 10 000 000
46 600 000
Veiligheid & ontwikkeling Veiligheid & ontwikkeling Uitfasering in de
komende vier jaar
Afghanistan Bosnië & Herzegovina
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 18 600 000 2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 5 000 000
2.07 Goed bestuur 3 400 000 2.07 Goed bestuur 2 500 000
22 000 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 500 000
10 000 000
Burundi
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 10 698 000 Eritrea
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 3 166 000 6.02 Duurzaam waterbeheer 0
13 864 000 0
Colombia Sri Lanka
1.02 Mensenrechten 900 000 4.02 Armoedevermindering 200 000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 2 600 000 200 000
2.07 Goed bestuur 1 700 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 1 500 000
5.02 Kennisontwikkeling 50 000
6.01 Milieu en water 11 500 000
18 250 000
Congo, Democratische Republiek
1.02 Mensenrechten 1 500 000
5.03 Gender 2 500 000
4 000 000
Guatemala
1.02 Mensenrechten 1 500 000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 250 000
2.07 Goed bestuur 3 500 000
5.03 Gender 500 000
5.04 HIV/AIDS 800 000
5.05 Reproductieve gezondheid 1 000 000
6.01 Milieu en water 8 000 000
15 550 000
Pakistan
1.02 Mensenrechten 500 000
2.07 Goed bestuur 4 000 000
5.01 Onderwijs 25 000 000
6.01 Milieu en water 8 600 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 1 500 000
39 600 000
Palestijnse Autoriteiten
1.02 Mensenrechten 1 650 000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 15 000 000
2.07 Goed bestuur 5 550 000
22 200 000
Soedan
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 60 000 000
60 000 000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 29
Bijlage 4b: geplande ODA-uitgaven partnerlanden 2010
Brede relatie Brede relatie
Uitfasering in de komende vier jaar
Egypte Albanië
1.02 Mensenrechten 313 000 2.07 Goed bestuur 1 700 000
2.07 Goed bestuur 1 258 000 5.03 Gender 200 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 355 000 6.01 Milieu en water 1 500 000
5.03 Gender 2 100 000 3 400 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 4 650 000
8 676 000 Armenië
2.07 Goed bestuur 1 000 000
Georgië 1 000 000
1.02 Mensenrechten 200 000
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 70 000 Kaap Verdië
2.07 Goed bestuur 470 000 4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 75 000
4.02 Armoedevermindering 2 000 000 5.01 Onderwijs 2 850 000
2 740 000 2 925 000
Indonesië Macedonië
2.05 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 5 100 000 5.01 Onderwijs 1 100 000
2.07 Goed bestuur 13 970 000 5.03 Gender 592 000
4.02 Armoedevermindering 500 000 1 692 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 500 000
5.01 Onderwijs 21 000 000
5.02 Kennisontwikkeling 5 000 000
6.01 Milieu en water 9 000 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 15 000 000
72 070 000
Moldavië
2.07 Goed bestuur 2 401 000
4.02 Armoedevermindering 2 775 000
5 176 000
Suriname
2.07 Goed bestuur 12 800 000
4.02 Armoedevermindering 4 171 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 12 348 000
5.01 Onderwijs 4 200 000
5.03 Gender 200 000
5.04 HIV/AIDS 250 000
5.05 Reproductieve gezondheid 7 655 000
5.06 Participatie civil society 1 879 000
6.01 Milieu en water 13 900 000
57 403 000
Vietnam
4.02 Armoedevermindering 3 870 000
5.04 HIV/AIDS 750 000
5.05 Reproductieve gezondheid 6 120 000
6.01 Milieu en water 1 800 000
6.02 Duurzaam waterbeheer 8 460 000
21 000 000
Zuid Afrika
2.07 Goed bestuur 4 300 000
4.03 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 2 200 000
5.01 Onderwijs 11 450 000
5.04 HIV/AIDS 8 300 000
26 250 000
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 30
Bijlage 5 HGIS-uitgaven Natuur, Milieu en Water (bedragen x EUR 1000)
2008 2009 2010
ODA Natuur en Milieu
Directe uitgaven Natuur en Milieu
Landenspecifieke sectorale samenwerking 187 378 220 567 185 792
Thematische samenwerking in landen en regio's 85 885 90 925 74 659
Subtotaal directe uitgaven Natuur en Milieu 273 263 311 492 260 451
Toerekening macrosteun 13 210 9 969 13 520
Multilateraal
VN-instellingen
GEF-ODA/ Montreal Fund 24 080 3 000 21 963
UNEP 9 383 9 140 9 140
Verwoestijningsverdrag 131 120 120
UNDP 9 401 11 077 10 630
IFAD 8 517 9 518 6 750
FAO partnershipprogramma 4 409 3 750 3 750
UN-HABITAT 1 656 450 450
Internationale Financiele Instellingen
IDA en regionale ontwikkelingsbanken 11 363 9 404 9 960
WB-Partnership Programma 12 897 12 879 12 879
Europese ontwikkelingssamenwerking
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 8 340 9 044 9 553
Toerekening EU-begroting 13 505 11 720 13 268
Subtotaal Multilateraal 103 682 80 102 98 463
Particuliere kanaal
Speciale Activiteiten 30 764 63 848 44 024
TMF en MFS 87 673 66 066 65 459
Subtotaal overig 97 518 82 638 80 520
Oret, Miliev en ORIO 78 598 63 878 64 085
MFP 0 0 0
SALIN 3 163 3 100 2 480
SNV 12 567 13 500 11 475
PSO 1 840 2 160 2 480
MATRA 1 350 1 350 1 350
Subtotaal Particulier Kanaal 215 955 212 552 190 003
Overige toerekeningen
Apparaatsuitgaven 17 207 17 122 17 137
Natuur en Milieu Educatie 1 000 908 908
Int. onderwijs instituten 10 878 12 382 14 044
Subtotaal Overige Toerekeningen 29 085 30 412 32 089
Totaal ODA Natuur en Milieu 635 195 644 527 594 526
Waarvan voor:
- Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud (RTR) 66 000 68 000 68 000
BNP (x mln) 602 466 563 280 576 430
ODA Natuur en Milieu als % van het BNP 0,105 0,114 0,103
Non-ODA Natuur en Milieu
Natuur en Milieu programma's
Clean Development Mechanism 40 124 40 000 66 419
Joint Implementation 9 176 34 374 41 782
GEF non-ODA 816 0 800
Internationale samenwerking Milieu 4 481 3 135 3 846
Waterbeheer (Partners for Water) 12 825 14 396 11 215
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 31
2008 2009 2010
Subtotaal 67 422 91 905 124 062
Overig
MATRA 2 670 3 110 3 110
Subtotaal 2 670 3 110 3 110
Totaal Non-ODA natuur en milieu 70 092 95 015 127 172
TOTAAL NATUUR EN MILIEU IN HGIS 705 287 739 542 721 698
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 32
Bijlage 6 ODA-uitgaven Onderwijs (bedragen x EUR 1000)
2008 2009 2010
Bilaterale uitgaven
Partnerlanden met onderwijs als sector 265 156 247 461 187 240
Niet gedelegeerde middelen (Silent partnership, ECD,
onderwijs post conflict, capaciteitsopbouw) 46 363 62 150 62 150
Noodhulponderwijs
Hoger onderwijs 91 792 104 070 118 505
Andere activiteiten 1 500 1 500 1 500
Education for All (EFA )/ Fast Track Initiative (FTI) 0 80 000 40 000
Toerekening macrosteun en schuldkwijtschelding 39 570 29 877 40 258
Toerekening andere thema's, zoals noodhulp en
wederopbouw 33 416 30 671 24 498
Subtotaal bilateraal kanaal 477 797 555 729 474 151
Multilateraal
VN-instellingen 27 619 30 023 32 034
ILO 329 340 340
UNHCR 2 814 2 814 2 814
UNICEF 7 350 7 350 8 210
UNRWA 9 000 9 000 9 000
UNESCO 280 243 280
WFP 4 000 4 000 4 000
PP ILO 3 846 6 276 7 390
Internationale Financiële Instellingen
WB-Partnership Programma 1 500 1 500 1 500
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen 16 531 14 860 16 867
Europese ontwikkelingssamenwerking
Europees ontwikkelingsfonds (EOF) 6 672 7 235 7 642
Toerekening EU-begroting 13 505 11 720 13 268
Subtotaal Multilateraal 65 827 65 338 71 311
Particulier Kanaal
Medefinancieringsprogramma 72 522 51 468 58 365
SALIN onderwijs 2 000 3 000 3 000
PSO 1 150 1 350 1 550
Overige 0 0 0
Subtotaal Particulier Kanaal 75 672 55 818 62 915
Overige toerekeningen
Apparaatsuitgaven 17 207 17 122 17 137
Subtotaal Overige Toerekeningen 17 207 17 122 17 137
TOTAAL Onderwijs 636 503 694 007 625 514
TOTAAL OS-begroting 5 049 300 4 693 653 4 708 546
Uitgaven Onderwijs als % van de OS-begroting 12,6% 14,8% 13,3%
1 Verhoogd met aan onderwijs gekoppelde macrosteun in Uganda
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 33
Bijlage 7 Uitgaven HIV/AIDS, Malaria en Tuberculose (bedragen x EUR 1000)
ODA 2008 2009 2010
ODA HIV/AIDS, TB en Malaria
Bilaterale uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB
Partnerlanden met HIV/AIDS, Malaria en TB 90 379 102 653 93 641
Niet-gedelegeerde middelen 42 685 64 965 46 388
Toerekening macrosteun, noodhulp, en wederopbouw 28 910 24 329 21 967
Subtotaal directe uitgaven HIV/AIDS, Malaria en TB 161 974 191 947 161 996
Multilateraal
VN-instellingen
UNHCR 2 940 2 940 2 940
UNDP 4 700 5 038 5 315
UNICEF 5 250 5 250 5 864
UNFPA 55 135 60 542 53 879
UNAIDS 36 000 36 000 27 000
WHO/PAHO 4 354 4 356 4 356
Partnershipprogramma WHO 16 446 14 979 12 600
Internationale Financiele Instellingen
GFATM 80 000 60 000 61 900
IDA en regionale ontwikkelingsfondsen 8 266 7 430 8 434
WB Partnerschapsprogramma 1 970 960 900
Europese ontwikkelingssamenwerking
Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) 10 008 10 852 11 463
Toerekening EU-begroting 13 505 11 720 13 268
Subtotaal Multilateraal 238 574 220 068 207 920
Particulier Kanaal
Aandeel HIV/AIDS, Malaria en TB van Medefinancieringsstelsel
(MFS) 57 006 47 734 52 058
SALIN 5 200 8 250 8 250
PSO 1 150 1 350 1 550
Subtotaal Particulier Kanaal 63 356 57 334 61 858
Overige toerekeningen
Apparaatsuitgaven 12 905 12 842 12 853
Int. onderwijs instituten 1 210 1 280 1 347
Subtotaal Overige toerekeningen 14 115 14 122 14 200
TOTAAL ODA HIV/AIDS, Malaria en TB 478 019 483 470 445 974
Non-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria
Partnership Programma WHO (begroting VWS) 600 1 000 1 000
Overig (*) 1 949 1 950 1 950
TOTAAL NON-ODA HIV/AIDS, TB en Malaria 2 549 2 950 2 950
TOTAAL HIV/AIDS, TB en Malaria in HGIS 483 117 486 420 448 924
* Onder non-ODA overig is een toerekeningspercentage opgenomen van het non-ODA deel bijdrage aan WHO/PAHO.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 34
Bijlage 8. De non-ODA uitgaven naar beleidsthema (bedragen x EUR 1000)
2008 2009 2010 Begroting/artikel
Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van
mensenrechten
1.1 Internationale rechtsorde 37 380 43 407 41 545 V-01.01
1.2 Mensenrechten 15 098 14 954 15 593 V-01.02
1.3 Internationale juridische instellingen 28 725 15 670 13 072 V-01.03
Justitie Rechtshandhaving/Europol en Eurojust 12 710 23 349 26 849 VI-13.03.01
Rechtshandhaving/NFI 0 500 500 VI-13.03.03
93 913 97 880 97 559
Vrede, veiligheid en conflictbeheersing
2.1
Nationale en bondgenootschappelijke
veiligheid 12 177 12 934 18 553 V-02.01
2.3 Non-proliferatie en ontwapening 8 094 7 969 7 872 V-02.03
2.5 Regionale stabiliteit en crisisbeheersing 138 362 123 975 114 628 V-02.05
2.6 Humanitaire hulpverlening 5 716 3 767 3 767 V-02.06
2.7 Goed bestuur 15 669 11 115 9 604 V-02.07
Defensie
Uitvoeren crisisbeheersingsoperaties (diverse
operaties) 321 323 364 100 310 500 X-20
501 341 523 860 464 924
Versterkte Europese samenwerking
3.2 Ondersteuning bij pre- en postaccessie 11 000 10 708 10 708 V-03.03
3.4 Nederlandse positie in de EU 3 585 3 158 3 145 V-03.04
3.5 Raad van Europa 9 179 9 477 9 303 V-03.05
Toerek. EU-begroting 79 600 60 500 74 733 Toerekening
103 364 83 843 97 889
Meer welvaart en minder armoede
4.1 Handels- en financieel systeem 15 237 22 803 21 054 V-04.01
4.2 Armoedebestrijding 5 670 6 952 6 760 V-04.02
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden 12 500 12 500 12 500 V-04.03
4.5
Nederlandse handels- en investeringsbevordering
6 917 7 291 6 265 V-04.05
Justitie
Effectieve besturing van het Justitieapparaat/
WIPO 115 146 146 VI-91.01.01
Financiën Mult. Ontw. Banken en Fondsen 2 032 837 0 IXB-04.20
VenW Veiligheid goederenvervoer scheepvaart (IMO) 400 416 416 XII-33.02
Veiligheid luchtvaart (ICAO en EASA) 1 338 1 365 2 765 XII-33.03
EZ IS opkomende markten 5 581 3 675 2 849 XIII-02.45
Bijdrage aan organisaties 322 337 375 XIII-02.55
Bijdrage UNWTO 200 226 226 XIII-03.10
Algemeen (bijdragen aan int. instituten) 781 626 0 XIII-04.01
Bijdrage aan diverse instituten 148 1 108 1 095 XIII-04.50
Algemeen 1 812 794 1 239 XIII-05.01
Verdere vrijmaking v/h intern. handels-/
invest.verkeer en versterking v/d econ.
rechtsorde 4 176 4 526 4 526 XIII-05.20
Bevorderen van internationaal ondernemen 70 199 79 244 68 885 XIII-05.30
Stimuleren van buitenlandse investeringen in
Nederland (DBIN) 10 963 700 735 XIII-05.40
Het gericht ondersteunen van het bedrijfsleven
in kansrijke sectoren op zowel binnen- als
buitenlandse markten 30 285 58 481 46 703 XIII-05.50
Bijdrage aan internationale organisaties 1 519 1 287 2 477 XIII-10.30
LNV Internationale contributies/FAO 3 174 3 417 3 417 XIV-29.01.01
Beheer van de natuur (Tropisch hout) 61 61 61 XIV-23.01.04
173 430 206 792 182 494
Toegenomen menselijke en sociale ontwikkeling
5.2 Kennisontwikkeling 2 596 2 596 2 596 V-05.02
5.4 HIV/AIDS 1 949 1 951 1 951 V-05.04
5.6 Participatie civil society 314 262 0 V-05.06
OCW Wetenschappelijk onderwijs 3 239 3 269 3 268 VIII-07.10
LNV Waarborgen van het kennisstelsel (ASC) 0 0 0 XIV-26.01.01
VWS Projecten via UNODC 5 000 7 000 2 500 XIV-98.01.01
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 35
2008 2009 2010 Begroting/artikel
WHO-partnerschap 6 000 6 000 6 000 XVI-98.01.01
19 098 21 078 16 315
Beter beschermd en verbeterd milieu
6.1 Milieu en water 3 218 3 328 3 390 V-06.01
VROM Clean development mechanism 40 124 40 000 66 419 XIA-43.08.04
Internationaal milieubeleid 4 481 3 135 3 846 XIA-47.44.04
VenW Integraal waterbeleid (Partners voor Water) 12 825 14 396 11 215 XII-31.01
Weer, klimaat, seismologie, ruimtevaart
(WMO) 696 709 709 XII-37.01
EZ CO2/reductieplan-Joint Implementation 9 176 34 374 41 782 XIII-04.20
70 520 95 942 127 361
Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en
regulering van het personenverkeer
7.1 Consulaire dienstverlening 13 977 27 757 12 899 V-07.01
7.2 Vreemdelingenbeleid 1 129 1 260 1 115 V-07.02
15 106 29 017 14 014
Versterkt cultureel profiel, positieve beeldvorming in en
buiten Nederland
8.1 Nederlandse cultuur 12 584 9 198 7 301 V-08.01
8.2 Cultureel erfgoed 3 615 3 145 3 615 V-08.02
8.3 Draagvlak Nederlands buitenlands beleid 25 226 30 965 28 029 V-08.03
OCW Cultuur: overig 943 1 504 904 VIII-08.11
Cultuur: overig 166 6 166 4 566 VIII-14.01/02/04
Cultureel erfgoed: Sieboldhuis 110 0 0 VIII-14.04
42 644 50 978 44 415
Overige uitgaven
10.1 Nominaal en onvoorzien 14 8 074 32 992 V-10.01
11.1 Apparaatsuitgaven 487 348 532 774 531 435 V-11.01
Div. dept.
Attachés 49 901 54 870 54 948 Div. Begrotingen
537 263 595 718 619 375
Totaal non-ODA 1 556 679 1 705 108 1 664 346
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32 126, nrs. 1-2 36
Ministerie van Buitenlandse Zaken