pagina 1 van 16
OVEREENKOMST VOORWAARDEN AANLEG BOERENLANDVARIANT N201
DE ONDERGETEKENDEN:
1. De minister van Verkeer en Waterstaat, de heer ir. C.M.P.S. Eurlings, handelend
als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te
noemen: de minister van V&W;
2. Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie NoordHolland, handelend als
bestuursorgaan, en de Commissaris van de Koningin handelend als vertegenwoordiger
van de provincie NoordHolland, te dezen vertegenwoordigd door haar gedeputeerde
mevrouw E. Post, hierna te noemen: NoordHolland;
3. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,
handelend als bestuursorgaan, en de burgemeester handelend als vertegenwoordiger van
de gemeente Haarlemmermeer, te dezen vertegenwoordigd door haar wethouder de heer
H. Tuning, hierna te noemen: Haarlemmermeer;
4. De naamloze vennootschap N.V. Luchthaven Schiphol, statutair gevestigd te Schiphol,
te dezen vertegenwoordigd door haar presidentdirecteur de heer J.A. Nijhuis en haar
statutair directeur drs. M.M. de Groof, hierna te noemen: Schiphol;
hierna te noemen: "Partijen".
OVERWEGENDE:
a. Dat de parallelle Kaagbaan voor de lange termijn ontwikkelingsmogelijkheden van
Schiphol een waardevolle optie kan zijn, omdat het niet alleen de betrouwbaarheid
van de operatie op Schiphol kan doen verbeteren, maar ook een potentieel
maatschappelijk nut heeft. Deze maatschappelijke waarde acht het kabinet van
dusdanig belang, dat het de ruimtelijke reservering van de parallelle Kaagbaan
juridisch wil borgen. Dit heeft het kabinet met het reserveringskader voor de
parallelle Kaagbaan (na het vervallen van de streekplanreservering van de provincie
NoordHolland) vastgelegd. Het kabinet heeft aangegeven dit reserveringskader
verder te verankeren in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de
parallelle Kaagbaan onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordering (Wro). Deze AMvB
wordt in 2009 opgesteld door het Rijk;
pagina 2 van 16
b. Dat dit reserveringskader de proportionaliteit tussen het maatschappelijke belang
van de reservering en andere belangen als uitgangspunt heeft genomen, en het Rijk
daardoor open staat voor het initiatief van de regio om de provinciale weg N201
tijdelijk via een tracé over de baanreservering te leggen onder de voorwaarden zoals
die met deze overeenkomst verder worden bekrachtigd;
c. Dat NoordHolland en de gemeenten Haarlemmermeer, Aalsmeer en Uithoorn op
24 november 2004 een Realisatieovereenkomst (hierna te noemen "de
Realisatieovereenkomst") hebben gesloten ter uitvoering van het project N201+;
d. Dat in de Realisatieovereenkomst volgens bijlage 4, hoofdstuk 4 het ontwerp van het
deelproject SchipholRijk een tracé volgt dat deels naast en deels boven de
Fokkerweg is gelegen;
e. Dat op 3 december 2008 de gemeente De Ronde Venen alsnog de
Realisatieovereenkomst heeft ondertekend en de gemeente Amstelveen op
3 december 2008 heeft verklaard volledig mee te werken aan de uitvoering van de
N201 conform het wegontwerp zoals opgenomen in de Realisatieovereenkomst van
24 november 2004 en de wijzigingsovereenkomsten op deze Realisatieovereenkomst
voor zover van toepassing op Amstelveen grondgebied;
f. Dat Partijen hebben kennisgenomen van de ruimtereservering voor de parallelle
Kaagbaan als bedoeld in bijlage 8, zoals die door de minister op 1 april 2008 is
vastgesteld, welke per brief van 2 oktober 2008 is aangescherpt en met Partijen als
reserveringskader is gecommuniceerd, en voorts door de minister als Algemene
Maatregel van Bestuur (AMvB) in procedure zal worden gebracht;
g. Dat de minister bij beschikking van 27 november 2007, nummer VENW/DGP
2007/7550 aan de Stadsregio Amsterdam subsidie heeft verleend voor de aanleg van
regionale infrastructuur: Masterplan N201+, waarbij in artikel 7 is gesteld dat de
minister instemming met een ontwerpwijziging en/of wijziging in de uitvoering van
de deelprojecten kan weigeren, indien naar zijn oordeel de voor de
ontwikkelingsmogelijkheden van de Mainport Schiphol belangrijke
ruimtereservering voor de parallelle Kaagbaan verloren gaat;
h. Dat in de loop van 2008 is gebleken dat er bij meerdere Partijen, waaronder Schiphol,
draagvlak is voor een tijdelijke weg die samenvalt met het beoogde tracé van de
parallelle Kaagbaan, de zogenaamde Boerenlandvariant;
pagina 3 van 16
i. Dat NoordHolland en Haarlemmermeer gezamenlijk een nadere studie hebben
verricht naar een alternatief voor het ontwerp van de omlegging SchipholRijk, de
zogenaamde Boerenlandvariant (zie artikel 2) in de periode september t/m december
2008 (Nadere studie Boerenlandvariant SchipholRijk, maart 2009);
j. Dat NoordHolland en Haarlemmermeer gezamenlijk een nadere studie hebben
verricht naar de aanleg van een verleggingsvariant (zie artikel 2), welke van
toepassing is zodra de Boerenlandvariant verlegd moet worden bij de komst van een
parallelle Kaagbaan (Nadere studie Boerenlandvariant SchipholRijk, maart 2009);
k. Dat een Boerenlandvariant nu en de mogelijke verleggingvariant later geheel
uitgevoerd als een 2x2 strooks weg (zie artikel 2, 3 en 4) in vergelijking met de deels
2x1 strooks oplossing zoals die is vastgelegd in de Realisatieovereenkomst, meer
capaciteit heeft;
l. Dat de verkeershinder bij aanleg van de Boerenlandvariant veel minder zal zijn, dan
de verkeershinder bij de aanleg van de oplossing volgens de Realisatieovereenkomst;
m. Dat verwacht wordt dat het maatschappelijk draagvlak voor een Boerenlandvariant
veel groter is, dan voor de oplossing volgens de Realisatieovereenkomst;
n. Dat de aanleg van een Boerenlandvariant in plaats van het onder d bedoelde tracé de
voorkeur van partijen heeft, zolang het Rijk geen besluit heeft genomen tot de aanleg
van de parallelle Kaagbaan;
o. Dat een 2x2 strooks Boerenlandvariant naar verwachting ruim binnen het budget
volgens artikel 18 kan worden aangelegd;
p. Dat Partijen gezamenlijk bestuurlijk hun voorkeur hebben uitgesproken voor de
aanleg van de Boerenlandvariant, in de variant van een 2x2Sboog (zie artikel 2 en 4),
rekening houdend met de beschikbare middelen vanuit het Masterplan N201+ en de
benodigde kwaliteitseisen zoals gesteld door NoordHolland;
q. Dat Partijen door ondertekening van deze Overeenkomst gezamenlijk (bestuurlijk)
akkoord zijn met het ontwerp en de geraamde kosten van de verleggingsvariant,
zoals vermeld in de bijlagen 4 en 5 en de nadere afspraken ten aanzien van de
financiering;
pagina 4 van 16
r. Dat er mogelijk faseringskosten, als bedoeld in artikel 5 gemaakt moeten worden
indien het deelproject SchipholRijk later wordt opengesteld dan de overige
deelprojecten, die thans geraamd worden op maximaal 2,5 miljoen;
s. Dat Partijen de voorwaarden en consequenties, behorende bij de aanleg van de
Boerenlandvariant en de verleggingsvariant, wensen vast te leggen in deze
Overeenkomst, waarbij Partijen over en weer verklaren de daarin genoemde
verplichtingen op zich te zullen nemen;
t. Dat verwacht mag worden dat de bij de overwegingen c en e genoemde gemeenten
zullen instemmen met een wijziging van de scope van het deelproject SchipholRijk
ten behoeve van de Boerenlandvariant;
u. Dat de wijziging van de Realisatieovereenkomst volgens overweging t wordt
vastgelegd in een afzonderlijke wijzigingsovereenkomst tussen de gemeenten
Aalsmeer, Uithoorn, De Ronde Venen en Haarlemmermeer;
v. Dat uit bijlage 6 blijkt dat er met de betrokken grondeigenaren sluitende afspraken
zijn gemaakt over het ter beschikking krijgen van de voor de aanleg van de
Boerenlandvariant benodigde grond;
w. Dat de keuze voor het tracé volgens de Boerenlandvariant ook gevolgen heeft voor
het tracé van de Oosttak van de Zuidtangent (HoofddorpAalsmeer) in die zin dat
het tracé van de Oosttak tussen de Aalsmeerderweg en de Kruisweg enkele
tientallen meters verschuift in (noord)westelijke richting, zoals is weergegeven op de
tekening volgens bijlage 2;
x. Dat Partijen vaststellen dat bij de gedefinieerde ontwerpas volgens artikel 1 en het
vigerende beleid met betrekking tot hoogtebeperkingen rond luchthavens, er bij een
besluit tot aanleg van een parallelle Kaagbaan voldoende ruimte ontstaat voor de
verleggingsvariant van de N201, zonder dat Partijen voor de verleggingsvariant
onvoorziene kosten moeten maken, bovenop de met deze overeenkomst vastgelegde
verplichtingen.
pagina 5 van 16
Komen overeen als volgt:
Begripsbepalingen
1. Parallelle Kaagbaan
Mogelijke start en landingsbaan tussen SchipholRijk en de Kaagbaan waarvan de
ontwerpas is vastgelegd tussen de coördinaten X:111031.860, Y: 477118.341, Z: 3.80
enerzijds en de coördinaten X:113417.614, Y:478584.008, Z: 3.80 anderzijds, waarvan
de ruimtereservering als bedoeld in bijlage 8 is vastgelegd door de minister.
2. Boerenlandvariant
Tijdelijke wegverbinding in de gemeente Haarlemmermeer tussen de
Aalsmeerderweg en de toekomstige ringvaarttunnel in de N201 volgens een tracé in
het gebied ten westen van SchipholRijk, over de gereserveerde ruimte voor de
parallelle Kaagbaan.
3. Verleggingsvariant
Een wegverbinding in de gemeente Haarlemmermeer tussen de Aalsmeerderweg en
de toekomstige ringvaarttunnel in de N201 volgens het tracé van bijlage 3 in het
gebied ten westen van Schiphol Rijk, die zal worden gerealiseerd bij aanleg van de
parallelle Kaagbaan.
4. Variant 2x2 Sbocht
De Boerenlandvariant volgens het tracé van bijlage 2 deels dicht langs de Fokkerweg
en via een Sbocht afbuigend om de bebouwing van Schiphol Rijk, vervolgens via
een 2x2 strooks viaduct over de Beechavenue en de Kruisweg.
5. Faseringskosten
De kosten die moeten worden gemaakt voor het treffen van tijdelijke
verkeersmaatregelen om het verkeer goed te kunnen afwikkelen, indien de
Boerenlandvariant later klaar is, dan de andere deelprojecten van het project N201+.
6. Oosttak van de Zuidtangent
De vrije busbaan ten zuiden van de Kruisweg tussen de A4 en de Fokkerweg volgens
het tracé van bijlage 2, (deels) parallel aan de nieuwe N201.
7. Voorziening Boerenlandvariant
Het verschil tussen het beschikbare budget volgens artikel 18 en de geraamde kosten
van de Boerenlandvariant volgens artikel 19.
pagina 6 van 16
Parallelle Kaagbaan
8. De minister van V&W brengt zo spoedig mogelijk een Algemene Maatregel van
Bestuur (AMvB) in procedure voor de juridische borging van de ruimtereservering
voor de parallelle Kaagbaan, inhoudende dat in de bestemmingen en regels die
gelden voor het gebruik van de voor de parallelle Kaagbaan gereserveerde ruimte,
geen wijziging wordt aangebracht.
9. De minister van V&W maakt daarbij een uitzondering in de AMvB voor het
realiseren van de Boerenlandvariant inclusief aansluitende en onderliggende
infrastructuur volgens artikel 2 en 4 en de Oosttak van de Zuidtangent volgens
artikel 6, als tijdelijke ontwikkeling, totdat een nader besluit door het rijk is genomen
over de aanleg van de parallelle Kaagbaan.
10. Partijen verlenen hun medewerking aan de aanleg van de Boerenlandvariant, de
ZuidtangentOosttak en wanneer een nader besluit tot aanleg door het rijk wordt
genomen de parallelle Kaagbaan en de verleggingsvariant inclusief eventuele
aanpassing van de ZuidtangentOosttak, en hebben de verantwoordelijkheid de
hiervoor noodzakelijke procedures zo spoedig mogelijk te doorlopen.
Wijziging scope deelproject Schiphol Rijk
11. Deze Overeenkomst heeft betrekking op de Scope wegontwerp N201+
Realisatieovereenkomst van 24 november 2004, hoofdstuk 4 "Omlegging
SchipholRijk", welke als bijlage 4 aan de Realisatieovereenkomst is gehecht en
daarvan onlosmakelijk deel uitmaakt.
12. Deze Overeenkomst betreft een wijziging van de scope van het deelproject
SchipholRijk en houdt in dat het in de Realisatieovereenkomst opgenomen
Wegontwerp ter zake van het tracé wijzigt in die zin, dat het tracé deels in westelijke
richting verschuift naar een tijdelijk tracé volgens het ontwerp van bijlage 2 (de
Boerenlandvariant), totdat door het Rijk is besloten over de aanleg van de parallelle
Kaagbaan. Als daarbij sprake is van de doorsnijding van wegen en waterlopen zal
NoordHolland die zowel functioneel als gelijkwaardig herstellen.
13. Wanneer een nader besluit door het Rijk wordt genomen over de aanleg van de
parallelle Kaagbaan en enkel en uitsluitend in geval van een dergelijk besluit, verlegt
NoordHolland op een met Partijen nader af te spreken moment doch zo spoedig
mogelijk na een besluit daartoe door het Rijk de als Boerenlandvariant aangelegde
N201 naar een weg volgens het tracé van de verleggingsvariant als gedefinieerd in
artikel 3 conform de bijlagen 1 en 3.
pagina 7 van 16
14. De functionele eisen van het ontwerp van de Boerenlandvariant en van de
verleggingsvariant zijn opgenomen als bijlage 1.
15. Het wegontwerp van de Boerenlandvariant en de verleggingsvariant is aangegeven
op de tekeningen, die als bijlage 2 respectievelijk 3 onderdeel uitmaken van deze
Overeenkomst.
16. Partijen treden in overleg over het tracé van de Boerenlandvariant zoals is vastgelegd
in bijlage 2 wanneer het rijk besluit de parallelle Kaagbaan niet aan te leggen.
Budget en Financiering
17. De minister heeft bij beschikking van 27 november 2007,
nummer VENW/DGP2007/7550 aan de Stadsregio Amsterdam subsidie verleend
voor de aanleg van regionale infrastructuur: Masterplan N201+. Een suppletoire
subsidieaanvraag voor het project Masterplan N201+, die het directe gevolg is van de
scopewijziging volgens artikel 12, zal niet worden gehonoreerd. Ook een suppletoire
subsidieaanvraag die het directe gevolg is van de verlegging van de als
Boerenlandvariant aangelegde N201 naar het tracé van de verleggingsvariant volgens
artikel 13 wordt niet gehonoreerd.
18. NoordHolland heeft voor de aanleg van de Boerenlandvariant, de sloop van deze
variant en de aanleg van de verleggingsvariant een budget beschikbaar van 51,9
miljoen (prijspeil 2013, excl. BTW).
19. De geraamde kosten volgens de kostenraming van bijlage 4 voor de aanleg van de
Boerenlandvariant volgens de bijlagen 1 en 2 bedraagt 38,7 miljoen (prijspeil 2013,
excl. BTW).
20. NoordHolland is bereid voor het budget, conform artikel 18, het risico te dragen
voor alle kosten die voortvloeien uit dan wel verband houden met de voorbereiding
en uitvoering van de Boerenlandvariant (inclusief de grondverwerving), behoudens
de kosten die ontstaan als gevolg van wijzigingen van het ontwerp volgens bijlage 2,
een aan één van de andere Partijen toe te rekenen vertraging in de planologische
besluitvorming en onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258
Burgerlijk Wetboek.
pagina 8 van 16
21. NoordHolland houdt het verschil tussen het beschikbare budget volgens artikel 18
en geraamde budget voor de aanleg van de Boerenlandvariant volgens artikel 19 in
de voorziening Boerenlandvariant na 2013 in de begroting beschikbaar. Het bedrag
dat hiervan wordt besteed aan de sloop van de Boerenlandvariant en de aanleg van
de verleggingsvariant is vastgesteld op maximaal 13,2 miljoen (prijspeil 2013, excl.
BTW), alsmede de toe te voegen rente volgens artikel 22. Het bedrag is lager indien er
faseringkosten gemaakt moeten worden als bedoeld in artikel 28.
22. NoordHolland voegt vanaf 2014 (voor het eerst op 1 januari 2015 over het jaar 2014)
jaarlijks de werkelijk genoten Euriborrente toe aan de in artikel 21 bedoelde
voorziening Boerenlandvariant.
23. De geraamde kosten voor de verleggingsvariant, inclusief de sloopkosten van de
Boerenlandvariant, volgens de kostenraming van bijlage 5, bedragen 13,2 miljoen
(prijspeil 2013, excl. BTW). In deze kostenraming is er van uit gegaan dat de gronden
die nodig zijn voor de aanleg van de verlegging vrij van opstallen, beplantingen,
funderingen, funderingsresten, stobben, kabels en leidingen en andere obstakels op
of onder de grond de aanleg van de weg, comform artikel 38 wordt overgedragen aan
de provincie NoordHolland.
24. NoordHolland stelt het in artikel 21 bedoelde verschil, vermeerderd met de in
artikel 22 bedoelde rente minus mogelijk 50% van de faseringskosten, als gevolg van
artikel 28, ter beschikking voor sloop en verlegging van de Boerenlandvariant,
wanneer dat vanwege de aanleg van de parallelle Kaagbaan noodzakelijk is.
NoordHolland is niet verplicht meer bij te dragen aan de kosten van de sloop van de
Boerenlandvariant en de aanleg van de verleggingsvariant volgens artikel 3 ingeval
van aanleg van de parallelle Kaagbaan volgens artikel 1 dan voormelde voorziening.
25. De eventuele extra kosten, bovenop het in artikel 21 gereserveerde bedrag,
vermeerderd met de in artikel 22 bedoelde rente, minus mogelijk 50% van de
faseringskosten, voor het slopen en verleggen van de N201, als bedoeld in artikel 13,
met uitzondering van wijzigingen in de functionele eisen en/of het ontwerp van de
Boerenlandvariant dan wel de verleggingsvariant zoals bedoeld bij de artikelen 14 en
15, op verzoek van één of meerdere partijen, komen geheel voor rekening van de
Haarlemmermeer.
pagina 9 van 16
26. Het financiële risico voor kosten met betrekking tot sloop en verlegging (inclusief de
grondverwerving) van de Boerenlandvariant, uitsluitend wanneer dat vanwege de
aanleg van de parallelle Kaagbaan volgens artikel 1 noodzakelijk is, ligt bij de
Haarlemmermeer met inachtneming van artikel 25. De verlegging van de
weginfrastructuur wordt bekostigd door gebruikmaken van de middelen uit de
voorziening Boerenlandvariant als bedoeld in artikel 21, inclusief de in artikel 22
bedoelde rente minus mogelijk 50% van de faseringskosten, voor het slopen en
verleggen van de N201 als bedoeld in artikel 13, indien de middelen uit de
voorziening Boerenlandvariant niet toereikend zijn, draagt de gemeente uit eigen
middelen bij volgens artikel 25.
27. Wijzigingen in de functionele eisen en/of het ontwerp van de Boerenlandvariant dan
wel de verleggingsvariant zoals vastgelegd in de bijlagen 1, 2 en 3, komen voor
rekening van de partij die de wijziging wenst.
28. Wanneer de omlegging SchipholRijk niet tijdig (medio 2012) wordt opgeleverd,
wordt een deel (50%) van de mogelijk optredende faseringkosten geraamd op 2,5
miljoen (prijspeil 2013) door NoordHolland ten laste gebracht van de in artikel 21
genoemde voorziening, het overige deel (50%) wordt ten laste gebracht van de
begroting van het masterplan N201+.
29. Wanneer wordt besloten de parallelle Kaagbaan niet aan te leggen, treden partijen in
overleg over de besteding van de voorziening Boerenlandvariant zoals bedoeld in
artikel 21, ten behoeve van het verbeteren van de bereikbaarheid Schiphol, waarbij
gedacht kan worden aan de projecten N205, aanleg Nieuwe Bennebroekerweg of
Noordelijke Link (zoals bedoeld in overweging P van de Realisatieovereenkomst uit
2004) en openbaar vervoerinfrastructuur, met inachtneming van de voorwaarden
gesteld in de onder overweging g en artikel 7 tweede lid b van de genoemde
subsidiebeschikking, de begrotingsregels van de NoordHolland en onder
voorbehoud van instemming door Provinciale Staten.
Indien partijen ondanks hun inspanningen niet tot overeenstemming komen over de
besteding van de hiervoor bedoelde voorziening, zal een onafhankelijke derde een
bindend advies uitbrengen over de omvang van de vrijvallende middelen uit de
voorziening, en over de in het kader van de Realisatieovereenkomst (november 2004)
en genoemde subsidiebeschikking, rechtmatige besteding daarvan.
Het uiteindelijke resultaat dient instemming te verkrijgen van de partijen bij de
Realisatieovereenkomst (november 2004) van het masterplan N201+.
pagina 10 van 16
30. Indien het besluit wordt genomen de parallelle Kaagbaan volgens artikel 1 aan te
leggen, dan komen de kosten van en samenhangend met het wijzigen van de
bestemming of het gebruik, het aankopen of onteigenen van gronden en/of gebouwen
of het slopen van gebouwen, in het gebied van de verleggingsvariant volgens artikel
3, voor zover die voortvloeien uit een besluit tot aanleg van de parallelle Kaagbaan,
ten laste van de parallelle Kaagbaan.
31. Indien het besluit wordt genomen de parallelle Kaagbaan volgens artikel 1 aan te
leggen, dan komen de kosten van en samenhangend met het wijzigen van de
bestemming of het gebruik, het aankopen of onteigenen van gronden en/of gebouwen
of het slopen van gebouwen, in het gebied van de verleggingsvariant volgens artikel
3 ten laste van de voorziening Boerenlandvariant als bedoeld in artikel 21 voor zover
zij uitsluitend voortvloeien uit de aanleg van die verleggingsvariant en niet mede uit
een besluit tot aanleg van de parallelle Kaagbaan.
32. Voor zover de in artikel 31 bedoelde kosten in het gebied van de verleggingsvariant
uitsluitend of mede voortvloeien uit een besluit tot aanleg van de parallelle Kaagbaan
komen zij ten laste van die baan.
33. In geval een parallelle Kaagbaan wordt aangelegd volgens de definitie van artikel 1
en er ontstaan toch onvoorziene kosten, zoals bedoeld in overweging x, zijnde kosten
waarmee in de raming voor de verleggingsvariant volgens artikel 23 geen rekening is
gehouden, treden partijen met elkaar in overleg om te komen tot een alternatief tracé
voor de verleggingsvariant, waarbij de kosten van en samenhangend met het
wijzigen van de bestemming of het gebruik, het aankopen of onteigenen van gronden
en/of gebouwen of het slopen van gebouwen, overeenkomstig de artikelen 30 t/m 32
ten laste worden gebracht van de voorziening Boerenlandvariant, dan wel de
parallelle Kaagbaan.
34. In geval een parallelle Kaagbaan wordt aangelegd die niet voldoet aan de definitie
volgens artikel 1 is er sprake van een onvoorziene omstandigheid volgens artikel 54.
pagina 11 van 16
Grondverwerving
35. NoordHolland draagt zorg voor het tijdig in eigendom verkrijgen van de gronden
die nodig zijn voor de aanleg van de Boerenlandvariant volgens bijlage 2.
36. NoordHolland zal de voor de aanleg van de Boerenlandvariant benodigde gronden
voor zover in eigendom van Schiphol, in eigendom verwerven voor een prijs per
vierkante meter zoals door NoordHolland is aangeboden per brief met kenmerk
20093861 van 17 april 2009 welke als bijlage 6 aan deze overeenkomst is gehecht en
door Schiphol is geaccepteerd van 18 augustus 2009.
37. NoordHolland draagt zorg voor het tijdig, doch zo spoedig als mogelijk, met
inachtneming van procedurele termijnen, in eigendom verkrijgen van de gronden die
nodig zijn voor de aanleg van de verleggingsvariant volgens bijlage 3, wanneer het
Rijk een nader besluit tot aanleg van de parallelle Kaagbaan heeft genomen.
38. Indien het besluit wordt genomen de parallelle Kaagbaan aan te leggen, zal de Staat
der Nederlanden/Schiphol, de gronden, voor zover in eigendom en benodigd voor de
verlegging van de Boerenlandvariant, ruilen tegen de gronden die nodig zijn voor de
aanleg van de parallelle Kaagbaan. Indien bij de ruiling blijkt dat hetzij Noord
Holland, hetzij de Staat der Nederlanden/Schiphol meer vierkante meters in de
ruiling inbrengt, zal het meerdere worden verrekend tegen dezelfde prijs (dus niet
geïndexeerd) per vierkante meter als waarvoor de gronden door Noord/Holland zijn
aangekocht conform aanbieding zoals genoemd in artikel 36.
39. Indien het besluit wordt genomen de parallelle Kaagbaan aan te leggen zal
NoordHolland de gronden die nodig zijn vanwege het genoemde besluit, voor zover
in eigendom, vrij van opstallen, beplantingen, funderingen, funderingsresten,
stobben, kabels en leidingen en andere obstakels op of onder de grond, overdragen
aan de Staat der Nederlanden/Schiphol. De Staat der Nederlanden/Schiphol draagt
de gronden, voor zover bij haar in eigendom, die nodig zijn voor de aanleg van de
verlegging van de N201 in Schiphol Rijk tegen de zelfde prijs als bepaald in de
aanbieding van NoordHolland zoals genoemd in artikel 36, vrij van opstallen,
beplantingen, funderingen, funderingsresten, stobben, kabels en leidingen en andere
obstakels op of onder de grond over aan NoordHolland.
pagina 12 van 16
40. Wanneer de Staat der Nederlanden/Schiphol gronden die nu in eigendom zijn en
welke zijn gelegen onder of in de directe nabijheid van het tracé van de
verleggingsvariant volgens artikel 3, besluit te vervreemden, dan wel in te brengen in
wat voor een samenwerkingsverband dan ook, zal bij de vervreemding c.q. inbreng,
de hiervoor in artikel 38 en 39 genoemde verplichting worden bedongen door middel
van een ketting en boetebeding. Indien deze verplichting niet wordt bedongen, dan
zal de Staat der Nederlanden/Schiphol, het meerdere dat dient te worden betaald
boven de prijs per vierkante meter conform artikel 36 en 38 is overeengekomen, aan
NoordHolland vergoeden. Indien er op deze gronden opstallen of overige
bouwwerken zijn gerealiseerd, en hiervoor dient bovenop de grondprijs nog een
aparte vergoeding te worden betaald, dan zal ook deze vergoeding door de Staat der
Nederlanden/Schiphol, aan NoordHolland worden vergoed. Uitgangspunt blijft
derhalve een verrekening op basis van de prijs per vierkante meter zoals bepaald in
artikel 36 en 38.
41. Indien het besluit wordt genomen de parallelle Kaagbaan aan te leggen verlenen
partijen hun medewerking aan de minnelijke verwerving door de Staat der
Nederlanden/Schiphol van eventuele andere voor de parallelle Kaagbaan benodigde
gronden, voor zover in hun eigendom.
Planologie
42. Uitsluitend voor het tracé van de Boerenlandvariant en de Oosttak van de
Zuidtangent wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Haarlemmermeer brengt
hiertoe in samenspraak met NoordHolland een ontwerp in procedure
overeenkomstig de tussen Haarlemmermeer en NoordHolland overeen te komen
planning (bijlage 7), inhoudende dat vanwege het publieke belang de
Boerenlandvariant met aansluitingen op de bestaande en nieuw geprojecteerde
infrastructuur in de ruimtereservering voor de parallelle Kaagbaan (aangegeven in
bijlage 8), mogelijk wordt gemaakt.
43. Haarlemmermeer laat de overige bestemmingsplanvoorschriften en gebruiksregels,
die gelden in het gebied van de ruimtereservering voor de parallelle Kaagbaan
ongewijzigd, totdat een besluit is genomen over de aanleg van de parallelle
Kaagbaan.
pagina 13 van 16
44. Wanneer het Rijk een nader besluit over de aanleg van de parallelle Kaagbaan neemt,
conform het bepaalde in artikel 13 en de planologische inpassing van de parallelle
Kaagbaan en de verleggingsvariant wordt niet op andere wijze gerealiseerd, brengt
Haarlemmermeer in samenspraak met NoordHolland, op een met Partijen nader af
te spreken moment, doch zo spoedig als mogelijk is, hiertoe een ontwerp
bestemmingsplan in procedure. Uitgangspunt daarbij is dat het wegontwerp zoals
dat is weergegeven op de als bijlage 3 opgenomen tekening planologisch uitvoerbaar
is.
45. Partijen zeggen toe hun invloed aan te wenden zodat ook derden voortvarend
meewerken aan het op de kortst mogelijke termijn doorlopen van de in artikel 10
bedoelde procedures.
46. Voor de eventueel in het geding zijnde planschade en/of nadeelcompensatie en/of
andere verzoeken om schadevergoeding vanwege de Boerenlandvariant is de
Overeenkomst van toepassing, die is gesloten tussen NoordHolland en
Haarlemmermeer in het kader van de Realisatieovereenkomst N201+.
Communicatie
47. Een goede, tijdige communicatie over een mogelijke scopewijziging ten gunste van de
Boerenlandvariant is van eminent belang. Partijen zullen hiervoor in goed overleg
een gezamenlijk persbericht opstellen. Uitgangspunt daarbij is dat de communicatie
vanuit één centraal punt wordt geregisseerd, te weten de sector communicatie van
NoordHolland in samenspraak met het projectbureau N201+.
Tot het moment van ondertekening van deze Overeenkomst zullen Partijen zich in het
openbaar onthouden van elke mededeling over de huidige stand van zaken.
Geschillenregeling
48. Op deze Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
49. Indien in verband met de uitvoering van deze Overeenkomst tussen Partijen een
geschil ontstaat, dan stelt de betrokken Partij de overige Partijen hiervan schriftelijk
in kennis.
50. Partijen beogen het geschil in onderling overleg op te lossen.
pagina 14 van 16
51. Mocht het overleg als bedoeld in artikel 50, niet binnen twee maanden nadat één der
Partijen schriftelijk te kennen heeft gegeven dat er sprake is van een geschil als
bedoeld in artikel 49, tot oplossing van het geschil leiden, dan zullen Partijen trachten
het geschil op te lossen met behulp van mediation conform het reglement van de
Stichting Nederlands Mediation Instituut te Rotterdam, zoals dat luidt op de
aanvangsdatum van de mediation.
52. Mocht mediation niet binnen twee maanden na het eerste bericht aan de Stichting
Nederlands Mediation Instituut tot oplossing van het geschil hebben geleid, dan kan
het geschil op verzoek van één van de Partijen worden beslecht door de bevoegde
rechter te Haarlem.
53. Het bepaalde in dit artikel laat onverlet de bevoegdheid van Partijen om in
spoedeisende gevallen een voorziening bij de voorzieningenrechter te vragen.
Onvoorziene omstandigheden
54. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden
voordoen welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en
billijkheid een ongewijzigde instandhouding van deze Overeenkomst niet kan
worden verlangd. Partijen zullen bezien voor wiens rekening de gevolgen van de
onvoorziene omstandigheden behoren te komen en zullen zonodig deze
Overeenkomst daaraan aanpassen.
Wijziging Overeenkomst
55. Deze Overeenkomst kan na ondertekening door Partijen uitsluitend worden
aangevuld en/of gewijzigd als dit tussen Partijen is overeengekomen en de
overeengekomen aanvullingen en/of wijzigingen schriftelijk tussen Partijen zijn
vastgelegd en geaccordeerd.
Inwerkingtreding en duur
56. Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening door alle Partijen
en eindigt op 1 januari 2019, indien het rijk op dat moment geen besluit heeft
genomen over de aanleg van de parallelle Kaagbaan, dan wel het Rijk anderszins een
besluit neemt waardoor Partijen opnieuw met elkaar in overleg zullen treden over
deze Overeenkomst en de duur van de Overeenkomst.
pagina 15 van 16
Slotbepalingen
57. Deze Overeenkomst vormt de volledige Overeenkomst tussen Partijen ter zake van
de Boerenlandvariant. De bijlagen bij deze Overeenkomst vormen daarvan een
integraal onderdeel. In geval van strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en de
Overeenkomst prevaleert de Overeenkomst.
58. Indien één of meer bepalingen van deze overeenkomst in enige mate als nietig,
vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als nietbindend moet worden
beschouwd, blijven de overige bepalingen van kracht. Partijen verbinden zich om zo
spoedig mogelijk de nietbindende bepalingen te vervangen door bepalingen die wel
bindend zijn en die zo min mogelijk gelet op het doel en de strekking van deze
Overeenkomst afwijken van de nietbindende bepalingen. Het overige deel van de
Overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.
59. De tekst van deze Overeenkomst wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
Bijlagen
60. Bij deze Overeenkomst behoren de volgende bijlagen:
Bijlage 1 Functionele eisen wegontwerp
Bijlage 2 Wegontwerp Boerenlandvariant en Zuidtangent Oosttak
Bijlage 3 Wegontwerp Verleggingsvariant
Bijlage 4 Kostenraming Boerenlandvariant
Bijlage 5 Kostenraming Verleggingsvariant
Bijlage 6 Overeenstemming grondaankoop
Bijlage 7 Planning procedures
Bijlage 8 Ruimtereservering parallelle Kaagbaan
pagina 16 van 16
Aldus overeengekomen, in viervoud opgemaakt en ondertekend
Provincie NoordHolland
Mevrouw E. Post, gedeputeerde
Haarlem
Gemeente Haarlemmermeer
De Heer H. Tuning, wethouder
Hoofddorp
N.V. Luchthaven Schiphol
De heer J.A Nijhuis, presidentdirecteur De heer drs. M.M de Groof, directeur
Schiphol Schiphol
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
De heer ir. C.M.P.S. Eurlings
`sGravenhage
Ministerie van Verkeer en Waterstaat