Bizar tollende dubbelster verklaart 30 jaar oud raadsel
Een internationaal team onder leiding van Leidse sterrenkundigen heeft
ontdekt waardoor de twee sterren van dubbelster DI Hercules zo bizar
om elkaar heen bewegen. Het resultaat van hun onderzoek staat
donderdag 17 september in Nature.
Een internationaal team onder leiding van Leidse
sterrenkundigen heeft ontdekt waardoor de twee sterren van
dubbelster DI Herculis zo bizar om elkaar heen bewegen. De twee
sterren, die in 10 dagen om elkaar heen draaien, liggen zeer
verrassend allebei op hun kant met hun draaiingsas bijna 90
graden uit het lood, wat niet voor mogelijk werd gehouden. Het
verklaart de rare baanbewegingen die al 30 jaar geleden voor
deze dubbelster waren waargenomen, en die zelfs voor Einsteins
relativiteitstheorie ooit een probleem vormden. De onderzoekers
publiceren hun resultaat donderdag 17 september in Nature.
Strijdig met de relativiteitstheorie
De dubbelster, DI Herculis, staat op een afstand van 2000
lichtjaar in het sterrenbeeld Hercules. Al in het begin van de
jaren tachtig zijn er afwijkende baanbewegingen voor deze
sterren gevonden, die ogenschijnlijk in strijd zijn met de
relativiteitstheorie van Einstein. De relativiteitstheorie
voorspelt dat de oriëntatie van de ster- en planeetbanen in de
loop van de tijd verandert, een effect dat voor het eerst in
1915 door Albert Einstein werd verklaard voor de baan van
Mercurius. Dit betekende toen een grote doorbraak voor zijn
relativiteitstheorie. Voor DI Herculis bleken de berekeningen
voor dit effect niet te kloppen, waarna is geopperd dat
Einstein's theorieën misschien niet gelden onder de extreme
omstandigheden van deze dubbelster.
Afgeplat
De onderzoekers hebben nu ontdekt waardoor deze discrepantie
wordt veroorzaakt, en hebben daarmee het 30 jaar oude raadsel
opgelost. `De oorzaak is dat beide sterren zeer ver uit het
lood staan, en zelf met hun draaiingsas bijna onder een haakse
hoek ten opzichte van het baanvlak staan', zegt Simon Albrecht,
de Leidse oud-promovendus die sinds kort met een prestigieuze
NWO Rubicon fellowship aan het Massachusetts Institute of
Technology (MIT) werkt. `Door de snelle rotatie van de sterren
zijn deze afgeplat in een richting vrijwel loodrecht op het
baanvlak. Deze bizarre configuratie zorgt ervoor dat het
relativistische effect wordt tegengewerkt', aldus Albrecht.
Nieuw probleem
`Hoewel het oude raadsel hiermee de wereld is uitgeholpen,
zitten we wel met een nieuw probleem', zegt medeonderzoeker
Ignas Snellen. `Hoe komt het dat deze sterren op deze vreemde
manier rondtollen? We hebben een redelijk inzicht in het
ontstaan van dubbelstersystemen, maar we verwachten dat de
rotatie-assen van beide sterren en de baan-as dezelfde richting
opstaan.' Het antwoord ligt mogelijk in een nog niet
waargenomen derde ster in hetzelfde systeem, die de banen van
de twee andere sterren heeft verstoord. Nieuw onderzoek zal dit
moeten uitwijzen.
(16 september 2009/SH)
Webredactie - 16/09/2009