Gemeente Nijmegen

Proef met bijzonder `hybride' warmtenet in de Waalsprong

15/09/2009

De restwarmte van de afvalverbrander ARN kan 11.000 woningen van warmte voorzien. Met toepassing van een nieuwe techniek die voor zowel verwarming als koeling van huizen zorgt, valt een flinke milieuwinst te boeken. De gemeente Nijmegen verwacht veel van de innovatieve techniek voor de nieuwbouw in de Waalsprong en het Waalfront en start een proef.

Met het speciale warmtenet kan 70 procent minder CO2 uitstoot verwezenlijkt worden ten opzichte van de HR-gasketels. Afgelopen maanden heeft de gemeente samen met de provincie onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het hybride warmtenet voor de nieuwbouw in de Waalsprong en het Waalfront. Uit de verschillende onderzoeken blijkt de techniek zowel technisch als financieel haalbaar. Bijzonder, in vergelijking met een gewoon warmtenet, is dat het water met een relatief lage temperatuur van 40-45 graden naar de huizen gaat. Gebruikelijk is een temperatuur rond de 70-90 graden. De warmte komt de woning binnen en kan direct ingezet worden voor vloerverwarming. Voor warm douche- en tapwater wordt een warmtepomp gebruikt, die in de zomer tegelijkertijd koeling kan geven. Binnenkort krijgen drie woningen in de Waalsprong deze vernieuwende techniek. Na een jaar en het doorlopen van alle seizoenen, kan worden geconcludeerd of de grootschalige toepassing van deze techniek succesvol kan verlopen. De gemeente heeft de GEM gevraagd om mee te werken aan de proef met het hybride warmtenet.

Tegelijk met de proef wordt in Laauwik, de volgende nieuwbouwwijk in de Waalsprong, een distributienet voor het hybride warmtenet aangelegd. In oktober start namelijk het bouwrijp maken van de grond voor 800 woningen. Om de woningen later aan te sluiten op het systeem is het nodig dat de `hardware' er al ligt.

Als de techniek volgens verwachtingen functioneert, vindt de marktintroductie in 2011 plaats. Voldoet het systeem niet aan de verwachtingen dan kan het distributienet eenvoudig geschikt gemaakt worden voor een meer traditioneel systeem.

Bij succes van de proef levert de besparing van CO2 een flinke milieuwinst op en draagt deze bij aan de realisatie van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen.

Bestuurlijk is tussen gemeente en provincie besproken om de kosten voor de proef gezamelijk te dragen. Na de proefopstelling vindt begin 2011 de definitieve besluitvorming plaats en volgt de go/nogo voor de bouw van een warmtenet.

De raad neemt naar verwachting op 30 september een besluit over het voorstel van het college. Provinciale staten bespreken naar verwachting op 16 september in de commissie RWM een notitie over het hybride warmtenet.