Nationaal Coordinator Terrorismebestrijding
Strijdgebieden in trek bij Europese jihadisten
De klassieke jihadistische strijdgebieden en Somalië behouden hun
aantrekkingskracht voor Europese jihadisten. Deze reisbewegingen
bevestigen de voorstelbaarheid van een aanslag in Europa, en daarmee
ook in Nederland. De vrees bestaat dat de terugkerende jihadisten
opdracht krijgen om aanslagen in Europese landen uit te voeren. De
voorstelbaarheid van aanslagen op doelen in Europa wordt verder gevoed
door arrestaties van jihadisten in andere Europese landen die in het
afgelopen jaar hebben plaatsgevonden. Deze arrestaties wijzen erop dat
de jihadistische ideologie nog steeds aantrekkingskracht uitoefent op
kleine aantallen jonge moslims in Europa. Het dreigingsniveau blijft
daarom `substantieel'. Dat schrijven de ministers van Justitie en
Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties in hun meest recente
Dreigingbeeld Terorisme Nederland dat vandaag naar de Tweede Kamer is
gezonden.
In het grensgebied tussen Pakistan en Afghanistan opereren al jaren
verschillende jihadistische groeperingen die een voortdurende dreiging
vormen voor westerse en daarmee ook Nederlandse belangen. Hun
slagkracht wordt mede bepaald door de speelruimte die ze krijgen van
de overheden in de regio. Het grootschalige militaire offensief dat
het Pakistaanse leger eind april 2009 tegen de Pakistaanse Taliban in
de Swat-regio startte, is nog steeds gaande en in de Tribale Gebieden
is er al enkele maanden sprake van bombardementen. Door het offensief
en de bombardementen is de druk op de Pakistaanse Taliban en kern al
Qa'ida verder toegenomen. In Swat is in relatief korte tijd een deel
van de Taliban uitgeschakeld en een ander deel is gevlucht of heeft
zich teruggetrokken.
In Somalië, een ander jihadistisch strijdgebied, zoekt Al Shabaab, de
belangrijkste Somalische jihadistische groepering, aansluiting bij de
doelstellingen van het internationale jihadisme. Kern al Qa'ida ziet
Al Shabaab als het `zuidelijke front van de internationale jihad'. Er
is ook een gestage toename van het aantal jihadisten uit het Westen
(die al dan niet van Somalische origine zijn) dat afreist naar Somalië
voor training of de jihadistische strijd. Bekend is dat in de
Verenigde Staten en mogelijk ook in Denemarken ondersteuningsnetwerken
actief zijn, die jongeren rekruteren voor en faciliteren bij de
jihadgang naar Somalië. Dat Somalië een aantrekkingskracht heeft op
westerlingen, lijkt ook te gelden voor personen uit Nederland. Op 24
juli 2009 werden in Kenia vier jonge mannen aan de grens met Somalië
aangehouden. Zij zouden op weg zijn geweest naar een jihadistisch
trainingskamp. De Nationale Recherche is een onderzoek gestart. Het
viertal wordt verdacht van deelname aan een terroristische organisatie
en het voorbereiden van een terroristisch misdrijf. Inmiddels zijn de
jongeren vrijgelaten. Het Landelijk Parket wacht op meer informatie
van de Keniaanse autoriteiten.
Zorgelijk zijn de aanwijzingen dat een kleine groep in Somalië
getrainde westerlingen de opdracht heeft gekregen de jihad in het
Westen voort te zetten. De opdracht zou afkomstig zijn van de leiding
van Al Shabaab en/of personen die met al Qa'ida in verband worden
gebracht.
Een voortdurende dreiging is de jihadistische groepering `Al Qa'ida in
de Islamitische Maghreb' (AQIM). Deze groepering is vooral actief in
Algerije en ontplooit daarnaast activiteiten in het grensgebied van
Algerije, Mauritanië, Mali en Niger. Sinds kort hebben ontvoeringen
van westerlingen een structurele plaats ingenomen binnen de werkwijze
van AQIM. Ook stelt deze groepering nu politiek getinte eisen in ruil
voor vrijlating van gegijzelden. Door het structurele karakter van de
ontvoeringen door AQIM lijkt de veiligheid van westerlingen in de
regio verder onder druk te staan. AQIM deinst er verder sinds kort
niet meer voor terug om haar gijzelaars om te brengen als haar eisen
niet worden ingewilligd. De organisatie heeft recent een Brit gedood
nadat de Britse overheid niet inging op haar eis een in het Verenigd
Koninkrijk gevangen Palestijnse radicale prediker vrij te laten.
Ook in andere delen van de wereld waar de jihad zich kan manifesteren,
blijft een dreiging van ontvoering van westerlingen, en daarmee ook
Nederlanders, bestaan. Zo is het aantal ontvoeringen in Afghanistan
gedurende de afgelopen rapportageperiode toegenomen. Die dreiging
tegen en soms gerichte aanslagen op medewerkers van
non-gouvernementele en internationale organisaties in jihadistische
strijdgebieden zorgen ervoor dat het werk van hulporganisaties ernstig
wordt bemoeilijkt en soms moet worden gestaakt. Verder lijken
jihadistische organisaties zich in hun propaganda sterker tegen
christelijke zendingsactiviteiten en invloeden te gaan richten.
Uit onderzoek van de AIVD blijkt dat de groei van de salafistische
stroming in Nederland stagneert, dit komt mede door de groeiende
weerstand van moslims in Nederland tegen de anti-integratieve
boodschap van de salafistische centra. Ook orthodoxe moslims lijken
zich in toenemende mate af te keren van het salafisme. Daarbij speelt
een rol dat sommige predikers in de ogen van de gelovigen de leer die
zij verkondigen onvoldoende toepassen in hun persoonlijke leven, de
puriteinse levensstijl grote persoonlijke offers vergt en de beperkte
ruimte voor zelfstandig denken leiden ertoe dat orthodoxe moslims de
beweging verlaten.
Meer informatie
* Samenvatting DTNDossierpagina | 15-09-2009 | pdf-document, 29
KBBrief aan de Tweede Kamer met een samenvatting van het
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) van augustus 2009. Het
DTN wordt vier keer per jaar opgesteld door de Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en is in eerste instantie
bedoeld voor de Raad voor de Nationale Veiligheid. Het DTN wordt
ook besproken met de Commissie voor de Inlichtingen- en
Veiligheidsdiensten van de Kamer.